'Volare' - Afscheid van mijn vader
Mijn vader droomde ervan om te kunnen vliegen als een vogel. Hoog in de lucht, vrij en vrolijk, van bovenaf neerkijkend op het menselijk gewriemel.
Als kind hoorde ik hoeveel verlangen er sprak uit die dagdroom.
Mij leek het maar niks. Daarboven waaide er vast een harde, koude wind. Ik had op de begane grond al moeite genoeg om de weg terug te vinden, dat zou in de lucht alleen maar erger worden. En van zwaaien en buitelen werd ik beslist nog misselijker dan wat ik steevast bij elke busrit ondervond.
Maar de ogen van mijn vader glansden als hij erover sprak. Mijn rustige, stipte vader die nooit iets onverwachts deed, was in het diepst van zijn gedachten een vrije zwaluw.
Mijn vader is nooit weggevlogen, hij was er altijd.
Samen speelden we landverkoper met een mes in de aarde, legden we een herbarium aan, verdiepten we ons in de Bijbel. Altijd wisselden we over alles van gedachten.
Hij nam mij serieus en dat deed mij groeien.
Hij bleef een vanzelfsprekende aanwezigheid in mijn leven. Hij werd 70 en 80 en 90 en er leek geen einde aan te komen. Alleen werd hij de laatste maanden brozer en doorschijnender, alsof hij stilaan vervluchtigde.
Tot hij op tweede kerstdag in zijn slaap naar de hemel vloog.
Het lievelingsliedje van mijn vader is Volare. Het gaat over al je zorgen achterlaten en samen met wie je lief is wegvliegen naar een oneindig blauwe hemel. Het ritme wiegt je mee op de zachte cadans van de wolken. Wij luisteren er keer op keer naar, ook al weten we dat mijn vader nooit meer tussen ons zal landen. Want hij zweeft nu in de zachte armen van God, met een ziel als een vogel zo vrij.