Gerenoveerde Sixtijnse Kapel precies 20 jaar geleden ingewijd
De Sixtijnse Kapel in het Vaticaan werd eind de 15de eeuw gebouwd. Op de zijwanden kwamen muurschilderingen van onder andere Boticelli, Perugino en Ghirlandaio. In 1512 voltooide Michelangelo zijn beroemde fresco op het plafondgewelf.
Vuil, vocht en roet van brandende kaarsen tastten de delicate kunstwerken aan. In de loop der eeuwen werden al verscheidene pogingen ondernomen om ze te beschermen, met methoden die nu de wenkbrauwen doen fronsen. Zo werd het plafond ooit bewerkt door erover te wrijven met stukken brood of met linnen dat in wijn was gedrenkt. Er werd ook ondoordacht overschilderd.
20 jaar werk
In 1979 werden de eerste experimenten uitgevoerd voor de meest grondige restauratie tot dan toe — ze zou uiteindelijk 20 jaar duren. De restauratie gaf de muur- en plafondschilderingen hun oorspronkelijke kleuren terug en dat leverde indrukwekkende resultaten op. Er was ook kritiek. Bekende kunstenaars als Robert Rauschenberg, Christo en Andy Warhol tekenden een petitie waarin paus Johannes Paulus II werd gevraagd om de werken te staken. De kritiek luidde dat de restaurateurs van de werken iets maakten dat de oorspronkelijke artiesten niet zo hadden bedoeld, en dat ze de oorspronkelijke techniek (zoals het schilderen op natte plaaster) te weinig respecteerden. Daardoor zouden sommige nuances van het origineel verloren gaan.
De gerestaureerde kapel is alleszins beter dan ooit beschermd. Er werd een luchtzuiveringssysteem geïnstalleerd — en vijf jaar geleden nog verder verfijnd — om vuil en vochtigheid, maar ook adem, zweet en lichaamswarmte van de miljoenen toeristen af te voeren. 70 sensoren houden de luchtkwaliteit nu continu in de gaten.