Jezus Christus is de enige die ons doet herboren worden!
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Vandaag zou ik willen stilstaan bij het paastriduüm dat morgen begint om wat verdieping te brengen rond datgene wat die meest belangrijke dagen van het liturgische jaar voor ons gelovigen betekenen. Ik zou jullie een vraag willen stellen: wat is het belangrijkste feest van ons geloof, Kerstmis of Pasen? Pasen, want dat is het feest van onze verlossing, het feest van Gods liefde voor ons, het feest, de viering van zijn dood en verrijzenis. Hierom zou ik met jullie over dat feest willen nadenken, over deze dagen die paasdagen zijn tot aan de verrijzenis van de Heer. Die dagen vormen de gevierde gedachtenis van één enkel groot en enig mysterie: de dood en verrijzenis van de Heer Jezus. Het triduüm begint morgen met de mis van het Avondmaal van de Heer en wordt besloten met de vespers van paaszondag. Daarna komt tweede paasdag: een feestdag meer. Maar dat is een postliturgisch gezinsfeest, een feest voor de maatschappij. Pasen duidt de fundamentele stappen aan van ons geloof en van onze roeping in de wereld. Alle christenen worden geroepen om deze drie heilige dagen – donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag – te vieren. Zaterdag dat is de verrijzenis.
Die drie heilige dagen vormen voor de christenen als het ware “de gietvorm” van hun persoonlijk en gemeenschappelijk leven, ze verwijzen naar de uittocht uit Egypte van onze joodse broeders.
Deze drie dagen confronteren het christenvolk met de grote daden van verlossing door Christus gesteld. Zo krijgen we zicht op onze toekomst en wordt ons getuigenis in de geschiedenis bevestigd.
Christus is verrezen!
Op paasmorgen – we overlopen de stappen van het triduüm – weerklinkt in de sequentie – dat wil zeggen in een hymne of soort psalm – de plechtige aankondiging van de verrijzenis. Het klinkt zo: Mijn hoop, mijn Christus in leven! Zie Hij gaat u voor naar Galilea. Dat is de grote uitspraak: Christus is verrezen. Vele mensen in de wereld, vooral in Oost – Europa, groeten elkaar tijdens de paasdagen niet met goedendag, goede avond maar met Christus is verrezen – dat is de grote paasgroet. Christus is verrezen. Die woorden vol ontroerd gejuich zijn het hoogtepunt van het triduüm. Deze woorden zijn niet alleen een boodschap van vreugde en hoop, maar ook een oproep tot verantwoordelijkheid en inzet.
Het paasfeest eindigt niet met de paashaas, de paaseieren en de feestelijkheden. Dat is mooi want het is een familiefeest.
Maar zo wordt het niet beëindigd. Met de boodschap: Christus is verrezen, begint dan de weg van de zending. Die boodschap, waarop het triduüm ons voorbereidt, is het centrum van ons geloof en van onze hoop. Het is de kern, de aankondiging – of met een moeilijk woord – het kerygma dat de Kerk voortdurend evangeliseert en dat haar tot evangelisatie zendt.
Herboren worden in het doopsel
De Heilige Paulus vat het paasgebeuren met deze woorden samen: Christus ons paaslam is geslacht (1 Kor 5,7). Als een lam is Hij geslacht. Daarom – zo gaat hij verder - het oude is voorbij, het nieuwe is al gekomen (2 Kor 5,17). Herboren. Daarom worden op Pasen, van in het begin, de mensen gedoopt. In de nacht van komende zaterdag zal ik hier, in Sint-Pieter, acht volwassenen dopen die het christelijk leven aanvatten. Alles begint dan, want ze worden opnieuw geboren. Met een andere samenvattende uitspraak legt de Heilige Paulus uit dat Christus is overgeleverd om onze misslagen en opgewekt om onze rechtvaardiging (Rom 4,25).
De enige die ons rechtvaardigt, de enige die ons doet herboren worden, is Jezus Christus. Niemand anders.
En hiervoor moet men niets betalen, want gerechtvaardigd worden – rechtvaardigen worden – is gratis. Dat is de grootsheid van de liefde van Jezus: Hij geeft ons gratis leven om ons heilig te maken, om ons te vernieuwen, om ons vergiffenis te schenken. En dat is de eigen kern van het paastriduüm. Het paastriduüm, de gedachtenis van dit fundamentele gebeuren, is een viering vol dankbaarheid en tegelijk hernieuwt ze in de gedoopten de zin van hun nieuwe staat, die de apostel Paulus als volgt verwoordt: Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, (…) Zint op het hemelse, niet op het aardse (Kol 3,1-3).
Naar boven kijken, naar de einder uitzien, de einders verruimen: dat is ons geloof, dat is onze rechtvaardiging, dit is de staat van genade!
Door het doopsel zijn wij inderdaad met Christus verrezen en zijn we dood voor de zaken en voor de logica van de wereld. We zijn herboren als nieuwe schepselen: een werkelijkheid die dag na dag concrete leefwijze moet worden.
Over zondaars en schijnchristenen
Als een christen zich werkelijk door Christus laat wassen, als men zich door Hem laat bewegen om de oude mens af te leggen en een nieuwe levensweg aan te vatten, dan kan men niet meer bederven - ook al blijft men zondaar – want dat zijn we allen. De rechtvaardiging door Christus redt ons van het bederf. We zijn zondaars, maar niet bedorven. De dood bewoont onze ziel niet langer en we kunnen ook geen oorzaak van dood meer zijn. Hier moet ik iets droevig en pijnlijk zeggen…Er bestaan schijnchristenen. Dat zijn zij die zeggen: Jezus, is verrezen, ik werd door Jezus gerechtvaardigd, ik sta in het nieuwe leven, maar ik leef een verdorven bestaan. Die schijnchristenen gaan een kwade toekomst tegemoet.
Een christen, ik herhaal het, is een zondaar – dat zijn we allen, ook ik - maar we hebben de zekerheid dat de Heer ons vergiffenis schenkt wanneer we om vergiffenis vragen.
De bedorven mens doet alsof men een eerbaar iemand is, maar uiteindelijk, in het hart is er bederf. Het is Jezus die ons een nieuwe leven schenkt. Een christen kan niet leven met de dood in de ziel en kan ook niet langer oorzaak van dood zijn. Denken we maar hier dicht bij huis – we hoeven niet ver te gaan – aan de zogenaamde christelijke mafiosi. Daaraan is niets christelijks: ze noemen zich christen, maar dragen de dood in zich en naar de anderen. Laten we voor hen bidden. Dat de Heer hun ziel mag raken. De naaste, vooral de kleinste en meest lijdende, is het concrete gelaat waaraan we de liefde moeten schenken die Jezus aan ons gegeven heeft. De wereld is de ruimte voor het nieuwe leven van de verrezenen. We zijn met Jezus verrezen. Rechtop, met opgeheven hoofd kunnen we de vernedering delen van hen die ook vandaag nog, zoals Jezus, lijden, naakt zijn, behoeftig zijn, verlaten zijn, dood zijn, om dank zij Hem en met Hem, werktuigen te worden van bevrijding en van hoop, tekenen van leven en van verrijzenis. In veel landen – hier in Italië en ook in mijn vaderland – bestaat de gewoonte dat de moeders, de grootmoeders, wanneer op paasdag de klokken luiden, de kinderen hun ogen met water laten wassen, met het water van het leven, als teken dat men de dingen wil bekijken zoals Jezus, de nieuwe dingen.
CLaten we bij gelegenheid van dit Pasen onze ziel wassen, de ogen van de ziel wassen, om de mooie dingen te zien en de mooie dingen te doen. Dat is wonderbaarlijk!
Dat is precies de verrijzenis van Jezus na zijn dood, die de prijs was om ons allen te redden.
De mateloze vreugde van de verrijzenis
Geliefde broers en zussen, laten we ons klaar maken om het komende heilige triduüm – het begint morgen – goed te beleven en zo steeds dieper in het mysterie van Christus door te dringen, Hij die voor ons gestorven en verrezen is. Moge de heilige Maagd ons op deze geestelijke weg begeleiden. Zij volgde Jezus tijdens zijn lijden – zij was er bij, ze zag het en leed- zij was aanwezig en verenigd met Hem onder het kruis. Ze schaamde zich niet om haar zoon. Een moeder schaamt zich nooit om haar kind! Zij was daar en ontving in haar hart de mateloze vreugde van de verrijzenis. Dat zij voor ons de genade bekomt dat we innerlijk betrokken zouden worden bij de vieringen van de komende dagen zodat ons hart en ons leven er werkelijk door veranderd worden.
Ik vertrouw jullie deze gedachten toe en wens ieder van jullie een blij en heilig Pasen, samen met jullie gemeenschappen en met jullie dierbaren.
Ik geef jullie deze raad: laat de kinderen op paasmorgen hun ogen met kraantjeswater wassen. Het zal een teken zijn om te kijken zoals de verrezen Jezus.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc