Hardop lezen
Mijn kleinzoon zit in het eerste leerjaar en hij oefent druk met woordjes lezen. Dat gaat spellend: p – e – n wordt in zijn oren opeens ‘pen’ en dat zorgt altijd voor een lichte triomf. Klanken worden een woord en dat woord wordt een ding met een rol in een verhaal. Als ik hem zo bezig zie, besef ik weer wat een wonder lezen toch is.
Hoe kleine streepjes op papier een wereld kunnen oproepen, en hoe we daardoor die wereld met elkaar kunnen delen.
Het zal niet zo lang duren voordat hij de overstap maakt naar stil lezen. Lezen in zijn hoofd in plaats van hardop. Ik weet nu al dat ik zijn geconcentreerde leesstemmetje ga missen.
Als we de historici mogen geloven, lazen mensen oorspronkelijk allemaal hardop. Ze begonnen pas in stilte te lezen om elkaar niet te storen. Omdat er veel minder mensen waren die lazen, gaf dat hardop lezen zelden problemen.
Lezen was dus altijd ook voorlezen: voor jezelf en voor wie er in de buurt was. Het was een gemeenschappelijk gebeuren.
Je hoorde samen hetzelfde, je dacht er samen over na en je kon er achteraf op reageren en van gedachten wisselen.
Dat zijn we dus een beetje kwijtgeraakt door stil te lezen. Het verklaart nog steeds het succes van de huidige leesclubs, waar mensen praten over hetzelfde boek dat ze allemaal gelezen hebben.
Voorlezen is iets wat we meestal met kinderen associëren.
Het zijn de gezelligste momenten van de dag: samen dicht tegen elkaar aan gekropen, in de zetel of in bed, met een mooi verhaal erbij. De meeste kinderen vinden het heerlijk en slaan het niet graag over. Toch stopt het ooit, ergens als ze opgroeien. Dat hoeft niet meteen als de kinderen zelf kunnen lezen, want voorleesverhalen kunnen vaak iets complexer zijn dan hun eigen leesvaardigheden al toelaten. Maar aan pubers voorlezen is niet zo vanzelfsprekend. En dus verdwijnt het uit je leven.
Ik mis het soms. Ik kan nog steeds genieten van iemand die mij iets voorleest.
Misschien is dat een van de dingen die me in een misviering zo bekoren. Iemand leest ons voor. Elke week opnieuw, met verschillende betoverende teksten. Het zijn verhalen die we al kennen, maar die toch altijd weer anders klinken. En na afloop gaat iemand erover vertellen, over wat daar allemaal staat en wat dat zoal kan betekenen.
En als kers op de taart mogen we dan ook nog samen luidkeels zingen.
Omdat het hardop gebeurt, dat lezen en dat zingen, gaan we vaak zonder het te merken meer en meer bij elkaar horen. We worden samen voorgelezen en samen aangesproken. Net als bij het vroegere voorlezen zijn we kinderen van dezelfde vader.
Misschien moeten we allemaal wat meer gaan voorlezen voor elkaar. Het vloekt een beetje met het individualisme van onze tijd. Maar het levert een heleboel verbondenheid op.