Barmhartigheid: door ze te schenken ontvangen we vergiffenis
Beste broeders en zusters, goedemorgen!
Vandaag staan we stil bij de vijfde zaligspreking die zegt: Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden (Mt 5,7). Deze zaligspreking heeft een bijzonderheid: het is de enige waarin oorzaak en de vrucht van de zaligheid samenvallen, barmhartigheid. Zij die barmhartigheid beoefenen zullen barmhartigheid ondervinden, zij zullen ‘gebarmhartigd’ worden.
Wederkerigheid
Dit thema van de wederkerigheid van de kwijtschelding is niet alleen aanwezig in deze zaligspreking, maar komt ook terug in het Evangelie. Hoe zou het ook anders kunnen? Barmhartigheid is het hart van God! Jezus zegt: Oordeelt niet, dan zult niet geoordeeld worden; veroordeelt niet, dan zult ge niet veroordeeld worden; spreekt vrij en ge zult vrijgesproken worden (Lc. 6, 37). Altijd dezelfde wederkerigheid. En de brief van Jakobus beweert: De barmhartigheid triomfeert over het oordeel (2, 13).
Onzevader
Maar het is vooral in het Onzevader dat we bidden: En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven hebben aan onze schuldenaren (Mt 6,12); en deze bede is de enige die aan het eind wordt herhaald: Want als gij aan de mensen hun fouten vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar als gij niet vergeeft aan de mensen, zal ook uw hemelse Vader uw fouten niet vergeven(Mt 6,14-15; cf. Catechismus van de Katholieke Kerk, 2838).
Perspectief omkeren
Er zijn twee zaken die niet gescheiden kunnen worden: de gegeven kwijtschelding en de ontvangen vergeving. Maar veel mensen hebben het moeilijk, ze slagen niet erin vergiffenis te schenken. Heel vaak is het aangedane kwaad zo groot dat erin slagen vergiffenis te schenken lijkt op het beklimmen van een erg hoge berg: een enorme inspanning; en men denkt: het is onmogelijk, dat kan niet. Dit feit van de wederkerigheid van barmhartigheid geeft aan dat we het perspectief moeten omkeren.
In ons eentje kunnen we dat niet, Gods genade is nodig, we moeten ze vragen.
In feite, als de vijfde zaligspreking belooft barhartigheid te ondervinden en als we in het Onzevader vragen om kwijtschelding van schulden, dan betekent dit dat we in wezen schuldenaars zijn en dat we de noodzaak ervaren barmhartigheid te ondervinden!
We zijn allemaal schuldenaren
Allemaal zijn we schuldenaren. Allemaal. Tegenover God, die zo gul is en tegenover de broeders. Elkeen weet dat we niet de vader of moeder zijn die we zouden moeten zijn. We zijn niet de echtgenoot of echtgenote, niet de broer of zus die we zouden moeten zijn.
In het leven hebben we allemaal een zeker ‘deficit’. We hebben nood aan barmhartigheid.
We beseffen immers dat ook wij kwaad hebben gedaan en dat aan het goede dat we hadden kunnen doen altijd iets ontbreekt.
Het geheim van barmhartigheid
Maar juist onze armoede wordt de kracht om te vergeven! Wij zijn schuldenaars en als we, zoals we bij het begin hebben gehoord, gemeten worden aan de maat waarmee we anderen meten (cf. Lc. 6:38), dan doen we goed eraan onze maat te verruimen en schulden kwijt te schelden, te vergeven. Iedereen moet zich herinneren dat we vergeving moeten schenken en dat we vergeving nodig hebben, dat we nood hebben aan geduld.
Dat is het geheim van de barmhartigheid: door vergiffenis te schenken, ontvangen we vergiffenis.
Dat is de reden waarom God altijd voorgaat en dat Hij ons als eerste vergiffenis schenkt (cf. Rom. 5, 8). Door zijn vergeving te ontvangen, worden wij op onze beurt bekwaam tot vergeving. Op deze wijze worden onze ellende en ons gebrek aan gerechtigheid een gelegenheid om open te komen voor het rijk der hemelen, voor een grotere maat, de maat van God, die barmhartigheid is.
Geen christendom zonder barmhartigheid
Waar ontspringt onze barmhartigheid? Jezus heeft ons gezegd: Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is (Lc. 6, 36). Hoe meer men de liefde van de Vader aanvaardt, des te meer heeft men lief (cf. CKK, 2842). Barmhartigheid is niet één kenmerk onder andere, maar het is het centrum van het christelijke leven: er bestaat geen christendom zonder barmhartigheid.[1] Als heel ons christendom ons niet tot barmhartigheid brengt, hebben we ons vergist van weg, want barmhartigheid is het enige ware doel van elke geestelijke weg. Het is een van de mooiste vruchten van de naastenliefde (CKK, 1829).
Eerste Angelus
Ik herinner me dat dit thema werd gekozen voor het eerste Angelus dat ik als paus moest uitspreken: barmhartigheid. En dit is mij sterk bij gebleven, als een boodschap die ik als paus altijd zou moeten brengen, de boodschap van elke dag: barmhartigheid. Ik herinner me dat ik die dag ook de ietwat schaamteloze houding heb aangenomen door publiciteit te maken voor een boek over barmhartigheid, dat net gepubliceerd was door kardinaal Walter Kasper.
Op die dag voelde ik heel sterk dat dit de boodschap is die ik als bisschop van Rome moet brengen: barmhartigheid, barmhartigheid, alstublieft, vergiffenis.
De barmhartigheid van God is onze bevrijding en ons geluk. We leven van barmhartigheid en we kunnen het ons niet veroorloven om zonder barmhartigheid te zijn: het is de lucht om te ademen. We zijn te arm om voorwaarden te stellen, we moeten vergiffenis schenken, want we moeten vergiffenis krijgen.
Dankjewel!
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
_______________________________
[1] Cf. Paus Joannes Paulus II, Encycliek Over de goddelijke barmhartigheid (30 november 1980); Paus Franciscus, Bul: Het gelaat van de barmhartigheid (11 april 2015); Apostolische brief: Barmhartigheid en ellende (20 november 2016).