Bijbel van A tot Z ~ Abba, Vader!
Er klinkt een hele geschiedenis mee als gelovigen het Onzevader bidden. Een gebed dat Jezus zelf ons overleverde in het evangelie. Bij Marcus horen we Jezus bidden: Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt. (Marcus 14, 36). In het uur van zijn nood zoekt Jezus geborgenheid bij God, zijn vader.
Hoe uitzonderlijk is het dat Jezus ‘vader’ zegt tegen God?
Als Jezus God aanspreekt met Vader, klinkt dat zijn leerlingen niet helemaal nieuw in de oren. Toch was zo’n intieme godsrelatie nog niet van in het begin een gegevenheid onder het volk van Israël. Evenmin zijn er voorbeelden bij andere volkeren en religies. De heel specifieke Bijbelse godsrelatie groeide gaandeweg.
De aanspreking Vader duikt niet toevallig op vanaf de periode van de ballingschap (6de eeuw voor Christus). Bij de profeet Jesaja(hoofdstuk 63, vers 16) lezen we:
U bent toch onze vader?
Abraham heeft ons niet gekend
en Israël zou ons niet herkennen,
maar u, HEER, bent onze vader,
van oudsher heet u onze beschermer.
De betekenis is duidelijk: een vader beschermt zijn kinderen.
In het boek Wijsheid (hoofdstuk 2, verzen 10 tot 16) wordt gespot met mensen die zich kind van de Heer noemen en zich erop beroemen dat God hun vader is. De term lijkt daar dus echt ingang te hebben gevonden bij het Bijbelse volk.
Welke gevoelens roept de titel precies op?
Het woord Abba komt uit het Aramees, de taal die Jezus sprak. Het is verwant met het Hebreeuwse woord av, ’vader’. Leerlingen spraken hun rabbi soms zo aan en die titel drukte allereerst respect uit. Maar er klonk ook iets anders in door, de trots om zich van die bepaalde rabbi een leerling te mogen noemen, en het vertrouwen dat men gaf aan zijn leraar.
Het Aramese Abba was oorspronkelijk een verkleinvorm, maar dat klinkt niet meer door in Jezus’ gebed.
Vertaal Abba niet als papa of vadertje, want dat doet onrecht aan de betekenis van het woord. Alsof God een knuffelbeer is die je op zak kunt steken.
We zijn dan ver verwijderd van de Bijbelse God die oproept tot waarachtige solidariteit en die ons overstijgt.
Dat Jezus God aanspreekt in zijn eigen moedertaal, legt wel nog een extra klemtoon op respect én nabijheid. Je kunt dat nog het beste weergeven met de vertaling mijn vader. En dat komt volledig overeen met de aanhef van het Onzevader.
Ook Paulus gebruikt het woord Abba in die zin in de brief aan de (Romeinen (hoofdstuk 8, vers 15), een heel betekenisvol citaat: U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’.
Paulus vertaalt duidelijk: abba, vader. Jezus’ volgelingen mogen God zo aanspreken, omdat ze – in de woorden van Paulus – Gods kinderen zijn. Dezelfde Geest die Jezus bezielde, werkt door in zijn leerlingen. Vergelijk ook Galaten (hoofdstuk 4, vers 6): En omdat u zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die Abba, Vader roept.
Respect, vertrouwen en verbinding
Driemaal klinkt zo in het Nieuwe Testament het woord Abba. Het is de uitdrukking van een bijzondere Godsrelatie, geen kinderlijke (‘papa’), maar één van respect en vertrouwen. En die de mensen met elkaar verbindt, want allen zijn we ‘kinderen’ van een en dezelfde ‘vader’.
Lees het interview met Jean Bastiaens over de serie Bijbel van A tot Z.