Bidden tot Sint-Antonius
‘Ik zal tot Sint-Antonius moeten bidden!’ riep mijn moeder vaak vertwijfeld als wij vroeger iets kwijt waren dat onmogelijk weg kon zijn: de huissleutel of een zoekgeraakte vork of een weespantoffel. De Franstalige moeder van mijn vriendin deed dat ook echt en dat klonk zo:
‘Saint-Antoine de Padoue, vieux filou, rendez-moi ce qui n’est pas à vous!’
Het klinkt in mijn oren meer als een dreigement dan als een gebed, maar volgens mijn vriendin werkte het wel. Ze gelooft er nog altijd halvelings in. Als de verloren voorwerpen niet snel genoeg opdoken, werd het beeld van de arme Antonius zelfs met zijn gezicht naar de muur gezet, tot de zaak opgelost was.
Onlangs vergat een collega van haar – een verstrooide professor, letterlijk – zijn dure fototoestel in een taxi in Brussel. Toen hij erachter kwam, had de taxichauffeur geen dienst meer en de prof vreesde al dat hij zijn mooie toestel voorgoed kwijt was.
Mijn vriendin raadde hem Sint-Antonius aan, tot grote hilariteit van haar collega’s.
Die hadden allerlei theorieën over wie er rijk zou worden van het verpatsen van het toestel en ze gaven geen cent voor de hypothese dat de professor zijn bezit ooit nog zou terugzien.
Maar de volgende dag kreeg de professor bericht dat de taxichauffeur het fototoestel volledig intact had binnengebracht bij de centrale en dat hij het meteen kon komen ophalen. Sindsdien lacht niemand op het werk van mijn vriendin nog met Sint-Antonius.
En ook ik bekijk de ontelbaar vele Antoniusbeelden in kerkjes en kapelletjes met nieuwe ogen. Sint-Antonius gaf de professor en zijn collega’s niet alleen het fototoestel terug, maar bovendien hun geloof in de goedheid van de mensen.
Zoiets kan alleen een echte heilige.