Scheut was voortrekker bij uitbouw van kerk in Congo (audio)

De Vlaamse missionaris en scheutist Jos Das licht toe hoe de scheutisten hebben bijgedragen tot de uitbouw van een Congolese Kerk voor de Congolezen.
12/06/2023 - 13:25

Soundcloud

Vanaf 1889 reisden de eerste missionarissen naar Midden-Afrika en gingen er aan de slag in Congo. Dankzij hun inspanningen groeide het aantal gelovigen in de eerste helft van de 19de eeuw al snel van tienduizenden tot enkele honderdduizenden gelovigen. Op het hoogtepunt, rond 1960, waren meer dan 500 Scheutisten werkzaam in Kongo.

De Vlaamse missionaris en scheutist Jos Das (85), die al 58 jaar in DR Congo actief is, getuigt dat scheutisten er al van voor de Congolese onafhankelijkheid naar streefden dat de Congolezen de kerk zelf in handen kregen, door de opleiding van Congolese priesters aan seminaries en de benoeming van Congolese bisschoppen.

“De instructie voor de uitbouw van een Congolese kerk in een Congolese staat kwam rechtstreeks van Rome. Maar de scheutisten beheerden vele missieposten.

Zij hebben zich die oproep eigen gemaakt en zo een cruciale rol gespeeld.

Er werd vooral ingezet op de vorming van een lokale clerus om het werk voort te zetten.”

(Lees verder onder de foto)

Pater Jos Das
Pater Jos Das © Philippe Keulemans


De switch gebeurde volgens de pater ook deels uit noodzaak omdat er na het Tweede Vaticaanse Concilie een dramatische terugval was van scheutisten uit België en Nederland. Vanaf 1955 kwamen de priesterroepingen in een stroomversnelling. In 1961, nog voor de onafhankelijkheid, volgde Pierre Kimbondo de Belgische jezuïet Alphonse Verwimp op als bisschop van Kisantu.

“In een periode van nauwelijks tien jaar, tussen 1960 en 1970, werd de hele kerkelijke hiërarchie Congolees. Bisschop Jan van Cauwelaert (1914-2016) nam in 1967 ontslag als bisschop van Inongo. Hij getuigde later dat hij persoonlijk naar Rome was gereisd om te pleiten om een Congolese bisschop als zijn opvolger te benoemen.  De keuze viel op de scheutist Léon Lesambo Ndamwize, die bovendien in datzelfde bisdom was geboren.

Ook andere Belgische missiebisschoppen bleven niet wachten op hun emeritaat.

In 1974 nam François Van den Berghe in Budjala als allerlaatste Belgische missiebisschop ontslag.”


Grote vijandigheid

De missionaris, die vastbesloten is om naar zijn retraitecentrum in DR Congo terug te keren, is blij dat hij ook persoonlijk aan dit project kon bijdragen. “Na de onafhankelijkheid was de vijandigheid tegen de blanken erg groot. Maar de bevolking maakte al snel een onderscheid tussen de administratie van de staat en de missionarissen. Ondanks de offers bleven zij bij de bevolking. Maar tijdens de periode van de plunderingen in 1992-1993 was ik echt bang.”

Das heeft vertrouwen in de toekomst, maar hij kijkt met wantrouwen naar het najaar: “Het grote geluk, maar ook ongeluk van DR Congo, is de rijkdom van het land.

Iedereen wil zijn deel en oorlog en plundering zijn aan de orde van de dag.

Hoe is het mogelijk dat Rwanda, dat zelf geen coltan heeft, wereldwijd de grootste exporteur is. De laatste maanden van dit jaar dreigen onrustig te worden. De verkiezingen zijn in aantocht. Wij mogen niet vergeten dat DR Congo nauwelijks tijd had om een democratie te worden.”