Glimp van Frans van Daele’s werk

Sinds zes maanden is Belg Frans van Daele Europees speciaal gezant voor de vrijheid van godsdienst en overtuiging buiten de Europese Unie.
03/07/2023 - 14:46
Frans van Daele en Christian Cannuyer
Frans van Daele en Christian Cannuyer © L’Œuvre d’Orient

De voornaamste eigenschap van een topdiplomaat is: zwijgen. Wie Frans van Daele al langer kent, weet dat de inmiddels 75-jarige Van Daele zelden het achterste van zijn tong laat zien. De man had niets meer te bewijzen toen vicevoorzitter van de Europese Commissie Margarítis Schinás hem eind vorig jaar vroeg om Speciaal gezant voor de vrijheid van godsdienst en overtuiging buiten de Europese Unie te worden. Hij was Belgisch ambassadeur geweest op allerlei topposten, was Herman Van Rompuys eerste kabinetschef toen deze voorzitter van de Europese raad was en Filip van België eerste kabinetschef nadat deze koning was geworden; en hij is inmiddels ook baron en minister van Staat. Maar Van Daele schatte terecht in hoe belangrijk en delicaat de nieuwe opdracht was, nam deze dus aan en… zweeg er verder over. Tot hij tijdens een bijeenkomst bij L’Œuvre d’Orient vorige week in Brussel enkele inzichten deelde met een select publiek van voornamelijk oud-diplomaten.

Christian Cannuyer

En omdat L’Œuvre d’Orient zijn Brusselse pied-à-terre ter beschikking gesteld kreeg van Solidarité-Orient/Werk voor het Oosten en de drijvende kracht van die Belgische hulporganisatie, professor Christian Cannuyer, morgen met een emeritaatsviering aan de Université catholique de Lille wordt uitgewuifd, ging Van Daele er onder leiding Bruno Nève de Mévergnies, voormalig Belgisch ambassadeur bij de Heilige Stoel en voorzitter van Solidarité-Orient/Werk voor het Oosten, in trialoog met Cannuyer en met de directeur van L’Œuvre d’Orient, mgr. Pascal Gollnisch. Uit dat gesprek onthouden wij dat het correcte gebruik van bepaalde uitdrukkingen en terminologie de religieuze minderheden overal ter wereld sterk ten goede zou komen. Zo bijvoorbeeld heeft het geen zin om in het Midden-Oosten met zoiets als scheiding van Kerk en Staat te zwaaien. Zelfs in het Frankrijk van de ‘laïcité’ gaat het eigenlijk om de neutraliteit van de overheid, preciseert mgr. Gollnisch, maar aalmoezeniers her en der bijvoorbeeld krijgen in Frankrijk een overheidssalaris.

Het is ondenkbaar dat de godsdienst zich in het Nabije Oosten terugtrekt naar het privédomein. (Christian Cannuyer)

Vrijheid van overtuiging

Er zijn dan ook enkele landen in het Midden-Oosten die grote vooruitgang boeken wat vrijheid van eredienst betreft – denk aan de Verenigde Arabische Emiraten die daar voortdurend mee pronken – maar de grote vraag luidt, aldus professor Cannuyer, of er vrijheid van overtuiging is; heb je de vrijheid om je godsdienstige overtuiging te kiezen of er zelfs voor te kiezen om niet te geloven? Uit de intro van ambassadeur Van Daele was gebleken dat dit niet voor al zijn shareholders een prioritaire kwestie is. Na ontmoetingen met de vertegenwoordigers van alle mogelijke godsdiensten en overtuigingen in Europa – mijn ‘stakeholders’ – heb ik ook de verschillende betrokken Europese diensten opgezocht: de Europese dienst voor het Externe Optreden, de Europese directie-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling, de directie-generaal Handel, de directie-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken, noem maar op. Overal ben ik hoffelijk ontvangen, maar tussen de regels hoor ik toch vaak de verzuchting: ‘Maak het in hemelsnaam niet moeilijker dan het al is’.

Drie obstakels

Na zes maanden werken ontwaart Frans van Daele drie moeilijkheden. Het eerste obstakel ligt in het Westen zelf: daar staan velen niet zozeer vijandelijk tegenover de strijd voor de vrijheid van godsdienst en overtuiging, maar veeleer onverschillig. Is met een expliciet mensenrechtenbeleid niet alles gezegd, luidt het dan; is de verdediging van de godsdienstvrijheid nog van deze tijd? Mgr. Gollnisch illustreerde dat aanvoelen. Toen Amnesty International (AI) ons enkele jaren geleden kwam opzoeken over Saoedi-Arabië, bleek hun verslag gedetailleerd in te gaan op vrouwenrechten, politieke rechten, executies, noem maar op. Maar de vrijheid van godsdienst werd niet eens vermeld. Al dient gezegd: in een volgend AI-rapport over de Saoedi’s werd er wel een paragraaf aan gewijd. Niet iedereen in het geseculariseerde Westen verstaat blijkbaar dat de godsdienstvrijheid hand in hand gaat met de overige mensenrechten. Van Daele rapporteert dan ook aan de Europese Commissie en niet, zoals vele andere Europese speciale gezanten, aan de Europese externe dienst.

Een deel van Van Daele’s energie gaat naar de versterking van het draagvlak voor zijn job in eigen huis.

Onderlinge rivaliteit

Het tweede obstakel is natuurlijk de onderlinge rivaliteit van de godsdiensten – denk aan het anti-islamitische ressentiment binnen het Indiase hindoeïsme of aan de rivaliteit van sjiieten en soennieten in Irak – en zelfs soms van de christenen onderling. Van Daele citeert graag een voorbeeld dat het anders kan. In Jeruzalem werken alle christelijke leiders wonderbaarlijk goed samen om hun pleidooi voor godsdienstvrijheid kracht bij te zetten. Soms haasten islamitische regeringsleiders zich om daarbij aan te sluiten, door pakweg de Kerstnachtmis bij te wonen zoals de Palestijnse president Mahmoud Abbas of zijn Egyptische ambtsgenoot Abdul Fatah al-Sisi dat steevast doen. Ook dat laatste is trouwens niet zonder risico’s, merkte professor Cannuyer op. Zo bijvoorbeeld stuit de Koptische paus Tawadros II op tegenstand, enerzijds omdat hij te dicht bij het regime zou staan, anderzijds ook omdat hij door zijn vele ontmoetingen met paus Franciscus als te westers wordt gepercipieerd.

Praten met staten

De laatste moeilijkheid is dat de vrijheid van godsdienst en overtuiging vaak afhankelijk is van de regeringen van derdelanden zelf, en dat deze regeringen een godsdienstig exclusiviteitsdiscours of de onderlinge rivaliteit van godsdiensten misbruiken om hun eigen macht te bestendigen. Soms kan je een regering duidelijk maken dat het al dan niet respecteren van de vrijheid van godsdienst en overtuiging haar relaties met de Europese Unie kan beïnvloeden, zegt Van Daele. Soms is een derdeland immers niet afhankelijk van de Europeanen maar is veeleer omgekeerd. En ook als de centrale autoriteiten gevoelig lijken voor de verdediging van de rechten van andersgelovigen, is dat nog niet altijd het geval in verafgelegen regio’s van het betrokken land. Wat als een lokale magistraat weet dat hij het niet overleefd als hij de ‘vox populi’ in een zaak van vermeende blasfemie tegenspreekt? aldus Van Daele. Ik probeer overal consequent alle gematigde krachten te ondersteunen.