Kerk in Zweden is plaats van integratie ~ kardinaal Arborelius
Op 28 juni 2017 werd de Zweedse karmeliet Anders Arborelius door paus Franciscus kardinaal gecreëerd. De eerste Zweedse kardinaal ooit. Tegelijk eerste Zweedse bisschop van het enige Zweedse bisdom.
U wilde graag het interview in het Nederlands doen. Hoe komt het dat een Zweedse kardinaal zo goed Nederlands spreekt?
Kardinaal Arborelius • In de jaren ‘70 heb ik 4 jaar in Brugge filosofie en theologie gestudeerd. Ik ben in ‘71 bij de karmelieten in Zweden ingetreden, een stichting van de Vlaamse karmelieten. Eerst heb ik in Zweden een beetje Vlaams geleerd en daarna ben ik naar hier gekomen voor mijn eerste studies.
Ik fietste elke dag van het klooster naar het seminarie. Het was een mooie tijd. We hebben bijvoorbeeld kardinaal Danneels als professor gehad. Ik ken nog iedereen die met mij gestudeerd heeft. Zoals de bisschop van Antwerpen Johan Bonny.
U was de eerste Zweed die intrad bij de Vlaamse karmelieten.
Ja, sommige karmelieten dachten dat ze in Zweden een rustig semi-eremitisch leven konden leiden. Zweden is een van de meest geseculariseerde landen. Ze dachten dat er wel geen belangstelling zou zijn voor spiritualiteit en gebed. Het waren de jaren ‘60.
Maar dat draaide helemaal anders uit. Er was juist een grote belangstelling, zowel bij katholieken en protestanten als bij niet-gelovigen.
Wat trekt de mensen aan in de karmelitaanse spiritualiteit?
Dat het zo eenvoudig is, zo naakt. Het is alleen God. God kan je overal ontdekken. Ook in de nacht, in moeilijkheden, in ons dagelijks leven.
Het leven in aanwezigheid van God is voor iedereen mogelijk en voor iedereen een genade. Het gebed is niet iets wat we doen, het is iets wat we krijgen. De aanwezigheid van God komt ons toe.
Als we ons hart openen, kunnen we altijd bij Hem verblijven omdat Hij verblijft bij ons.
Johannes van het Kruis is zelfs populair in Zweden. Toch geen gemakkelijke lectuur.
Zijn Donkere nacht is de bestseller van onze uitgeverij in Zweden. Veel mensen kunnen zich identificeren met het begrip van de Donkere nacht. Onze winter is donker. Er is ook duisternis in de zielen van vele mensen.
Johannes van het Kruis toont dat ervaringen van eenzaamheid en duisternis het werk van God kunnen zijn om je te bevrijden van verlangens en om je te openen voor iets dieper.
We hebben ervaring met protestanten die dichter bij het katholieke geloof en de kerk komen door de Karmel. Het schept oecumenische mogelijkheden.
U bent consultor voor de raad van de eenheid. Welke oecumenische wegen wilt u zelf bewandelen?
Op 2 domeinen kunnen we veel samen doen: spiritualiteit en sociaal engagement. Natuurlijk zijn er dogmatische moeilijkheden en ethische vragen. Maar als we op een paar vlakken elkaar vinden in de dialoog, dan kunnen we misschien ook elders vooruitgang boeken.
Dat was ook de bedoeling van de ontmoeting van de paus in Lund met Lutherse vertegenwoordigers. Als we het gemeenschappelijke benadrukken, kunnen we van daaruit samenwerken.
Het oecumenische enthousiasme is de de laatste jaren wel wat bekoeld.
Natuurlijk zijn er moeilijkheden. Sommigen zijn gefrustreerd omdat het niet verder gaat. De protestanten verlangen bijvoorbeeld dat we samen ter communie zouden kunnen gaan. Maar dat is voor ons nog niet mogelijk.
Er zijn ook nieuwe moeilijkheden. De Lutherse kerk heeft in Zweden bijvoorbeeld de liturgische viering ingevoerd voor het huwelijk van mensen met hetzelfde geslacht.
Katholieken zijn in Zweden al lang een kleine minderheid. In Vlaanderen is dat een vrij nieuw fenomeen. Wat kunnen de Vlaamse katholieken leren van de Zweden?
Het is belangrijk om het geloof te ontvangen als een persoonlijke gave van de Heer. De persoonlijke godsrelatie en het evangelie hebben dezelfde kracht. Het hangt niet af van het aantal mensen.
Een persoonlijke verhouding met God beleven is soms gemakkelijker in een minderheidssituatie.
Dat vertellen mensen me die uit grote katholieke landen als Polen naar Zweden komen. Anders bestaat het risico dat we alleen maar meegaan met de mensen.
Het is ook gemakkelijker om de parochie als een gezin te ervaren als de groep kleiner is.
Katholieken die naar Zweden komen, zeggen dat hun uitdaging eruit bestaat om hun geloof te verdiepen. Anders zou het verdwijnen.
Als je leeft tussen zoveel mensen die niet in God geloven, dan moet je sterk staan in het gebed. Anders hou je het niet vol.
Het is mogelijk om mensen in deze persoonlijke godsrelatie binnen te voeren.
Onze situatie is natuurlijk meer hoopvol omdat we een groeiende kerk zijn. Dankzij de migratie. In Vlaanderen is het omgekeerd. Dat is voor veel mensen moeilijk.
Wat zijn de uitdagingen van de kerk in Zweden?
De vele katholieken opvangen die uit andere landen komen. Soms uit tragische omstandigheden zoals in Syrië.
Maar 20% van de katholieken en van de 160 katholieke priesters in Zweden is Zweeds.
De andere zijn vooral Polen, maar er zijn ook veel Oosterse katholieken. 15 van onze priesters behoren tot de Oosterse ritus: Chaldeeërs, Maronieten, Melkieten, Armeniërs, Oekraïners.
Onze katholieke pluraliteit is een rijkdom. Maar het is ook een opgave om al die mensen samen te houden en katholieke eenheid te scheppen.
We hebben bijvoorbeeld redelijk wat Zweedse bekeerlingen. Vooral bij hoger opgeleiden. Maar die vinden niet altijd aansluiting bij een parochie omdat de mensen daar een andere taal spreken en uit een andere cultuur komen.
Het is tegelijk een vreugde om te zien dat zoveel mensen van verschillende achtergronden kunnen samenwerken.
Ook niet-katholieken merken op dat de katholieke kerk in Zweden een plaats is waar mensen kunnen integreren.
Want er is in Zweden een grote segregatie. Stockholm is een gesegregeerde stad. Waar de immigranten wonen, daar gaan de Zweden weg. Er is ook een sterke nationalistische beweging. De groeiende afstand is een gevaar voor de toekomst.
Karmelieten zijn geroepen tot een biddend leven. Hoe ervaart u de combinatie met uw ambt als bisschop en kardinaal?
Ik heb altijd gezegd: in de Karmel heb ik geprobeerd om de wil van God te doen, dat moet ik in mijn andere opdrachten ook proberen.
Ik moet gelegenheden scheppen voor stilte, geestelijke lezing en gebed. Voor mij lukt dat meestal ‘s morgens. Dan draag ik ook het habijt. Zo’n uiterlijk teken helpt. Eerst ben ik volop karmeliet, daarna word ik uitgezonden.
Ook dan moet ik proberen in de aanwezigheid van de Heer te blijven en altijd met Hem verbonden te zijn. Iedere dag moet je dat proberen. Soms lukt het meer en soms minder.
Het leven in het klooster heeft me geholpen om afstand te bewaren tot de problemen. Elke avond leg ik alle onopgeloste zaken in de handen van de Heer.
Hebt u tips voor leken die in een druk leven ruimte willen maken voor een diepe spiritualiteit?
Eerst moet je natuurlijk de aanwezigheid van God beleven.
Je leeft altijd in Zijn aanwezigheid, ook als je niet altijd aan Hem denkt.
Veel mensen zien het gebed als iets van het denken. Terwijl je het hart moet laten spreken. Ik vergelijk het met iemand liefhebben. Als je van iemand houdt, dan is die persoon je altijd nabij, ook als je hem of haar niet ziet.
Als je werkelijk in deze aanwezigheid leeft, dan zie je de werkelijkheid op een andere manier. Je werk is dan niet alleen wat je doet, het is wat je voor God doet. De mensen die je ontmoet zijn van God gezonden, ook als ze moeilijk doen of als ze niet goed gezind zijn.
Alles wat gebeurt, is met God verbonden. Als je dat beseft, dan is het mogelijk innerlijke vrede te bewaren.
Soms zijn er natuurlijk moeilijke momenten, er is veel te doen, je kan niet alles doen, je zou meer willen kunnen doen. Maar je kan niet alles doen. Je kan niet alle problemen oplossen. Je kan niet iedereen tevredenstellen. Dagelijks moet je in die armoede leven.
Maar niet zonder de Heer te danken. Ook voor de moeilijkheden en de dingen die we niet verstaan.
Dan kan je ook in een druk leven verbonden blijven met de Heer en de kleine momenten gebruiken die zich aandienen. Wat doe je als er niets gebeurt?
Als iemand te laat komt. Ben je dan geïrriteerd? Of zeg je: O Heer, nu heb ik een klein moment voor U.
Zweden en Vlaanderen zijn geseculariseerde landen. Hoe kunnen mensen die God niet kennen komen tot die ervaring van aanwezigheid?
Ik zei eens aan een journalist die berichtte over kindermisbruik: soms zijn journalisten de stem van God. Omdat ze ons oproepen tot omkeer. Hij was verwonderd: hoe kan ik de stem van God zijn als ik niet in Hem geloof? Maar een hard woord kan ook een profetisch woord zijn en een genade van God.
We moeten het goede in elke mens zien en ons afvragen: waar komt dat goede vandaan?
Waarvoor is hij open? Je wil de armen dienen? Waarom? Misschien is het Gods gave. Je wil voor de waarheid opkomen en verschrikkelijke dingen openbaar maken. Hoe komt dat? Misschien heb je van God de opgave gekregen om dat te doen. Je kan de wil van God doen en dan geleidelijk aan beseffen dat het van Hem komt.
Maar het is ook onze armoede. We kunnen niet alle mensen helpen om God te ontdekken. We kunnen wel een kleine vraag in hun hart planten.
Hebt u nog een bemoedigend woord voor de vasten?
De 40-dagentijd is een tijd van vreugde. Omdat we naar Pasen toeleven. Het is geen droevige tijd. Het is een tijd van hoop en verlangen.
We kunnen God ook in de moeilijkheden en de armoede ervaren. Hij is altijd bij ons.