Hoedje af voor mijn cappuccino ~ Christelijk erfgoed in de taal
In een Oostenrijkse koffiebar ergens in de 16de eeuw stelt de ober een nieuwigheidje voor: de Wiener Melange. Een wolkje melk of een flinke scheut: dat is het verschil tussen een koffie à la kapucijn of à la franciscaan.
De kapucijnen vormen in die tijd een nieuwe religieuze stroming, een verstrengde vorm van de franciscanen. Die laatsten nemen het vaak niet meer zo nauw met de sobere levensstijl van hun stichter, Franciscus van Assisi (1182-1226). Die had zijn broeders destijds opgedragen om in navolging van Jezus zonder bezittingen rond te trekken, open voor ontmoeting en in harmonie met al wat leeft.
De donkerdere pij van deze nieuwe groep monniken geeft precies aan hoe zij het charisma van Franciscus wensen na te volgen: straf.
En of deze nieuwe religieuze beweging tot de verbeelding spreekt! Haar kledij wordt een inspiratiebron voor allerlei nieuwe woorden, die tot op vandaag in onze taal voortleven. Cappa is het Italiaanse woord voor ‘kap’, cappuccio is een kleine kap of monnikskap. En aan dat woord dankt de orde haar naam.
Het publiek in onze 16de-eeuwse koffiebar heeft geen tekeningetje nodig om te weten welke koffie het strafst is: de kapucijn of de franciscaan. Wanneer de nieuwe smaken de grens met Italië oversteken, krijgt de nieuwe koffiesensatie haar huidige naam.
Naar de puntige, bruine kap van de kapucijnen zijn nog heel wat andere nieuwigheden genoemd: de capuchon, het kapucijneraapje, de kapucijnererwt. Ken je er nog?