Bucketlist van een benedictijn ~ Dirk Hanssens
Van kloosterlingen moet je geen echte bucketlist verwachten, vindt dom Dirk, prior van de Abdij van Keizersberg. En als ze dan toch een verlanglijstje opstellen, dan gaat het eerder om idealen en streefdoelen die een weg uitstippelen naar het levensgeluk.
In zijn bucketlist toont hij zich een leerling van de heilige Benedictus, want de kernbegrippen uit de eeuwenoude levensregel voor de monniken springen meteen in het oog: harmonie, stabiliteit, innerlijke rust, eenheid van denken en doen… Een beknopte benedictijnse filosofie.
#1 Evenwichtig verlangen
Een goed evenwicht vinden tussen wat je krijgt en wat je geeft, is een betrachting van veel mensen. Maar de balans is soms zoek. Wie niet genoeg krijgt, probeert zichzelf te bewijzen door anderen te overstelpen. En wie denkt weinig te kunnen bieden, wordt gulzig bij het verwerven van goederen en complimenten die in wanverhouding staan tot de eigen verdienste.
Allicht ontstaat dit verstoorde evenwicht door een dubbele vergetelheid: wat gekregen is, ontlokt geen dankbare gevoelens op; en wat men wegschenkt, wordt niet meer gezien als iets dat men zelf kreeg - als een gave om te delen met anderen.
De kunst van het tweevoudige loslaten is de enige remedie die het geluk weer in het bereik brengt.
Die kunst beter beheersen, heb ik geleidelijk mogen ontdekken als een verlangen dat er echt mag zijn. Een verlangen naar harmonie.
#2 Diepmenselijke rust
Welke rust beoogt een monnik? Niet de rust die alle dynamisme dooft, maar de rust die door geen gewriemel binnenin en door geen herrie van buiten ooit nog kan worden tenietgedaan.
Die rust ontstaat door vertrouwen en geloof. Maar hoe snel kalft dat vertrouwen niet af bij een of andere tegenslag, en hoe snel slaat geloof niet om in scepsis als de eigen plannen maar niet willen lukken! Totdat de onrust het weer wint van de rust en niets nog mogelijk lijkt.
Op mijn bucketlist staat dan ook een groter vertrouwen en een diepgeworteld geloof, die noch naïef noch dromerig overkomen, maar anderen kunnen begeesteren en bemoedigen om het werk aan te vatten dat onvermijdelijk is. Iets wat je alleen kunt benoemen als ‘innerlijke rust’ of ‘standvastigheid’.
#3 Beleving van eenheid
Afwisseling tussen eenzaamheid en gemeenschap lijkt vaak op een wissel die voor compensatie moet zorgen. Na een tijdje alleen zijn, wil je dringend nog eens met iemand chillen of nog wat heftiger socialiseren, en na een tijd van gemeenschapsbeleving hunker je weer naar het kluisgevoel. Alsof je telkens moet afkicken. Zowel van het ene als van het andere. Lastig is dat.
Maar valt die last niet weg, zodra je de eenheid van solitair en sociaal gedrag weer ontdekt? Je kunt alleen zijn en je tegelijk verbonden voelen met veel anderen, soms intenser dan wanneer je de fysieke nabijheid van die anderen geniet.
En je kunt de eenheid van het leven (de meest positieve vorm van eenzaamheid) ervaren door juist met velen samen te zijn.
Ook dat is een kunst – de kunst van het schouwen van de kosmische eenheid in elke situatie. En was dat niet de hoogste betrachting van Hildegard van Bingen?