Renovatie kapel Kerselare blijft aanslepen
Scholen uit de Vlaamse Ardennen trekken in de meimaand – Mariamaand – te voet naar de kapel, enkele kilometer buiten het centrum van Oudenaarde. Ze zijn lang niet de enigen. Doorheen het jaar vinden gelovigen uit het hele land de weg naar de heuvel en in hun zog komen architectuurstudenten van heinde en ver zich vergapen aan de imposante betonnen constructie. 25.000 bezoekers op een jaar, het is een voorzichtige schatting.
Een luik in de aarde
De betonnen kapel met z'n reusachtig dak lijkt op een luik dat in de aarde is opengegaan en de bezoekers uitnodigt, opslokt. Het dak is op zijn beurt een verlengstuk van de Edelareberg, een uitroepteken er bovenop. Een ruimteschip, zo is het ook nog omschreven. Binnen opnieuw de confrontatie met het ongepolijste beton. Lichtinval, akoestiek, gonzende stilte.
In een Amerikaans basiswerk over religieuze architectuur worden er vier bladzijden aan gewijd.
'Brutalisme in de religieuze architectuur', zo heet het dan. Een Japans architectuurblad publiceerde onlangs een special over de architect, Juliaan Lampens. Ook daarin uitgebreid aandacht voor de kapel van Kerselare.
Aan buitenlandse bewondering geen gebrek - alleen jammer dat die in eigen land vaak zoek is.
Argwanende reacties
De kapel werd voltooid in 1966, een tijd waarin dergelijke betonstructuren opgang maakten. Het ontwerp van Juliaan Lampens werd gekozen uit tien inzendingen. Zowel de kerkfabriek als de bevolking reageerde eerst argwanend; veel inwoners van de Vlaamse Ardennen spraken er zelfs schande van.
Nog altijd wordt schamper verwezen naar 'de bunker'.
De kapel werd opgetrokken uit verticale betonplaten waarin de bekisting zichtbaar is. De technieken van betonbouw waren echter nog niet wat ze nu zijn, met als gevolg dat minder dan 50 jaar na de voltooiing een restauratie zich opdringt. Of eerder een reparatie? Het luistert nauw in dit dossier. Van de 6 projecten werden de 4 kleinere al goedkeurd - die gaan over bijvoorbeeld het meubilair en de ommegang. Over de twee grootste projecten - gebouw en dak- blijft de onenigheid groot.
Kiezen tussen twee oplossingen
Restaureren of repareren, dat is dus de hamvraag. De kerkfabriek, het Agentschap Onroerend Erfgoed en architectenbureau Freddy De Schacht moeten kiezen uit twee opties.
Optie 1: een restauratie waarbij het beton wordt vernieuwd en dus ook het uitzicht van de muren verandert - niet evident, het gaat tenslotte om een beschermd monument. Optie 2: een reparatie waarbij de betonbewapening wordt behandeld met stroomstoten. Een dergelijke elektrolyse wordt momenteel toegepast in de Boerentoren in Antwerpen. Volledige restauratie is het meest duurzaam, maar is ook het duurst. En daar zit het grootste probleem: wie zal dat bekostigen?
Tot de beslissing valt, blijft het dak onderstut, de gele stutpalen buiten én binnen zijn een vertrouwd zicht geworden. Ze lijken wel een hedendaagse aanvulling op dat 'brutalisme'.
Sowieso kan het nog jaren duren eer de werken beginnen.
De kapel blijft intussen toegankelijk voor bezoekers. In de meimaand zijn er bijna dagelijks Mariavieringen. Die verering gaat terug tot de 15de eeuw. Vanaf toen werden verscheidene mirakels toegeschreven aan een Mariabeeldje dat toen al duizenden pelgrims aantrok en dat nog altijd het hart vormt van de kapel van Kerselare.
Krokodil als symbool
In 1460 werd een eerste kapel ingewijd, in 1570 werd de kapel vergroot. Volgens de legende gebeurde dat in opdracht van de baron van Pamele (een wijk in Oudenaarde), nadat zijn vader in Egypte een aanval van een krododil had overleefd. De gebalsemde krokodil hing oorspronkelijk in de kapel, maar werd later vervangen door een houten exemplaar. Op 21 februari 1961 werd de kapel volledig vernield door een brand, alleen het Mariabeeldje werd gered. In 1965, een jaar voor de volledige voltooiing, werd de eerste eredienst opgedragen in de huidige kapel.