Hopen betekent leren leven in verwachting en zo het leven vinden
Geliefde broers en zussen, goedendag!
In de voorbije catecheses zijn we onze tocht over het thema van de christelijke hoop begonnen door, in dat perspectief, enkele bladzijden uit het Oude Testament opnieuw te lezen. Nu willen we de schijnwerpers richten op de buitengewone draagwijdte van deze deugd in het Nieuwe Testament, bij de ontmoeting met de nieuwheid van Jezus Christus en door het paasgebeuren. De christelijke hoop.
Wij, christenen, zijn vrouwen en mannen van hoop.
Dat blijkt al heel duidelijk vanaf de eerste tekst die geschreven werd, met name de eerste brief van de heilige Paulus aan de christenen van Tessalonica. In de passage die we gehoord hebben bespeurt men heel de frisheid en de schoonheid van de eerste christelijke verkondiging. De gemeenschap in Tessalonica is jong, pas gesticht; en toch ondanks de moeilijkheden en de vele beproevingen, is ze vast geworteld in het geloof en viert ze met geestdrift en vreugde de verrijzenis van de Heer Jezus. Vandaar dat de apostel zich van ganser harte verheugt om allen die herboren worden in het Pasen en allen kinderen zijn van het licht, kinderen van de dag (5,5) door de volledige verbondenheid met Christus.
Geloven in de opstanding van de doden
Op het ogenblik dat Paulus aan de gemeente van Tessalonica schrijft, is deze pas gesticht en slechts enkele jaren zijn verlopen sinds het Pasen van Christus. Daarom tracht de apostel begrip op te wekken voor de uitwerking en de gevolgen die dit unieke en beslissende gebeuren, de verrijzenis van de Heer, heeft voor de geschiedenis en voor het leven van iedereen. Het probleem was niet zozeer de verrijzenis van Jezus te aanvaarden, allen geloofden erin, maar te geloven in de opstanding van de doden. Goed, Jezus is verrezen, maar het probleem was te geloven dat de doden opstaan. In dat opzicht is die brief heel actueel.
Telkens wanneer we geconfronteerd worden met onze eigen dood of met de dood van een dierbare, ervaren we dat ons geloof op de proef wordt gesteld. Al onze twijfels komen naar boven, heel onze broosheid en we stellen ons de vraag: zal er echt leven zijn na de dood…?
Zal ik de mensen terug zien en kunnen omhelzen die ik liefhad…? Enkele dagen geleden tijdens een audiëntie stelde een vrouw mij deze vraag, uiting van haar twijfel: Zal ik mijn dierbaren terugzien? Ook wij hebben, in de huidige situatie, er nood aan om terug te keren naar de wortels en fundamenten van ons geloof om zo bewust te worden van wat God voor ons in Jezus Christus heeft bereid en wat onze dood betekent. We zijn allen enigszins bang voor die onzekerheid van de dood. Ik denk nu terug aan een oud baasje, een dappere, die zei: Ik ben niet bang voor de dood. Ik ben alleen een beetje bang als ik hem zie naderen. Dat was zijn angst.
De helm van de hoop
Paulus nodigt de gemeenschap uit om, ondanks angst en twijfel, rechtop te blijven door op het hoofd, vooral in de beproeving en op de meest moeilijke momenten van ons leven, als het ware een helm te dragen de hoop van de verlossing. Dat is een helm. Dat is wat de christelijke hoop is. Wanneer over hoop gesproken wordt, kan de neiging bestaan ze te verstaan volgens het gangbare gebruik van de term, dat wil zeggen als verwijzend naar iets moois dat we verlangen en dat we al dan niet kunnen verwerven. We hopen dat het lukt, dat is het verlangen. Men zegt bijvoorbeeld: Ik hoop dat het morgen mooi weer is! Maar we beseffen dat het morgen ook slecht weer kan zijn… De christelijke hoop is zo niet. De christelijke hoop is verwachting van iets dat al gebeurd is. De deur is er en ik hoop die deur te bereiken. Wat moet ik doen? Naar de deur gaan! Ik ben zeker dat ik tot bij de deur zal komen.
Zo werkt de christelijke hoop: de zekerheid hebben dat ik op weg ben naar iets dat er is, niet iets dat ik zou willen dat het er is. Dat is de christelijke hoop.
De christelijke hoop is de zekerheid over iets dat al vervuld is en dat voor elk van ons werkelijkheid zal worden. Ook onze opstanding en die van onze dierbare overledenen. Dat is dus niet iets dat evengoed kan gebeuren als niet gebeuren. Het is een zekere werkelijkheid omdat ze steunt op het gebeuren van de verrijzenis van Christus.
Hopen betekent dan ook: leren leven met verwachting. Leren leven in verwachting en zo het leven vinden.
Wanneer een vrouw vaststelt dat ze in verwachting is, dan leert ze elke dag leven met de verwachting de blik te zien van het kind dat verwacht wordt. Zo moeten ook wij leven en leren van menselijke verwachtingen en leven in de verwachting de Heer te zien, de Heer te ontmoeten. Dat is niet makkelijk, maar men kan het leren: leven in verwachting. Hopen betekent en veronderstelt een nederig hart, een arm hart.
Alleen een arme kan verwachten. Wie vol is van zichzelf en van zijn bezittingen is niet bij machte zijn vertrouwen in iets anders te stellen dan in zichzelf.
Bidden voor onze geliefde doden
De heilige Paulus schrijft verder: (Hij) die voor ons gestorven is, opdat wij, wakend of al ontslapen, met Hem verenigd zouden leven (1 Tes 5,10). Deze woorden zijn altijd reden voor grote troost en vrede. We worden opgeroepen te bidden voor de geliefde mensen die ons hebben verlaten opdat ze in Christus zouden leven en echt verbonden zouden zijn met ons. Iets wat mijn hart telkens opnieuw raakt, is een uitdrukking van de heilige Paulus gericht aan de Tessalonicenzen. Het vervult mij met de zekerheid van de hoop: En zo zullen wij voor altijd samen zijn met de Heer (1 Tes 4,17). Mooi is dat.
Alles gaat voorbij, maar na de dood zullen we voor altijd met de Heer zijn. Dat is de volledige zekerheid van de hoop.
Dezelfde hoop die veel eerder Job deed uitroepen: Want ik weet, ik ben er zeker van: mijn verdediger leeft, tenslotte zal Hij deze wereld binnentreden (…) Aan mijn zijde zal ik Hem zien, met eigen ogen; ik sterf haast van verlangen.” (Job 19,25.27). Zo zullen we voor altijd met de Heer zijn. Geloven jullie dit? Ik stel jullie de vraag: geloven jullie dit? Om er wat kracht bij te zetten nodig ik jullie uit het driemaal samen met mij te zeggen: En zo zullen wij voor altijd samen zijn met de Heer. En daar bij de Heer zullen we elkaar ontmoeten.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc