Paul Verhaeghe: ‘Straks weer business as usual? Ik denk het niet’
Een van de gevolgen van de coronacrisis is dat alle colleges aan de Ugent online gedoceerd moeten worden. Op woensdag 18 maart gaf Paul Verhaeghe les aan vijfhonderd onzichtbare studenten die het vak ‘Cultuur- en maatschappijkritiek’ volgen. Omwille van de bijzondere omstandigheden startte hij het college met een aantal bedenkingen over wat wij nu meemaken. Hieronder vind je de tekst van zijn inleiding.
Wat we nu meemaken, is onbedoeld een sociaal en maatschappelijk experiment van een nooit geziene omvang.
Collectieve rampen gebeuren wel vaker en zijn de laatste decennia ook grondig onderzocht, met als laatste voorbeeld New Orleans met ‘Katrina’. Uit ‘disaster research’ blijken telkens opnieuw dezelfde drie dingen. Ons prosociaal gedrag stijgt spectaculair: mensen gaan elkaar zoveel mogelijk opzoeken en helpen (en dat hoeven geen vrienden of familieleden te zijn). Bijkomende problemen (naast de catastrofe) worden vaak veroorzaakt door officiële instanties, zeker indien ze hiërarchisch en bureaucratisch georganiseerd zijn. Ten slotte: de berichtgeving is nagenoeg altijd én verkeerd én negatief (plunderen, verkrachten,…)
Nu al wordt het duidelijk dat de corona-crisis niet beantwoordt aan dit ‘normale’ profiel van een collectieve ramp.
Het allerbelangrijkste verschil is dat het gevaar niet buiten ons ligt, maar in onszelf en — vooral — in de ander. Onze spontane reactie om elkaar de hand te reiken wordt afgeremd en afgeraden, de ander is de bedreiging en dus te mijden. Straks zitten we allemaal op een eilandje, bang af te wachten of ‘het’ ook ons zal overkomen.
Vasthouden
Gelukkig hebben we digitale mogelijkheden om elkaar te horen en te zien. Maar niet om elkaar te ruiken, te voelen, te knuffelen. Mensen die al eenzaam waren en voor wie de werkvloer de voornaamste plaats was om anderen te ontmoeten, zullen nu nog veel meer geïsoleerd raken. De opgelegde afstand van anderhalve meter en het verbod om met meer dan twee op stap te gaan, hoe terecht ook, zullen de angst doen toenemen. In tijden van onzekerheid willen we dicht bij elkaar aan schurken, en wanneer dat niet kan, neemt de angst toe.
Ik wil vastgehouden worden, ik wil vasthouden, en het mag niet.
Onzekerheid is iets wat wij verafschuwen, we willen antwoorden. De illusie dat we alles onder controle hadden, was tot een maand terug torenhoog. Ook toen was het een illusie, maar we beseften dat niet. Vandaag de dag moeten de antwoorden van wetenschappers komen, maar helaas berust wetenschap altijd op twijfel (valt Ibuprofen nu écht te mijden?) en zullen experten slechts zelden met grote stelligheid vaststaande waarheden verkondigen.
Keuzes maken
De gevolgen daarvan worden ondertussen duidelijk: complottheorieën steken de kop op (China heeft het virus doelbewust verspreid!), het doemdenken kent hoogdagen (hamsteren dus – het opslaan van vooral wc-papier, toont hoe irrationeel deze reactie is). Dat we door het contactverbod nu nog meer dan vroeger onze toevlucht moeten nemen tot sociale media, draagt daar helaas toe bij.
Op mijn smartphone blijft het aantal doorgestuurde grappige filmpjes gelukkig veel hoger dan de fake news doemdenk-verhalen.
Het zal nog wel even duren vooraleer we weten, écht weten, wat de reële omvang van het gevaar is. In afwachting daarvan moeten we keuzes maken, individueel en collectief.
Geen voorrang voor economie
Dit brengt mij bij een tweede verschil tussen de corona-crisis en de ‘gewone’ collectieve rampen. We zien voor het eerst in lange tijd een overheid die snel en drastisch ingrijpt. En — nog veel belangrijker — we zien een overheid die géén voorrang geeft aan ‘de’ economie, maar wel aan een heel ouderwetse bekommernis waarvan zelfs de benaming oubollig klinkt: de volksgezondheid. De maatregelen ter bescherming van ons allemaal kosten handenvol geld en zullen ongetwijfeld veel bedrijven in ernstige moeilijkheden brengen, maar onze overheid aarzelt niet om ze te nemen. Gelukkig maar.
De rekening volgt later, ik kan alleen maar hopen dat de kosten op een billijke manier verdeeld zullen worden.
Ook zeer opvallend is dat bepaalde landen uitdrukkelijk achterblijven en andere keuzes maken: de VS, het VK en Nederland. Zou het toeval zijn dat net deze landen de neoliberale ideologie het hoogst in hun vaandel voeren? De onzichtbare hand waar ze nu op hopen, heet ‘herd immunity’ (natuurlijk in het Engels, dé taal van het neoliberalisme), als schaamlapje voor het klassieke ‘laissez-faire’: niks doen, ‘de’ economie zou eronder lijden, het waait wel over.
En wie sterft, die was al verzwakt, toch?
Dat zelfs Trump een bocht van honderdtachtig graden heeft moeten maken (die hij in zijn gebruikelijke stijl straal ontkent), betekent vooral dat hij zijn herverkiezing in gevaar ziet komen, niet dat hij plots het licht zou gezien hebben.
Ook opvallend: het verschil tussen strakke, centralistische staten (China, Singapore) met een bevolking die traditioneel gezien meer belang hecht aan de groep dan aan het individu. Hun bijna militaire aanpak blijft toch griezelig om aan te zien. Het heeft blijkbaar wel gewerkt, afgaande op de resultaten. Geef mij toch maar onze aanpak.
Geen totale isolatie
Waar gaan we naartoe? Dat zullen we over een paar weken weten. Wat we nu vooral moeten doen, is ervoor zorgen dat de isolatie niet totaal wordt. Samen zijn moet mogelijk blijven, meer dan ooit zelfs. Gisteren waren er in Gent straatbeelden te zien die ik mij nog herinner uit mijn kindertijd: mensen zetten stoelen op de stoep, drinken een glas en praten met de overburen. Als ik deze ochtend lees dat de politie wil verbieden dat mensen voor hun huis op een bankje zitten en een praatje maken met de buren op hun bankje aan de overkant, dan vind ik dat ronduit dom. Op die afstand is besmetting onmogelijk.
Laat ons alsjeblief de mogelijkheden tot contact die er nog zijn, zoveel mogelijk benutten, laat ons daar zo creatief mogelijk mee omspringen.
Een groep mensen langdurig in hun woning opsluiten, zorgt voor een explosieve situatie.
Het is best mogelijk dat we over negen maanden een corona-babyboom zullen hebben, naast een corona-echtscheidingsboom.
Positieve kanten
En het is niet allemaal kommer en kwel. Never waste a good crisis hoeft geen cynische uitspraak te zijn. Tot vandaag lees ik weinig berichten waarin de positieve kanten aan bod komen, maar die zijn er wel degelijk. De corona-crisis is zonder meer een zegen voor de CO2 uitstoot en fijnstof, de effecten ervan zijn nu reeds meetbaar.
En wat vinden jullie van de deugddoende stilte?
Van de tijd die vrijkomt, alleen al omdat we ons niet meer filegewijs moeten verplaatsen? We vertragen, we staan stil, we hebben tijd om een en ander te overdenken.
Crisis zorgt voor bewustwording, bewustwording kan de basis vormen voor verandering.
De wijze waarop we onze economie georganiseerd hebben, maakt ons zeer kwetsbaar. De manier waarop we onze samenleving georganiseerd hebben in het kielzog van dat economisch model, maakt ons niet echt gelukkig. Dat bewustzijn is de voorbije jaren langzaam maar zeker gestegen.
Wat we nu meemaken, is een harde schop onder onze kont: het is tijd om anders te gaan leven.
Als de corona-crisis lang aanhoudt, zullen velen onder ons de tijd hebben om na te denken en hun gedachten te delen met anderen. Straks opnieuw ‘business as usual’?
Ik denk het niet.
Paul Verhaeghe, ‘Cultuur- en maatschappijkritiek’ – college d.d. 18 maart 2020.