Mgr. Joseph Hagendorens wordt herbegraven in kathedraal Tshumbe
Dinsdagmorgen zijn op het kerkhof van het passionistenklooster in Wezembeek-Oppem de stoffelijke resten opgegraven van mgr. Joseph Hagendorens (1894-1976). Hij was de eerste bisschop van Tschumbe, in de provincie Sankuru in Oost-Kassai (Centraal Congo), en sinds 2002 zusterbisdom van het bisdom Gent. Joseph Augustin Hagendorens werd op 15 april 1894 geboren in Mariekerke, deelgemeente van Bornem in de provincie Antwerpen. Na zijn intrede bij de passionisten werd hij in 1921 tot priester gewijd. Eind 1934 vertrok hij als missionaris naar Congo en werd in 1936 eerst benoemd tot apostolisch prefect en in 1947 tot apostolisch vicaris van Tshumbe. Daartoe werd hij op 1 mei 1947 door de toenmalige bisschop van Brugge Henri Lamiroy in Kortrijk tot bisschop gewijd. Toen paus Pius XII in 1959 het bisdom Tshumbe officieel oprichtte, werd mgr. Hagendorens – pater Eusebius – de eerste bisschop. In 1968, op zijn 73ste, ging hij met emeritaat en werd opgevolgd door een van zijn pupillen, Albert Tshmba Yungu. Sinds 1995 is mgr. Nicolas Djomo Lola bisschop van Tshumbe.
Postuum eerbetoon
Het is bisschop Djomo Lola die aan de familie Hagendorens, burgemeester Frédéric Petit van Wezembeek-Oppem, pater Joachim Rego, de generale overste van de passionisten, en aan pater Frans Damen, de provinciaal van de passionisten in ons land, de toestemming gevraagd én gekregen heeft om het stoffelijke overschot van mgr. Hagendorens te mogen ontgraven en te laten overbrengen naar Tshumbe, om het daar in de Sainte-Mariekathedraal plechtig te herbegraven. De kist wordt eerstdaags overgebracht naar Kinshasa en vandaar naar Tshumbe. Mgr. Djomo Lola wil op die manier zijn Vlaamse voorganger de eer en het respect betonen die hij meer dan verdient.
Heldhaftige herder
En de verdiensten van mgr. Joseph Hagendorens zijn nauwelijks te vatten, schrijft bisschop Djomo Lola in een op de diocesane website gepubliceerde brief. Hij zingt daarin uitvoerig de lof van de Vlaamse passionist, die in Tshumbe 34 jaar lang het allerbeste van zichzelf gegeven heeft. Mgr. Hagendorens maakt onvervreemdbaar deel uit van de geschiedenis van de provincie Sankuru. Als heldhaftige herder heeft hij ons God leren kennen en ontmoeten, schrijft de bisschop. Al heel vroeg heeft hij zich ingezet voor de vorming van lokale priesters en religieuzen. Van kort na zijn aankomst al heeft hij de opleiding van diocesane priesters ondersteund. Bij zijn afscheid in 1968 waren er al 12 gewijd. Hij heeft ook twee diocesane congregaties gesticht: een voor mannen en een voor vrouwen. Ze zijn vandaag nog altijd erg actief in onder meer het onderwijs en de gezondheidszorg.
Lees verder onder de foto
Scholen, ziekenhuizen en vliegveld
Mgr. Hagendorens heeft de Normaalschool, die in 1924 door Belgische scheutisten was opgericht, verder uitgebouwd. Daar werden de toekomstige onderwijzers opgeleid. En later vormde ze de basis voor de oprichting van de eerste secundaire scholen in de provincie. Bovendien was de school een kwekvijver voor kandidaat-priesters, die dan naar het seminarie van Kabwe werden gestuurd, gaat bisschop Djomo Lola verder. Onvermoeibaar als hij was, heeft hij ook nog eens drie ziekenhuizen laten bouwen. Een daarvan is gespecialiseerd in de behandeling van lepra. En hij was ook letterlijk een wegbereider: hij heeft onder meer de eerste start- en landingsbaan in Tshumbe laten aanleggen!
Taalkundige
De Congolese bisschop onderstreept tot slot de nauwelijks te schatten bijdrage die mgr. Hagendorens geleverd heeft in de wetenschappelijke studie van de plaatselijke taal: het Otetela, een taal die tot de Bantoefamilie behoort. In 1940 verscheen zijn vertaling van het Nieuwe Testament in het Otetela. In 1943 publiceerde hij een woordenboek Frans-Otetela én een grammatica. In 1957 volgde het woordenboek Otetela-Frans. In 1970, twee jaar na zijn emeritaat publiceerde hij een boek met 2.711 spreekwoorden in het Otetela.
Kosten
De kosten voor de ontgraving van het stoffelijke overschot en het transport naar Tshumbe zijn uiteraard niet min, maar worden zoals het hoort broederlijk gedeeld. Het generalaat van de passionisten neemt het grootste deel ervan voor zijn rekening: de ontgraving en de vlucht naar Kinshasa. De tocht van de hoofdstad naar de kathedraal van Tshumbe zijn voor rekening van het bisdom, dat daarvoor een bijzondere collecte organiseert.