Cijfers doden persoonlijkheid van kinderen
Toetertest, leerlingvolgsysteem (LVS), AVI-leesniveau. Tussen februari en april vinden in Vlaamse scholen allerlei gestandaardiseerde toetsen plaats. Net als in Nederland, waar de directeur van een basisschool in Assen naar aanleiding van de CITO-toets in het zesde leerjaar een opmerkelijke brief schreef aan zijn leerlingen. Lees even mee.
Beste kinderen, wij zijn heel trots op de manier waarop jullie weer je best hebben gedaan om de CITO-toetsen zo goed mogelijk te maken.
Toch zijn we bezorgd dat deze toetsen niet tonen wat elk van jullie speciaal en uniek maakt.
Want de mensen die deze toetsen maken en het resultaat erbij geven, kennen jullie helemaal niet. Niet op de manier waarop de meesters en juffen jullie kennen en zeker niet zoals ze je thuis kennen.
De brief gaat verder: Ze weten niet dat je al meer talen kent, of op een muziekinstrument speelt, dat je kan dansen of mooie kunstwerken maakt. Ze weten niet dat je vrienden op je kunnen rekenen als ze je nodig hebben of dat jouw vrolijke lach een sombere dag helpt te verdwijnen. Ze weten niet dat je gedichten of liedjes maakt of dat je meedoet aan sport. Ook niet dat je je afvraagt wat de toekomst je zal brengen of dat je soms zorgt voor je broertje of zusje na schooltijd.
Ook weten ze niet dat je reizen hebt gemaakt naar mooie plaatsen, dat je een mooi verhaal kunt vertellen, of dat je het fijn vindt om tijd door te brengen bij speciale familieleden en vrienden. Ze weten niet dat je betrouwbaar bent, lief, aardig, zorgzaam en attent en dat je elke dag weer probeert goed je best te doen. Dus kijk tevreden naar je resultaten en wees er trots op, maar onthoud vooral dat er heel veel manieren zijn om slim en een goed mens te zijn.
Pedagogen zijn het nagenoeg eens over de onzin van gestandaardiseerde testen.
Ze zeggen weinig over de algemene ontwikkeling van leerlingen en testen enkel de kennis van een specifiek onderwerp op een welbepaald moment.
Kinderen die goed met de leerstof mee zijn, worden niet slimmer van toetsen, en kinderen die minder goed mee zijn, worden door slechte cijfers ontmoedigd. Gestandaardiseerde toetsen lijken er meer te zijn voor de overheid en voor scholen om zichzelf te evalueren, dan om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.
Wereldwijde obsessie met statistiek
In zijn boek De becijferde school kijkt Roger Standaert kritisch naar de meetcultuur in Vlaamse scholen. Enerzijds evolueerde die positief: Leerkrachten verantwoorden hun cijfers meer dan vroeger en bespreken resultaten met collega’s en ouders.
Anderzijds is er een verontrustende internationale tendens. Landen als de Verenigde Staten en China gingen zelf toetsen opstellen om alle leerlingen in alle scholen op gelijke wijze te testen. De resultaten van die centrale toetsen worden gepubliceerd en dus op de vrije markt gegooid.
Pedagogische tradities komen onder druk te staan van statistieken en van de vrije markt. Maar onderwijs is geen wedstrijd. Roger Standaert
Vlaanderen heeft nog geen door de overheid opgestelde centrale examens (hoewel er ook bij ons stemmen opgaan om ze in te voeren). Toch is ons onderwijssysteem niet immuun voor de wereldwijde obsessie met statistiek. Ook bij ons schreeuwen media moord en brand als we een plaats daalden in de PISA-test. Alsof dat zoveel zegt over de kwaliteit van het onderwijs. Is het toeval dat die internationale test georganiseerd wordt door een economische instelling als de OESO?
Wat te denken van een land als Mexico, dat zijn onderwijs hervormt in functie van een betere score op de PISA-test, die enkel het niveau van wiskunde, wetenschappen en lezen meet?
Neoliberale waarden
Teaching to the test, heet dat. Er ontstaat een hele toetsenindustrie. En die brengt geld op. Standaert vindt het opvallend en verontrustend hoe kritiekloos en gewillig we met z’n allen die ‘cijferterreur’ ondergaan. De onderwijsexpert pleit ervoor om het meten, toetsen en evalueren beter in te bedden in een samenhangende visie op opvoeding en onderwijs.
Geen cijferterreur in Finland
Maar je kunt nog veel verder gaan. In Finland wordt aan kinderen onder de 10 jaar nooit een cijfer gegeven. Van centrale toetsen is tot de leeftijd van 16 jaar al helemaal geen sprake. Het onderwijs is inclusief. Iedereen volgt dezelfde richting. Leerkrachten hebben er een masterdiploma. Bij hen ligt de verantwoordelijkheid om ieder kind dat hun toevertrouwd is, te begeleiden naar het best mogelijke resultaat voor dat kind.
Oud-directeur van de scholengroep Drieklank Hugo Winnelinckx is een kenner van het Finse onderwijsmodel. Hij zegt: Finland verzet zich fel tegen gestandaardiseerde tests. De overheid vindt dat die niet beantwoorden aan de onderwijsopdracht.
Leerlingen moeten niet uitgespeeld worden tegenover anderen. De opdracht is om ze interesse te doen krijgen in het leren. Je moet ze enkel vergelijken met zichzelf. Hugo Winnelinckx
Cijfers dwingen kinderen in keurslijf
Tot hun 16 jaar krijgen alle kinderen in Finland dus dezelfde vakken aangeboden. In werkplaatsen wordt hun interesse voor onder meer techniek, muziek en kunst gewekt. Op het einde van de verplichte schooltijd kiest een leerling op basis van zijn interesse, niet op basis van zijn punten.
En dat is in Vlaanderen helaas net omgekeerd, zegt Winnelinckx. Op 12 jaar gaan voor leerlingen die het getuigschrift niet halen, al heel wat deuren dicht. De interesse van kinderen wordt al vanaf hun 6de gericht naar vakken die met cijfers beoordeeld worden. Zo voeden we ze erg selectief op. We dwingen hen in een keurslijf.
Geen wonder dat er weinig creatieve denkers en ondernemende figuren uit ons onderwijs voortkomen. Hugo Winnelinckx
Ken Robinson: ‘Scholen doden creativiteit’
De Brit Ken Robinson is een internationale autoriteit op het vlak van ontwikkeling en creativiteit. Hij stelt boudweg dat scholen vaak creativiteit doden. Elk onderwijssysteem hanteert ongeveer dezelfde rangorde van onderwerpen. Wiskunde en talen staan aan de top, gevolgd door wetenschappen. Onderaan bengelen de kunsten. Beeldende kunsten en muziek hebben een hogere status dan dans. Waarom eigenlijk?, vraagt Robinson zich af.
We voeden kinderen op vanaf hun middel naar hun hoofd. Moet iedereen dan professor worden? Ken Robinson
Het gevolg is dat heel wat briljante kinderen denken dat ze dom zijn. Hun vorm van intelligentie wordt niet aangesproken. Zo kunnen we niet doorgaan, meent Robinson. Almaar meer mensen halen universitaire diploma’s. Hun waarde keldert. We hebben mensen nodig met originele ideeën.
Overheid, scholen en ouders in hetzelfde bedje ziek
De overheid kijkt graag naar Finland als het gaat over nodige hervormingen in ons onderwijs. Waarom dan tegelijk toch zwichten voor de druk van meetbare resultaten? Overheid, scholen en ook ouders lijken wat dat betreft vaak in hetzelfde bedje ziek. Cijfers verleiden ons. Ze geven de illusie van duidelijkheid en objectiviteit. Vertrouwen schenken aan de school, en aan het kind dat zijn eigen tempo en logica volgt, blijkt almaar moeilijker.
De zucht naar meetbare resultaten legt eigenlijk een gebrek aan vertrouwen bloot. Hugo Winnelinckx
Maar scholen zijn evenmin vragende partij, stelt Winnelinckx vast. Ook leerkrachten grijpen graag naar het meetbare, al weten ze dat het alles behalve correct is om een kind gelijk te stellen met de punten die het op een bepaald moment haalde. Mensen zoeken veiligheid in cijfers.
Geen gebrek aan ambitie
Meer oog hebben voor andere talenten dan wiskunde of talen, heeft niets te maken met een gebrek aan ambitie. Samen met hun herwonnen vrijheid, kunnen kinderen groeien in verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling. Opvoeden is ambitie bijbrengen, goesting om de wereld te verkennen en te leren. Maar dan wel op vele manieren, precies zoals de directeur het in zijn brief hierboven omschrijft.
Misschien is het een goed idee om de brief van de directeur uit Assen te standaardiseren?
Volg een lezing van Ken Robinson (met Nederlandse ondertiteling) op zijn website.