Het lied waarmee Aretha Franklin de kerk vol deed lopen
Met haar album Amazing Grace, dat op één weekend werd opgenomen met live publiek in een baptistische kerk in Los Angeles, haalde gospelzangeres Aretha Franklin twee gouden platen. Het werd de best verkochte gospelplaat ooit. Naast het titelnummer, een cover van een onverslijtbaar slavernijlied, is Mary, don't you weep toch wel de moeite om nog eens te beluisteren.
In goede baptistische stijl nodigt de dominee Aretha Franklin uit op het podium. Meteen wordt het ritme gezet, dat zal aanzwellen en opzwepen tot het einde. Het lied gaat over de opwekking van Lazarus uit de dood, zoals verteld in het evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 11. Lazarus is de broer van Maria en Marta, heel goede vrienden van Jezus. Maria verwijt Jezus: Heer, als U hier was geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn.
De zangeres brengt het verhaal bijna als een theaterstuk. Eerst schetst ze de situatie. Het koor verpersoonlijkt de rouwende menigte in het verhaal. Ze proberen haar te troosten: Ween niet. Maar ze weten nog niet welk mirakel zich hier zal voordoen. Maria's wanhoop weerklinkt in de geëxalteerde hoogten van Aretha's stem. Bij de reactie van Jezus komt ze tot bedaren: Waar heb je hem neergelegd? En even later: Lazarus, sta op!
Ze gaat helemaal het dak uit als ze zingt: Lááázarus stond op en kwam naar buiten, levend en wel. De menigte blijft scanderen: Maria, ween niet! In de zevende minuut legt Aretha het lied zachtjes neer: Maria, je hoeft niet te rouwen.
In de Verenigde Staten deed Aretha Franklin kerken weer vollopen, zo schreef The New York Times vorige week bij haar overlijden op donderdag 16 augustus. Bij ons is er een andere zanger die dergelijke kerkdiensten wel zou kunnen waarderen. Niet, Raymond van het Groenewoud?