Hogere wiskunde en diepe grond van Maria's Onbevlekte Ontvangenis
Mensen denken vaak dat de Onbevlekte Ontvangenis van Maria betekent dat zij zonder zonde zwanger werd van Jezus, maar dat klopt niet. Dit dogma gaat over de conceptie van Maria zelf, hoe zij het leven ontving. Vandaar dat de Onbevlekte Ontvangenis (8 december) gevierd wordt negen maanden voor 8 september, wanneer de traditie haar geboorte viert.
Toen Maria begon te bestaan als kind van haar ouders (volgens de traditie zijn dat Anna en Joachim), was zij al verlost.
Waarom moet Maria geboren zijn zonder erfzonde en wat betekent dat?
Alle dogma’s zijn bedoeld om iets duidelijk te maken over Jezus Christus. Maar om de Onbevlekte Ontvangenis te begrijpen, moeten we eigenlijk beginnen bij de erfzondeleer. Ingewikkelde materie, ik waarschuw je.
De Kerk gaat ervan uit dat elke mens zondig geboren wordt, dit wil zeggen: deelheeft aan het mysterie van de vervreemding van God. Dan hebben we het niet over een zonde die wij begaan maar over wat wij meekrijgen door ons menszijn – getuige het woord erfzonde of zijn synoniem erfvlek waarnaar onbevlekt verwijst. In de Schrift zijn Adam en Eva de eerste mensen die gezondigd hebben (Genesis 3, waarna zij verjaagd werden uit het Paradijs) en die zonde erven wij allemaal over (Romeinen 5, 12-19). Het is Christus die ons daarvan verlost. Die verlossing gebeurt bij het doopsel, waar wij worden ondergedompeld in het sterven en verrijzen van Jezus en zo meteen ook de erfzonde wordt afgewassen.
Als Maria, de moeder van Christus, ook besmet zou zijn met deze erfzonde, dan zorgt dat voor een probleem. Want als het een zonde is die men bij het ontstaan als mens meekrijgt en als Christus echt mens is, is de conclusie dat ook hij die zonde meekrijgt. Tenzij dus zijn moeder die zonde niet heeft.
Van meet af aan heeft men gesteld dat Maria, als moeder van de Heer, gevrijwaard is van die smet waar andere mensen mee geboren worden.
(Uit die traditie is later de theorie voortgevloeid dat Maria vanaf haar conceptie verlost werd. Dit is ook nog een lange discussie geweest. Vele middeleeuwers dachten dat Maria verlost was vanaf haar geboorte. Maar de Kerk zegt dat de mens begint te zijn vanaf de conceptie. Als Maria dus niet besmet mag zijn, dan moet de vrijwaring gebeurd zijn vóór haar geboorte en van bij haar conceptie.)
De Catechismus van de Katholieke Kerk spreekt hier over een meer verheven wijze van verlost worden.
Je zou je natuurlijk kunnen afvragen waarom God niet simpelweg Jezus van de erfzonde gevrijwaard heeft.
Maar vrijwaring is verlossing, zagen we net. En Jezus kan niet verlost moeten worden, vermits hij niet alleen mens maar ook God is. God kan niet besmet worden met de erfzonde, want God is volledig goed. Zonde betekent bijna letterlijk afzondering van God. God kan niet afgezonderd zijn van zichzelf. Maria daarentegen is louter mens, en heeft dus wel verlossing nodig. Om de moeder van Christus te kunnen zijn, moet zij gevrijwaard zijn van deze smet van de erfzonde.
De denkbeweging vertrekt dus vanuit het respect voor de verhevenheid van Maria die moeder van God is.
Maria, uit wie de Messias wordt geboren, is meteen het beeld van de Kerk als Gods volk, dat God ten leven roept als een oase van goedheid en Godsverbondenheid, en als een dam tegen het kwaad.
Hoe de traditie groeide
De verering van Maria dateert van de eerste eeuwen na Christus. Eerst was er de eeuwenlange praktijk van verering en pas daarna is men dat theologisch en theoretisch gaan uitdiepen. Zo spreekt het Oosters christendom over haar als de Theotokos, diegene die God baart, bepaald op het Concilie van Efeze (431). Met dat dogma werd bepaald dat Maria niet enkel moeder van Jezus (als mens), maar ook de moeder van God was.
En veel later, op een hoogtepunt van Mariaverering (denk maar aan de vele Mariaverschijningen) halverwege de 19de eeuw, heeft paus Pius IX na raadpleging van de bisschoppen wereldwijd de Onbevlekte Ontvangenis als dogma afgekondigd (1854). Dit is meteen het eerste dogma dat niet eerst door een concilie werd geformuleerd waarna het door de paus bekrachtigd wordt. Het gaat hier overigens over een traditie van de Katholieke Kerk. In het protestantisme wordt dit dogma afgewezen omdat er geen rechtstreekse Bijbelse referentie voor is.
Mysterie van mens die God baart
Zowel de Theotokos als de Onbevlekte Ontvangenis hebben met hetzelfde mysterie te maken, namelijk: hoe kan je zeggen dat een mens God baart?
Is Maria dan een godin?
Nee, dit heeft net te maken met het mysterie van God die mens wordt en als mens geboren wordt. Maar dan is zijn menselijke moeder natuurlijk niet de eerste de beste. Uit dat geloof groeide de verering van Maria, de Mariacultus, zonder van haar een godin te maken. Dat is een grens die streng bewaakt moet worden, al durf ik niet zeggen dat de volksdevotie die nooit overschreden heeft.
Wil Jezus Christus helemaal mens zijn en helemaal God (niet afgezonderd van God, dus zonder zonde), dan kan hij niet besmet zijn met de erfzonde. En dus moet de vrouw van wie hij het leven krijgt, gevrijwaard zijn van de erfzonde in heel haar zijn: dus vanaf haar conceptie.
Helemaal mens en toch helemaal God
Het is lastig dit te verklaren zonder diep in te gaan op de existentiële onderlaag van dit probleem, namelijk dat de christenen volmondig willen zeggen dat Jezus mens was. Hij was geen schijnmens, geen God die even op aarde gewandeld heeft. Maar wij willen tegelijkertijd ook volmondig zeggen dat die mens God was.
Er was geen verschil tussen Jezus en God.
Daar is in de eerste eeuwen heel wat over gediscussieerd tot in 451 op het Concilie van Chalcedon werd afgekondigd dat Jezus volledig mens én volledig God was. Hij is God die mens wordt.
Dit is het grote mysterie van het christendom waarin wij verschillen van het jodendom en de islam, de andere twee monotheïstische godsdiensten: dat God mens wordt.
Maar omdat we zeggen dat God mens geworden is, moeten we natuurlijk ook consequent zijn in wat we zeggen over de moeder van Jezus. Dat ze menselijk is, want anders zou hij niet mens zijn. Maar dat ze niet het tekort van de mens tegenover God waarin élke mens afgezonderd is van God, namelijk de erfzonde, meegeeft aan haar zoon. Anders zou hij niet God zijn.
Een eeuw later is trouwens nog een Mariadogma afgekondigd, Maria Tenhemelopneming, het feest van 15 augustus. Dit is een logisch gevolg uit het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Als Maria namelijk niet met de erfzonde besmet is, dan hoeft zij niet lichamelijk te sterven zoals wij. De lichamelijke dood doet slechts zijn intrede met de erfzonde. Vandaar dat Maria na haar dood niet zoals wij in haar lichamelijkheid naar de slaaptuin (de oorspronkelijke betekenis van cimetière, van het Griekse koimeterion) moet gaan in afwachting van de lichamelijke opstanding van de doden aan het einde der tijden. Maria wordt onmiddellijk met lichaam en ziel ten hemel opgenomen – waarbij toch ook weer het verschil met Christus blijft die symbolisch op eigen goddelijke krachten ten hemel vaart.
Blijft dit een beetje klinken als hogere wiskunde voor heel gelovigen? Dat is het misschien ook wel…
Het is echter vooral B zeggen als je eerst A hebt gezegd… En die A is altijd dat in Jezus God zelf mens is geworden.