Bruggen bouwen voor de vrede
In Bologna is gisteren zondag het jaarlijkse interreligieuze gebed voor de vrede ‘in de geest van Assisi’ van start gegaan. Sinds paus Joannes Paulus II in oktober 1986 religieuze wereldleiders in Assisi bijeenbracht voor een Wereldgebedsdag voor de vrede, organiseert de internationale lekengemeenschap Sant’Egidio elk jaar in een andere Europese stad zo’n gebeds- en vredesontmoeting. Dit jaar is de Italiaanse universiteitsstad Bologna aan de beurt, waar ‘don Matteo’ Maria Zuppi - de allereerste priester die binnen de gemeenschap van Sant’Egidio zijn roeping vond – intussen aartsbisschop is. De openingsplechtigheid in het stedelijke congrescentrum werd voorgezeten door Hilde Kieboom. Zij is internationaal vicevoorzitter van Sant’Egidio. Opgemerkte sprekers waren onder meer grootimam Ahmad al-Tayyeb van de Al-Azharuniversiteit in Caïro, patriarch Ignaas Ephrem II Karim van de Syrisch-orthodoxe Kerk en voorzitter Antonio Tajani van het Europese Parlement en voormalig Europees Commissievoorzitter Romano Prodi.
De huidige internationale crisis is niet zozeer politiek of economisch maar in de eerste plaats een ‘zin-crisis’. Romano Prodi
Als mensen het echt willen is er geen brug nodig
Bologna wordt gekenmerkt door de opeenvolgende portalen van de gaanderijen die je overal de stad terugvindt en die samen de bruggen vormen waar zowel het thema als het logo van deze internationale bijeenkomst naar verwijst. De Franse opperrabbijn Haim Korsia ging met enkele typisch joodse wijsheden verder in op dat thema. Het is wat paradoxaal dat aan een rabbijn gevraagd wordt over bruggen te spreken, merkte Korsia lachend op, want toen het Volk van Israël uit Egypte vluchtte, heeft het geen brug over de zee moeten bouwen; de zee ging voor hen open. Als mensen het willen hebben ze dus niet eens een brug nodig om van de ene kant naar de andere te trekken.Als je een kloof wil overbruggen, moet je vooral over de angst voor het andere of voor de andere heen kunnen stappen. De kloof situeert zich waar wij blijven haperen, waar wij niet overheen durven. Met Sant’Egidio-stichter Andrea Riccardi aan zijn zijde, illustreerde de opperrabbijn hoezeer iemand de hand reiken – en aldus de meest primaire brug mogelijk slaan – altijd een risico inhoudt.
De andere kan je hand ook niet aannemen; daarom vormen twee mensen die elkaar de hand reiken de mooiste brug die er bestaat. Haim Korsia
Bruggen bouwen in ons hart
Als ik het risico neem dat de andere mijn uitgestoken hand weigert, bouw ik een brug, ging Haim Korsia voort. Maar de brug is niet het doel, de brug is slechts het middel om verder te gaan dan waar ik ben. We moeten dieper durven doordenken wat het precies betekent om bruggen te bouwen, betoogde de Franse rabbijn. We moeten durven nadenken over hoe we bruggen te bouwen in ons eigen hart om daarover naar de andere toe te stappen. Korsia citeerde in het Hebreeuws de tekst van Prediker 10,2 – door de joodse traditie aan koning Salomon toegeschreven. (Let wel, onze moderne Nederlandse Bijbelvertalingen geven de oorspronkelijke betekenis niet letterlijk weer, wat de eerste Nederlandse vertaling, de Statenbijbel, vier eeuwen geleden wel nog deed.) ‘Het hart van de wijze zit rechts, dat van de dwaze links,’ luidt het in de Hebreeuwse tekst. Neen, dat heeft niets met politiek te maken, lachte Korsia, die andermaal Andrea Riccardi naast hem vroeg recht te staan om zijn punt te kunnen illustreren. Het hart dat belangrijk is, is het hart van de ander.
Je eigen hart zit links, maar je reikt je hand uit naar rechts, waar het hart is van wie je als wijze beschouwt. Haim Korsia
Persoonlijke ommekeer
Dit alles is niet loutere spielerei. Uit de openingsplechtigheid van Bruggen van Vrede in Bologna bleek al te zeer dat bouwen aan vrede niet kan zonder een persoonlijke spirituele ommekeer. Niet alleen Andrea Riccardi en Romano Prodi, maar ook de Indiase hindoe Sudheendra Kulkarni ging daar in zijn sterke bijdrage verder op in. In de duizendjarige Veda’s, het spirituele erfgoed van het hindoeïsme, stond het al: ‘De ruime wereld is één verenigde familie.’ Dat bewustzijn groeit, maar we moeten deze groei versnellen, zei Kulkarni. Als wij onze wereld met alle schepselen – ook de planten en de dieren – inderdaad leren beschouwen als één ‘verenigde en verruimde familie’, kan er geen plaats meer zijn voor hegemonie, militarisme, massavernietigingswapens of de exploitatie van het ene lid van de familie door het andere. De pijn van één lid van de familie wordt dan de pijn van het gehele lichaam. De rijkdom van de ene kan dan niet langer betekenen dat de andere ontbering lijdt.
We hebben nood aan spirituele eenwording op basis van onderlinge dialoog. Andrea Riccardi