Op zoek naar absolute stilte in het hoofd van Cynthia
Hoe klinkt een zachte bries? Ooit al eens aandachtig naar geluisterd? In Vlaanderen is dat best moeilijk. Zo’n briesje verdraagt immers niet de minste geluidshinder. Absolute stilte. Het blijkt goed voor de gezondheid en de nood eraan is groot. Dat is dan ook de reden voor de overheidscampagne 30 dagen stilte.
Maar hoe ik ook zoek – in de natuur, in huis na de ochtendspits, in een open kerk op het platteland – ik vind geen pure stilte.
Je moet al doof zijn om die echt te kunnen ervaren, denk ik. Zoals Cynthia Dult. Ze werd doof geboren en hoort enkel het grote niets. Ooit kreeg ze een implant. Wat ze toen hoorde, kon haar niet bekoren. Ze kon de geluiden niet thuisbrengen, er geen zinnig verhaal van maken. Laat die oren dan maar, dacht ze. Ik luister wel op een andere manier.
Niet dat ik in de plaats van Cynthia zou willen zijn, maar even in haar hoofd kruipen om haar beleving van stilte te delen, blijkt erg verrijkend. Kon ik me ook maar eens afschakelen van alle onzinnige geluiden en informatie die voortdurend op me afkomen. Enkel nog het essentiële overhouden. Woorden die er echt toe doen.
Maar zo makkelijk blijkt het ook weer niet voor Cynthia. Als ik vraag of ze zich iets kan voorstellen bij de stress die omgevingsgeluid kan veroorzaken, knikt ze instemmend.
Die hectische samenleving beleeft Cynthia evenzeer, al is het dan via visuele prikkels. Gemotoriseerd verkeer is evenzeer een aanslag op de ogen als op de oren.
Als dove leerkracht in een klas met even dove of slechthorende kinderen moet Cynthia weliswaar niet schreeuwen om zich verstaanbaar te maken, maar de klas kan behoorlijk op stelten staan wanneer de leerlingen door elkaar heen gebaren. Met de wijs- en middelvinger van de ene hand met de rug op de vingers van de andere, maant ze dan aan tot stilte.
En dan zijn er nog de gedachten die Cynthia niet altijd tot stilstand kan brengen in haar hoofd. Dat klinkt bekend.
Fysieke stilte of rust kan de mentale bevorderen, maar de twee kunnen ook perfect los van elkaar bestaan.
Als Cynthia echt nood heeft aan stilte, sluit ze haar ogen. Of ze maakt een wandeling in de natuur. Daar zijn het de vergezichten of stillevens die haar doen herademen.
Wandelen doet Cynthia veel, samen met vriendin Vanessa, haar dochter en hun huisdieren. Vanessa is niet doof. De twee vriendinnen ontwikkelden hun eigen taal, een mix van Nederlands en Vlaamse Gebarentaal.
Ondanks haar handicap kan Cynthia zich goed uitdrukken in het Nederlands. Dat leerde ze met logopedie en vooral heel veel doorzettingsvermogen.
En zo komt het dat je Cynthia makkelijk op café kan tegenkomen, druk in gesprek in haar horende kennissenkring. Anders dan veel andere mensen met dezelfde beperking heeft ze meer contacten buiten dan binnen de dovengemeenschap. Ze wil meetellen in de samenleving zoals haar vrienden. Maar dat is een dagelijks gevecht.
Veel horenden lijken bang om met haar een gesprek te voeren. Zodra ze merken dat Cynthia doof is, stopt zowat tachtig procent prompt de conversatie.
Het zet me aan het denken. Communicatie komt van het Latijn en betekent verbinding. Als een katholiek te communie gaat, treedt hij in verbinding met God. We herkennen het woord ook in het Engelse community, gemeenschap. Goede communicatie heeft niet altijd veel woorden nodig, maar wel de wil om te verbinden.
Een woord, een schouderklop of oogcontact openen voor Cynthia telkens een wereld die anders voor haar gesloten blijft.
Kan een campagne als 30 dagen stilte doven en horenden dichter bij elkaar brengen? Ik zou het hopen. Niet alleen voor de 60.000 doven en slechthorenden in Vlaanderen, maar ook voor die horenden die niet weten wat ze missen.