Oude muren met een verhaal
‘Waarom doen we dat niet ook eens in eigen land?’ dachten mijn man en ik vorig jaar in de Dordogne. We genoten er van het bezoeken van minuscule Romaanse kerkjes, met het licht van de zon op de gele stenen, en een haast heilige sfeer binnenin. We ontcijferden met groeiend plezier versteende Bijbelpassages op kapitelen.
Het werd ons project van deze zomer. Gewapend met een boek uit de reeks ‘La nuit des temps’ trekken we rond.
En we ontdekken gelijkaardige schatten in onooglijke dorpjes en gehuchten. Vooral daar. Want de Romaanse kerkjes die oorspronkelijk in onze grotere steden stonden, werden in de loop der eeuwen natuurlijk aangepast aan de behoeften en dus vergroot en gemoderniseerd. Maar in de verstilde Waalse dorpjes op de rand van Luxemburg en Luik vind je ze nog bijna intact. Vaak mooi gerestaureerd bovendien. Je ziet de blinde bogen waarmee ze de muur van de abscis langs buiten versierden, de kleine nissen die als een fries langs de dakrand lopen.
Het licht valt nog steeds als een veelbelovende sluier naar binnen.
De dikke muren weerkaatsen fluisterend de gebeden en gezangen van zovele generaties voor ons.
Mensen net als wij, met hun eigen zorgen en kleine gelukjes: een slechte oogst, een zieke zoon, een nieuwe baby, een blijvende liefde. Op één plaats is de kerktoren buiten proportie dik, omdat hij dienst moest doen als toevluchtsoord bij de invallen van een vijandig leger.
En altijd weer, al sinds de 7de eeuw, kwamen mensen hier samen om hun leven bij God te leggen. Om kracht en moed te vinden om voor het goede op te komen. Ze lieten hun kinderen dopen in de zware, stenen doopvonten die er vandaag nog staan.
We zien half vervaagde muurschilderingen uit de 13de eeuw, waarop Jezus praat met de Samaritaanse vrouw bij de put en even verder de voeten van zijn leerlingen wast. En een klein fragment van Thomas die zijn vinger in Jezus’ zijde legt.
Het voelt als een voorrecht om al die beelden en tekens te kunnen lezen en te beseffen dat de mensen die dit schilderden, er evenzeer mee worstelden als wij om die verhalen levend te laten worden.
De zon scheen en het was heerlijk warm, terwijl we van kerkje naar kerkje reden. Dankbaar en opgetogen om al die schoonheid. Helemaal vakantie.