Bijbel van A tot Z ~ C van Christus
Het woord ‘christus’ komt uit het Grieks: christos, en dat betekent ‘gezalfde’. Wanneer we dus spreken over ‘Jezus Christus’, dan hebben we het over ‘Jezus de gezalfde’. Het zalven van mensen is een Bijbels gebruik, vooral om mensen aan te stellen in een ambt. Als koning, bijvoorbeeld. Zo lezen we in 1 Samuël 16:
Zo stelde Isaï zijn zeven zonen aan de profeet Samuel voor, maar telkens zei Samuel dat dit niet degene was die de HEER gekozen had. ‘Zijn dit alle zonen die u hebt?’ vroeg hij. ‘Nee,’ antwoordde Isaï, ‘de jongste is er niet bij, die hoedt de schapen en de geiten.’ Toen zei Samuel tegen Isaï: ‘Laat hem hier komen. We beginnen niet aan de maaltijd voordat hij er is.’ Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen.
En de heer zei: ‘Hem moet je zalven. Hij is het.’ Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. (verzen 10-13)
Door David voor de ogen van de oudsten van de stad te zalven met olie, wordt David officieel aangesteld als de leider van Israël. David ontleent dit leiderschap niet aan zichzelf, maar via de profeet aan God. Aan Hem moet hij dan ook verantwoording afleggen.
Geïnspireerde leiders
De zalving heeft tot gevolg dat David deel krijgt aan de geest van God (zoals bij ons de jongeren wanneer zij gezalfd worden met olie tijdens de vormselviering). Hij mag voortaan een ‘geïnspireerd’ leider zijn! Als zodanig dient hij zich te houden aan alles wat de Tora hem leert.
Wanneer de monarchie in Israël ten einde is, zijn het de hogepriesters die de zalving ontvangen bij hun aanstelling. Maar ook een profeet kon, in overdrachtelijke zin, zeggen dat hij door de Heer ‘gezalfd’ was (Jesaja 61,1) – een tekst die door Jezus geciteerd wordt bij zijn ‘inaugurale rede’ in de synagoge van Kafarnaüm.
Messias, de ultieme gezalfde
Na het bovenstaande is het natuurlijk duidelijk dat het oorspronkelijke woord voor ‘gezalfde’ niet een Grieks, maar een Hebreeuws woord moet zijn. Inderdaad: masjiach, vaak ‘vertaald’ als messias, maar dat eveneens ‘gezalfde’ betekent.
In de eeuwen na de Babylonische ballingschap (die duurde van 587 tot het einde van die 6de eeuw voor Christus) kreeg de term messias een steeds meer geladen betekenis. De ultieme gezalfde, zeg maar. De messias zou iemand zijn die door God zelf gestuurd en aangesteld zou worden om bevrijding te brengen, allereerst voor Israël maar ook voor andere volken. Zeker in penibele tijden van onderdrukking en lijden begon men uit te kijken naar deze Godsgezant die recht zou doen aan de vromen (die ondanks alles trouw bleven aan de Tora) en die universele gerechtigheid en vrede zou brengen.
Jezus Messias
Toen Jezus op het toneel verscheen, was het voor het joodse volk zo’n tijd van onderdrukking en lijden. Toen ze zagen wat hij deed en vertelde over het koningschap van God, vroegen velen zich af: zou híj de messias zijn?
Wanneer Jezus al een hele tijd met zijn leerlingen op weg is, vraagt hij het hun ronduit: De mensen vertellen van alles over mij, maar jullie, wie zeggen jullie dat ik ben? En dan stamelt Petrus de magische woorden: Volgens ons bent u de messias! (Marcus 8,27-30) Maar Jezus wil niet dat ze dit aan anderen vertellen, want hij is niet het soort messias dat men verwacht. Of toch?
Naam is eigenlijk veelzeggende titel
Paulus gebruikt het woord messias veelvuldig. Maar omdat hij schrijft voor mensen die alleen Grieks spreken, gebruikt hij altijd het woord christos. Paulus gebruikt die titel zo vaak in samenhang met de naam van Jezus (in het Grieks ’Ièsous, maar oorspronkelijk Jeshuah) dat het soms lijkt alsof christus een naam wordt, dus Christus met hoofdletter.
Wat we als een naam zijn gaan opvatten, is eigenlijk een titel: Jezus de gezalfde. En die titel roept lang gekoesterde heilsverwachtingen op.
Paulus begint zijn brief aan de Jezusgelovigen in de stad Korinte bijvoorbeeld als volgt: Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. Om daarna te zeggen: Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in Christus Jezus zijn genade heeft geschonken. (1 Kor 1,3-4) Paulus zelf balanceert soms tussen titel en naam.
Samen met joden uitzien naar de messias
Na Wereldoorloog II is men in de Bijbelvertalingen christos opnieuw gaan vertalen met messias waar het duidelijk is dat het om een titel gaat. Zo wilde de kerk weer meer aansluiten bij wat joden en christenen gemeenschappelijk hebben: het uitzien naar de komst (of de wederkomst) van de messias!
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Schrijf een reactie hieronder of stuur een mail naar de redactie.