Vastenboodschap paus: ‘Laat u met God verzoenen’
Dierbare broeders en zusters
Ook dit jaar biedt de Heer ons een geschikte gelegenheid om ons voor te bereiden om met een vernieuwd hart het grote mysterie te vieren van de dood en de verrijzenis van Jezus, de hoeksteen van ons persoonlijke en gemeenschappelijke leven als christenen. We moeten voortdurend met ons verstand en ons hart naar dit mysterie terugkeren. Het blijft in ons groeien in de mate wij ons laten raken door zijn spirituele dynamiek en vrij en onbaatzuchtig ermee instemmen.
Het paasmysterie als basis van bekering
De christelijke vreugde welt op door het luisteren naar en het aanvaarden van de Blijde Boodschap over de dood en de verrijzenis van Jezus: het kerygma. Het is de samenvatting van het liefdesmysterie zo echt, zo waarachtig, zo concreet, dat Hij ons een relatie aanbiedt die één en al oprechte en vruchtbare dialoog is (Apostolische exhortatie Christus vivit, nr. 117). Wie in deze boodschap gelooft, verwerpt de leugen dat ons leven zijn oorsprong vindt in onszelf, terwijl het in feite voortkomt uit de liefde van de Vader, uit zijn wil om ons leven in overvloed te geven (cf. Joh 10,10). Als we daarentegen luisteren naar de aanlokkelijke stem van de vader van de leugen (cf. Joh 8,45) lopen we het risico weg te zinken in de afgrond van zinloosheid, in het reeds hier op aarde beleven van de hel, zoals helaas vele persoonlijke en maatschappelijke drama’s aantonen.
Daarom wil ik in deze veertigdagentijd van het jaar 2020 aan alle christenen doorgeven wat ik al aan de jongeren in de apostolische exhortatie Christus vivit geschreven heb: Kijk naar de open armen van de gekruisigde Christus, laat je redden keer op keer. En als jij je zonden gaat belijden, geloof dan rotsvast in zijn barmhartigheid die je bevrijdt van je schuld. Aanschouw zijn bloed, met zoveel liefde vergoten, en laat je erdoor reinigen. Zo kan je opnieuw geboren worden (nr. 123).
Het Pasen van Jezus is geen gebeurtenis uit het verleden: door de kracht van de Heilige Geest is Pasen altijd aanwezig. Dit stelt ons in staat om het lichaam van Christus in zoveel lijdende mensen te zien en het gelovig aan te raken.
De dringende noodzaak van bekering
Het is goed om dieper in te gaan op het paasmysterie waardoor God ons zijn barmhartigheid geschonken heeft. De ervaring van barmhartigheid is inderdaad alleen mogelijk in een persoonlijke ontmoeting met de gekruisigde en verrezen Heer die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij (Gal 2,20). Een dialoog van hart tot hart, van vriend tot vriend. Daarom is het gebed zo belangrijk in deze veertigdagentijd. Veel meer dan een plicht is het gebed een uitdrukking van onze behoefte om Gods liefde, die ons altijd voorafgaat en ondersteunt, te beantwoorden.
Christenen bidden vanuit het besef dat, ook al zijn ze niet waardig, ze toch altijd graag gezien worden.
Het gebed kan verschillende vormen aannemen, maar wat in de ogen van God echt ertoe doet, is dat het diep in ons doordringt en de hardheid van ons hart breekt zodat we ons nog meer naar God en zijn wil kunnen toekeren.
Laten we ons in deze gunstige tijd net als Israël leiden naar de woestijn (cf. Hos 2,16), opdat we de stem van onze Bruidegom zouden horen en haar altijd maar dieper in ons laten weerklinken. Hoe meer we ons laten aanspreken door zijn Woord, des te meer kunnen we de barmhartigheid die hij ons overvloedig schenkt, ervaren. Mogen we deze tijd van genade niet tevergeefs voorbij laten gaan in de zelfgenoegzame illusie dat we zelf de tijd en de wegen van onze bekering tot Hem in handen hebben.
Gods hartstochtelijke verlangen om zijn kinderen te ontmoeten
Het feit dat de Heer ons opnieuw een geschikte tijd tot bekering aanbiedt, mogen we nooit als vanzelfsprekend beschouwen. Die nieuwe kans zou bij ons een gevoel van dankbaarheid moeten opwekken en onze volle aandacht moeten krijgen. Ondanks de soms dramatische aanwezigheid van het kwaad in ons leven, de Kerk en de wereld wijst deze gelegenheid om van koers te veranderen op Gods onwrikbare wil om de heilsdialoog met ons niet te verbreken. In de gekruisigde Jezus, die geen zonde heeft gekend en die God voor ons tot zonde heeft gemaakt (cf. 2 Kor 5,21), heeft die bevrijdende wil de Vader ertoe gebracht het gewicht van al onze zonden op zijn Zoon te laden zodat, zoals paus Benedictus XVI het in zijn encycliek Deus caritas est (nr. 12) God zich eigenlijk tegen zichzelf keerde. Want God houdt ook van zijn vijanden (cf. Mt 5,43-48).
De dialoog die God door het paasmysterie van zijn Zoon met ieder mens wil aangaan, lijkt in niets op het inhoudsloze gesnater dat toegeschreven wordt aan de inwoners van het antieke Athene, die voor niets anders tijd hebben dan voor het vertellen of aanhoren van iets nieuws (Hnd 17,21).
Dit soort kletspraat, ingegeven door een lege en oppervlakkige nieuwsgierigheid, kenmerkt het vluchtige van alle tijden en het kan ook ongemerkt binnensluipen in het oneigenlijke gebruik van de hedendaagse communicatiemiddelen.
Een rijkdom om te delen en niet voor zichzelf te houden
Het paasmysterie in het middelpunt van ons leven plaatsen, betekent medelijden voelen met de wonden van de gekruisigde Christus, tastbaar aanwezig in de vele onschuldige oorlogsslachtoffers, in de aanvallen op het leven, van het ongeboren leven tot dat van de bejaarde, en in zovele verschillende vormen van geweld. Het is ook aanwezig in milieurampen, in de ongelijke verdeling van aardse goederen, in de mensenhandel in al zijn aspecten en in het ongebreideld winstbejag, dat een vorm van afgoderij is.
Ook vandaag nog is er nood om een beroep te doen op mannen en vrouwen van goede wil om hun goederen te delen met de meest behoeftigen door aalmoezen te geven als een vorm van persoonlijke bijdrage aan de opbouw van een meer rechtvaardige wereld.
Liefdevol delen maakt ons menselijker, terwijl oppotten van bezit het risico inhoudt dat we ongevoelig worden en opgesloten raken in ons eigen egoïsme.
We kunnen en moeten zelfs nog verder gaan en oog hebben voor de structurele aspecten van ons economische leven. Daarom heb ik in het midden van deze veertigdagentijd, van 26 tot 28 maart, een ontmoeting in Assisi gepland van jonge economen, ondernemers en changemakers met de bedoeling om te werken aan een rechtvaardiger en meer inclusieve economie. Zoals het leergezag van de Kerk al vaker herhaalde, is politiek een uitstekende vorm van naastenliefde (cf. Pius XI, Toespraak tot de leden van de Italiaanse universitaire katholieke federatie, 18 december 1927). Hetzelfde geldt voor het economische leven, dat in dezelfde evangelische geest, de geest van de zaligsprekingen, benaderd kan worden.
Ik vraag de Heilige Maagd Maria ervoor te bidden dat onze komende veertigendagentijd onze harten zal openen om Gods stem te horen, die ons oproept ons met onszelf te verzoenen, onze blik te richten op het paasmysterie en ons te bekeren tot een open en oprechte dialoog met Hem. Op die manier zullen we worden wat Christus van zijn leerlingen vraagt dat ze zijn: het zout van de aarde en het licht van de wereld (cf. Mt 5, 13-14).