Recht op abortus blijft Amerikaanse publieke opinie beroeren
Op 19 januari betoogden tienduizenden op de besneeuwde straten van Washington DC tegen het recht op abortus tijdens de 51ste March for Life (mars voor het leven). In 16 staten vonden afgelopen weekend ook nog lokale marsen plaats. De Amerikaanse katholieke bisschoppenconferentie sprak voor de mars haar steun uit en verschillende bisschoppen namen ook zelf deel aan de regionale marsen.
De jaarlijkse mars werd voor het eerst gehouden op 22 januari 1974 precies een jaar na de uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof in de zaak Roe v. Wade op 22 januari 1973. Die uitspraak garandeerde het recht op abortus in alle Amerikaanse staten. In 2022 besliste het Hooggerechtshof echter om Roe v. Wade om te keren, waardoor het recht op abortus in de VS niet langer als uitgangspunt gold. Sindsdien hebben 20 staten wetten aangenomen die het recht op abortus beperken, waaronder 12 staten die het in vrijwel alle omstandigheden verbieden.
Abortus is nu een belangrijk thema in de Amerikaanse presidentsverkiezingen die zullen plaatsvinden op 5 november 2024. Vicepresident Kamala Harris begon op 22 januari aan een tour van de VS met als inzet de Fight for Reproductive Freedoms (strijd voor reproductieve vrijheden). Het herstellen van het recht op abortus door het Congres is een belangrijk strijdpunt in de herverkiezingscampagne van president Joe Biden.
Aan de andere zijde van het spectrum ijvert de pro-life-organisatie Susan B. Anthony Pro-Life America (SBA) voor wetten en voorzieningen die zwangere vrouwen ondersteunen. Jamie Dangers, directeur wetgeving bij SBA, zei dat het Hooggerechtshof wel de leugen rechtzette alsof de Grondwet op de een of andere manier recht op abortus verleent, maar dat het niet de redenen wegneemt waarom vrouwen en meisjes soms het gevoel hebben dat abortus hun enige optie is. Dat is aan ons om aan te pakken.
Bronnen: America Magazine (Engels) - CNA (Engels) - CNA (Engels) - CNA (Engels) - Kathpress (Duits)