Vastentijd als quarantaine
Weet u waar de term ‘quarantaine’ vandaan komt? In de 14de eeuw was er een pestepidemie. In Italië moesten de schepen die de havens binnenvoeren gedurende een periode van veertig dagen stil blijven liggen met de hele bemanning aan boord. Die tijd van ‘quaranta giorni’ werd later een medische term voor gedwongen isolatie en afzondering.
Veertig dagen werd toen als een voldoende lange periode beschouwd om alle onheil af te wenden. Na veertig dagen was er duidelijkheid, dan was het gevaar geweken, dan was het mogelijke kwaad bezworen.
In onze tijd duren quarantaines zelden veertig dagen.
Wij denken dat we er sneller achter zijn of er een echte bedreiging is. We hebben ook meer middelen om een en ander te checken.
Maar om onze ziel een nieuwe wending te geven, om ons hart weer te verbinden met God en onze medemensen, daarvoor hebben we gelukkig nog steeds onze eigen ‘quarantaine’, de veertigdagentijd of de vasten.
Niet dat we ons in die periode afzonderen van de wereld. Juist niet: we laten alle onrecht en lijden diep tot ons doordringen.
We staan ervoor open om het mee op te nemen en er onze schouders onder te zetten. We gebruiken onze quarantaine om gevoeliger te worden voor wat er leeft in de wereld.
Maar tegelijk plooien we toch wat meer terug op onszelf. We graven naar onze kern en proberen ons leven in een spoor te leggen dat dichter aansluit bij onze diepste bestemming.
Het is een tijd voor meer binnenkant.
Ik zou wel eens willen horen van de mensen die door het coronavirus een tijdje in quarantaine doorbrachten, hoe ze dat hebben ervaren. Via internet en telefoon blijf je nu veel meer dan vroeger in contact met de buitenwereld. Maar het is toch anders. Je beweegt minder, je komt niet buiten. Je mist een aantal persoonlijke contacten. Je hebt hoe dan ook meer tijd om na te denken.
Aan het einde van een quarantaine zijn mensen opgelucht en blij dat ze weer naar buiten mogen.
Ze zien de wereld met nieuwe ogen.
Ze koesteren de dingen die ze moesten missen.
Maar wellicht nemen ze ook iets mee van de rust en de inkeer die hen noodgedwongen in de schoot viel.
Misschien kunnen we van de vasten een beetje onze eigen quarantaine maken: tijd om even stil te staan en op bezoek te gaan bij God en bij onszelf.
Om zo dichter te komen bij mensen dichtbij en ver weg. Daar hebben we vast wel veertig dagen voor nodig.
En als we onverhoopt echt in quarantaine moeten, kunnen we er op die manier het beste van maken. Een geluk bij een ongeluk. Wees gerust, ik wens het niemand toe. Want om in onze veertigdagentijd te stappen, hebben we geen virus nodig.