Zusters van Gijzegem kiezen Congolese overste
Zusters van Sint-Vincentius à Paulo 'dienstmaagden der Armen' hebben van 9 tot 28 juli hun algemeen kapittel gehouden in de Abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle. De zusters gingen er na hoe zij het charisma van hun congregatie, waarin nederigheid, eenvoud en naastenliefde en de zorg voor de armen en behoeftigen centraal staan, kunnen aanwakkeren en vernieuwen.
De bijeenkomst van de zusters werd ook bijgewoond door de spirituele begeleider pater Emmanuekl Typamm en de karmeliet Stefano Conotter, die door het Dicasterie voor het Godgewijde Leven was afgevaardigd om het kapittel in ons land te leiden. Tijdens het kapittel werd zuster Brigitte Phemba Ndudi (DR Congo) verkozen als algemene overste. De nieuwe raadsleden zijn de zusters Cesarine Bodi Yandi Voso (eerste assistente, eveneens (DR Congo) en de assistenten Marilene Paraguia Guimaraes (Brazilië) en Victorine Pholo Mabiala.
Dienstmaagden van de armen
De congregatie van de Zusters van Sint-Vincentius à Paulo 'dienstmaagden der Armen' werd in 1818 in ons land opgericht om tegemoet te komen aan de problemen van armoede en gebrekkig onderricht van de arme volksklassen, aanvankelijk in de streek rond Aalst. In 1819 kregen de zusters een eigen leefregel, opgesteld door de jezuïet Vincent Le Maître en gebaseerd op de spiritualiteit van Sint-Vincentius a Paulo. Datzelfde jaar legden de eerste zusters, onder leiding van zuster Cools, die intussen beslist had in Gijzegem te blijven, hun kloostergeloften af. Vijf jaar later waren er al 45 zusters toegetreden in het hoofdklooster in Gijzegem.
Vanaf de jaren 1830 werden talrijke bijhuizen gesticht, verspreid over het hele land. De Zusters van Gijzegem bleven voornamelijk actief op het vlak van onderwijs: kleuter-, lager en secundair onderwijs. In Gijzegem werd in 1877 ook een normaalschool gestart. In 1918 telde de congregatie 600 zusters en waren de zusters actief in missieposten in Brazilië, Congo, Kameroen, Zuid-Afrika, Paraguay, Uruguay en Argentinië.
Tijdens de bloeiperiode van de congregatie in de jaren 1940 en 1950 telde de zustercongregatie 750 zusters, verspreid over 90 à 100 bijhuizen. Daarna kwam een terugval, maar ook vandaag nog telt de congregatie vele zusters vooral in Brazilië, DR Congo en Kameroen.