Islamitische mysticus Roemi (13de eeuw) beleeft comeback
Kom, kom, wie je ook bent,
of je een zwerver bent, een gelovige, of graag op reis gaat,
onze karavaan is geen karavaan van wanhoop.
Kom, zelfs als je je beloften duizend maal hebt verbroken.
Kom, kom, kom toch weer.
Bovenstaande tekst is ongeveer 800 jaar oud en kwam uit de pen van Djalaal-ad-Dien Roemi (1207-1273). Hij wordt gezien als een van de grootste mystieke dichters van de islam. Zijn boodschap van vrede en tolerantie sprak in zijn tijd al mannen en vrouwen van diverse geloofsrichtingen aan. Grotendeels in de vergetelheid geraakt, bracht de beroemde Duitse dichter Goethe (1749-1832) hem terug naar Europa. Vandaag zou hij in de Verenigde Staten de meest gelezen dichter zijn.
Dat schrijft Emrullah Erdem, islamitisch geestelijk verzorger en islamoloog, op Ignis webmagazine. Waarom is Roemi zo relevant in het Westen vandaag? Omdat de grensoverstijgende, mystieke poëzie van Roemi ontstond in een smeltkroes van culturele en religieuze achtergronden. In een stad die wel wat lijkt op onze wereld, zo schrijft Erdem. Tegen die achtergrond bracht hij een boodschap van vrede en tolerantie, die ook vandaag weerklank vindt in het hart van veel mensen.
Hoe echte vrede volgens Roemi bereikt kan worden
Erdem: Volgens Roemi kun je maar echte vrede bereiken als je de diversiteit van het multiculturalisme beleeft, nederig en zuiver van hart, en als je je openstelt voor de goddelijke zingeving en inspiratie. Daartoe moest je je relatie met de Schepper en met medemensen verhelderen en uitzuiveren.
In zijn tijd werd Roemi bezocht door kooplieden, koningen, vrome gelovigen, boeren en opstandelingen, mannen en vrouwen. Allen waren op zoek naar de diepere zin in hun leven. Toen hij in 1273 stierf, bewezen moslims, christenen, joden en mensen met verschillende etnische en maatschappelijke achtergrond hem de laatste eer.
Het poëtische werk van Roemi leert ons dat de zogenaamde ‘botsing tussen de beschavingen’ zeker niet onvermijdelijk is, schrijft Erdem. Wie zijn gedichten leest, krijgt het inzicht in hoe we – ondanks onze verschillen – kunnen komen tot hoop, vernieuwing en verzoening, in plaats van wanhoop, angst en vijandigheid.
Roemi nodigt ons uit om ons voortdurend te herinneren dat we één zijn. Wij komen allen van God en tot God zullen wij terugkeren.
Bron: Ignis webmagazine