Omgaan met vreemden: een oeroud recept
De bejaarde vader van een goede vriendin is gestorven. We zitten in de kerk te luisteren naar hoe een volwassen kleinzoon ons zijn opa leert kennen. Dat de opa verhalen koesterde over wat ze samen beleefden en ze soms wel honderd keer opnieuw vertelde. Dat hij altijd opnieuw wilde horen waar de kleinzoon mee bezig was. Dat hij dat dan weer vertelde aan zijn kamergenoot in het ziekenhuis. Dat hij aan zijn kleinzoon dan weer het verhaal van die kamergenoot vertelde, want alle verhalen waren belangrijk en het leven bestond uit verhalen. De kleinzoon maakt zelf mooie reportages voor tv, dus hij heeft goed opgelet bij zijn opa.
Waar bompa kwam, waren er geen vreemden, zegt de kleinzoon.
Dat is nu net het geheim: spreek mensen aan, vraag ze iets en luister naar wat ze vertellen. Daarna is er geen sprake meer van vreemden. Dan zijn er gewoon twee mensen bij elkaar die een stuk(je) van hun leven delen en weer verder gaan.
Is die manier van omgaan met mensen iets van vroeger of moet je er een bepaald karakter voor hebben?
Ik herinner me dat mijn oma, die soms met de bus naar ons thuis kwam, na een busreis van een uur ook telkens een paar mensen had leren kennen over wie ze hele verhalen vertelde. Ze begon gewoon te praten met wie naast en tegenover haar zat en dat was altijd interessant.
Zou het te maken hebben met het feit dat je vroeger meer afhankelijk was van de hulp van vreemden als je vastliep, omdat er bijvoorbeeld nog geen mobiele telefoons waren?
Denken mensen nu sneller dat ze geen andere mensen nodig hebben? Of zijn ze minder geïnteresseerd in anderen?
Wie vreemde mensen aanspreekt, merkt al gauw dat elke mens zijn gelukjes en verdrietjes heeft, zijn zwakke en zijn sterke kanten, zijn hoop en zijn angst. Je gaat daardoor minder denken in veralgemeningen en vooroordelen, want je ziet hoe elke mens anders is en we toch allemaal mensen zijn. Misschien is het systeem van die bompa en mijn oma zo gek nog niet. Misschien heeft hun ingesteldheid ook in ons virtuele tijdperk nog altijd een plaats.
Want het doet deugd als er iemand naar je luistert en het is fijn om met iemand te praten.
Praten en luisteren werkt altijd. Soms kan het leven heel simpel zijn.