Het is nooit te laat om ons te bekeren, nooit!
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Elke dag krijgen we, spijtig genoeg, in het nieuws negatieve berichten: moorden, branden, rampen. In de evangeliepassage van vandaag, verwijst Jezus naar twee tragische gebeurtenissen die toen veel ophef hadden veroorzaakt: een bloedige onderdrukking door Romeinse soldaten in de tempel en de instorting van de toren van Siloam in Jeruzalem, die achttien doden had veroorzaakt (cf. Lc 13,1-5).
God straft en spaart
Jezus kent de bijgelovige mentaliteit van zijn toehoorders en weet dat ze dergelijke gebeurtenissen verkeerd uitleggen. Ze zijn inderdaad van mening dat het, als die mensen zo wreedaardig omgekomen zijn, Gods straf was om een zware fout die ze begaan hadden; bij wijze van spreken: Ze hadden het verdiend. En aan de andere kant betekent gespaard zijn zoveel als: goedgekeurd zijn. Zij verdienden het, ik ben goedgekeurd.
Nadenken over godsopvattingen
Jezus verwerpt deze visie heel duidelijk, want God gebruikt rampen niet om fouten te bestraffen en Hij bevestigt dat die arme slachtoffers niet slechter waren dan de andere. Hij nodigt veeleer uit in dergelijke pijnlijke feiten een waarschuwing aan alleman te zien, want allen zijn we zondaars. Hij zegt aan hen die Hem ondervroegen: Maar als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen (v. 3).
Ook vandaag kan het gebeuren dat, bij dergelijke ongelukken en droeve gebeurtenissen, de bekoring opkomt de verantwoordelijkheid op de slachtoffers af te wentelen of zelfs op God zelf.
Het Evangelie vraagt ons echter na te denken: tot welke opvattingen over God zijn we gekomen? Zijn we echt overtuigd dat God zo is of is dat niet veeleer onze projectie, een god gemaakt naar ons beeld en gelijkenis?
Totale ommekeer maken
Jezus van zijn kant vraagt ons hart te veranderen, een totale ommekeer te maken in het verloop van ons leven, door de compromissen met het kwade te verlaten – compromissen met het kwade sluiten we allemaal – de schijnheiligheid af te zweren – ik denk dat we allemaal een stukje schijnheiligheid hebben - en vastberaden de weg van het Evangelie op te gaan. Maar zie, opnieuw die bekoring om ons te verantwoorden: Maar waarvan zouden we ons moeten bekeren? Zijn we, alles wel overwogen, geen brave mensen? Hoe dikwijls hebben we dit niet gedacht: Alles tezamen ben ik toch een goede man, een goede vrouw – is dat niet waar? – zijn we geen gelovigen die bovendien ook nog praktiseren? En dan denken we dat we gerechtvaardigd zijn.
Genadejaar
Spijtig genoeg gelijkt ieder van ons sterk op een boom die, gedurende jaren, veel bewijzen heeft geleverd van zijn onvruchtbaarheid, Maar gelukkig voor ons, gelijkt Jezus op die wijngaardenier die met grenzeloos geduld, nog uitstel verkrijgt voor de onvruchtbare vijgenboom: Maar de man gaf ten antwoord: Heer, laat hem dit jaar nog staan (…) Misschien draagt hij het volgend jaar vrucht (v. 9). Een genadejaar: de tijd van het optreden van Christus, de tijd van de Kerk voor zijn glorierijke terugkomst, de tijd van ons leven, gemeten volgens het aantal vastentijden die ons geschonken worden als gelegenheid tot inkeer en verlossing, de tijd van een Jubeljaar van de Barmhartigheid.
Het onstuitbare geduld van Jezus! Hebben jullie als eens gedacht aan het geduld van God?
Hebben jullie al eens gedacht aan zijn onverminderde zorg voor de zondaars en hoe deze ons zou moeten brengen tot ongeduld met onszelf!
Het is nooit te laat om ons te bekeren, nooit!
Tot op het laatste ogenblik: het geduld van God verwacht ons.
Het is noot te laat om ons te bekeren, maar het is wel dringend!
Denk aan het verhaaltje van de heilige Teresia van het Kind Jezus, toen ze bad voor een ter dood veroordeelde man, een misdadiger die de troost van de Kerk niet wilde ontvangen, hij wees de priester af, hij wilde niet, hij wilde zo sterven. En in het klooster bad zij. En die man daar, precies op het ogenblik dat hij gedood zou worden, keerde zich naar de priester, greep het kruis en kuste het. Het geduld van God! Hij handelt zo ook met ons, met ons allemaal! Hoe vaak – we weten het niet, in de hemel zullen we het weten – hoe dikwijls staan we daar… Op het punt te vallen. En dan redt de Heer ons.
Hij redt ons omdat Hij veel geduld met ons heeft. Dat is zijn barmhartigheid.
Het is nooit te laat om ons te bekeren, maar het is wel dringend, het is tijd! Laten we vandaag beginnen.
Moge de Maagd Maria ons steunen, zodat we ons hart kunnen openen voor de genade van God, voor zijn barmhartigheid; zij moge ons helpen nooit de anderen te beoordelen, maar dat de dagelijkse ongelukken ons mogen brengen tot een ernstig gewetensonderzoek en tot bekering.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc