Bijbel van A tot Z ~ A van antichrist
We kennen Jezus Christus, maar kennen we ook de ‘antichrist’? Deze figuur komt alleen voor in de Johanneïsche literatuur (= Johannesevangelie + 3 Johannesbrieven), en dan nog wel alleen in de eerste en de tweede brief van Johannes.
De antichrist is een figuur van de ‘eindtijd’: de schrijver van de brieven verwacht dat het niet lang meer zal duren voor Jezus terugkomt als de verheerlijkte Mensenzoon om wat Hij begonnen is te voltooien. Juist omdat de tijden zo gespannen zijn, komt nu ook de antifiguur van Jezus op de proppen: de antichrist.
De antichrist zaait verwarring door een leer te verkondigen die helemaal niet overeenstemt met de leer van Jezus.
En daarenboven verdraait deze ‘antichrist’ ook nog eens de identiteit van Jezus: volgens hem is deze Jezus helemaal niet ‘de Zoon van de Vader’ zoals de meeste volgelingen dat opvatten, hij kan niet de beloofde messias zijn, en bovendien is het dwaas om te zeggen dat Jezus, de zogenaamde Zoon, als mens gekomen is.
Dat lees je in de volgende teksten:
- Bestaat er een grotere leugenaar dan iemand die ontkent dat Jezus de christus is? De antichrist is ieder die de Vader en de Zoon niet erkent. Ieder die de Zoon niet erkent, heeft ook de Vader niet. 1 Johannes 2,22-23a
- Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld. 1 Johannes 4,1b-3
- Er zijn veel dwaalleraren in de wereld verschenen die de komst van Jezus Christus als mens niet belijden. Dat nu is de verleider, de antichrist! Wees op uw hoede en verspeel niet wat we bereikt hebben! 2 Johannes, vers 7-8a
We hebben dus te maken met valse profeten en dwaalleraren (2 Johannes 1,7) die als het ware de gedaante van de antichrist aannemen. Zij ondermijnen het geloof in Jezus als de christus, dat wil zeggen als de beloofde messias.
Ze zijn verleiders die de gemeenschap misleiden, op een verkeerde weg zetten en vooral verwarring zaaien in de hoofden van de mensen.
En die personen bevinden zich in de gemeenschap, niet erbuiten! Dit laatste is voor de schrijver het meest alarmerende. Maar hij lijkt tevens hoopvol, want hij ziet dat de dwaalleraren geen kans maken en dat ze niet echt voet aan de grond krijgen in de gemeenschappen (zie 1 Johannes 2,19).
De antichrist is dus zowel een collectief begrip als de aanduiding van een concrete gestalte, zeg maar de incarnatie van Satan – die ook de tegenstrever is van Jezus.
Het meervoud van ‘antichristen’ komt zelfs in de eerste Johannesbrief als zodanig voor: Nu al treden er veel antichristen op, en daardoor weten we dat dit het laatste uur is. (1 Johannes 2,18)
Dat klinkt natuurlijk vreemd, want je zou hier als meervoudsvorm ‘antichristenen’ verwachten. De vertalers van de NBV (zo ook de Willibrordvertaling ’95) kozen echter voor ‘veel antichristen’ om aan te duiden dat die mensen optreden in de naam van ‘dé antichrist’.
Wie is Jezus voor jou?
De discussies over wie Jezus is, zijn dus al heel oud, zo oud als het Nieuwe Testament zelf. De schrijver van de Johannesbrieven ziet in het optreden van de dwaalleraren het signaal dat het einde (‘het laatste uur’) nadert, en dat Jezus Christus spoedig zelf zal komen om het Koninkrijk van God in heel zijn omvang te laten aanbreken. Hierin bleek de schrijver zich te vergissen. Had Jezus zelf niet gezegd dat tijd en uur van het einde door niemand gekend zijn, alleen door de Vader? (Marcus 13,32)
Elke tijd en elke gemeenschap kent zijn eigen verwarringzaaiers.
Vandaag zou de term antichrist goed van toepassing zijn op politici die het christelijk gedachtegoed misbruiken om te polariseren.
Het verzet tegen Jezus als unieke bevrijder en gezalfde van God keert ook in elke tijd terug. Het moet ons niet verontrusten. Integendeel, het moet ons aanzetten om nog krachtiger de liefde van Christus te leren kennen en die ook uit te dragen. De schrijver van de Johannesbrieven zegt het in krasse bewoordingen:
‘Wie niet liefheeft, kent God niet,
want God is liefde.’
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Schrijf een reactie hieronder of stuur een mail naar de redactie.