De wereld van Pärt (5): de Johannespassie
Wat voorafging: in een vloed van inspiratie componeert Arvo Pärt een dozijn nieuwe werken, waaronder verscheidene van zijn populairste werken: Für Alina, Tabula Rasa en Spiegel im Spiegel, het laatste werk voor hij emigreert.
Op 18 januari 1980 stappen Arvo Pärt, zijn vrouw Nora en hun twee jonge kinderen op een trein die in Tallinn vertrekt met bestemming Wenen. Een dag later steken ze grens met Polen over in Brest-Litovsk, en dat is letterlijk geen dag te vroeg. Een dag later escaleert de Russische invasie in Afghanistan en gaan de Russische grenzen dicht.
Op het perron
Op 20 januari 1980 arriveert het gezin Pärt in Wenen. Op het perron van Wien Hauptbahnhof wordt Pärt – zonder dat hij daarvan op de hoogte is – opgewacht door een vertegenwoordiger van Universal Music, een van ’s werelds grootste muziekuitgeverijen met wie er de voorbije jaren al contact was geweest. De uitgeverij biedt Pärt aan zijn muziek uit te geven en hulp om zich te vestigen in Wenen.
Pärts nieuwe leven is begonnen, en dat zal ook zijn muziek vanaf dan beïnvloeden.
In Estland heette Pärt officieel een verrader van het vaderland te zijn. Uitvoeringen van zijn werk in concertzalen en op radio of tv werden verboden. Pas een kleine tien jaar later zou daar een eind aan komen, dankzij de perestrojka van Michail Gorbatsjov.
Beginnen met een knal
Het gezin Pärt woont in Wenen, maar aardt niet in die enorme stad.
De nieuwe omgeving, het heimwee naar Estland en de onzekere toekomst doet het gezin op zichzelf terugplooien.
Gelukkig komen de eerste compositieopdrachten binnen, zoals van de Dom van Speyer, in Duitsland. Ter gelegenheid van de 900ste verjaardag componeert Pärt een merkwaardig werk voor orgel: Annum per Annum. Een ‘orgel-mis’, noemt hij het, in vijf delen die zijn aangeduid met de letters K, G, C, S, A, verwijzend naar de vijf delen van het ordinarium (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei).
• Luister hier naar ‘Annum per annum’.
Annum per annum dendert binnen met een kolossaal akkoord, dat langzaamaan verbrokkelt. Om dan weer op te bouwen. Daar schuilt een mooie symboliek in, zegt Maarten Van Ingelgem:
Voor mij staat dat symbool voor heel die evolutie bij Pärt, maar ook voor het kantelen van de buitenwereld naar het innerlijke.
• VIDEO: Maarten Van Ingelgem over de symboliek in ‘Annum per annum’. (Lees verder onder de video.)
In datzelfde jaar 1980 schrijft Pärt het sombere De Profundis, gebaseerd op Psalm 130.
• Luister hier naar ‘De Profundis’.
Uit de diepte werkt de muziek zich omhoog: een mannenkoor begeleid door diepe orgelklanken, als in een voortschrijdende begrafenisstoet.
‘Het huwelijk van Jezus’ en tomaten
Opvallend is dat Arvo Pärt De Profundis opdraagt aan Gottfried von Einem (1918-1996), een weinig bekende Oostenrijkse componist die onder meer een opera schreef naar Het Proces van Kafka.
Welke band er met Arvo Pärt was, is niet duidelijk.
Wel ging in 1980 — het jaar van De Profundis — een nieuwe opera van von Einem in première in Wenen, waar Pärt toen woonde. De titel van de opera: Jesu Hochzeit (Het huwelijk van Jezus). Een mystieke/symbolische opera die in de pers onterecht als een schandaalstuk werd afgeschilderd, wat voor hevige reacties leidde. Tijdens de première werd met tomaten en stinkbommen gegooid - de opera kwam die negatieve sfeer en werd daarna nog zelden opgevoerd.
Het is niet ondenkbaar dat Arvo Pärt zich verbonden voelde met (1) het thema van de opera en (2) het lot van de componist.
De Johannespassie
Eén van Pärts meest bijzondere (en ook langste) werken, is zijn Johannespassie. Voluit: Passio Domini nostri Jesu Christi secundum Joannem. Pärt had de eerste schetsen al bij zich toen hij uit Estland emigreerde en werkte ze uit toen hij een compositieopdracht kreeg van de Bayerische Rundfunk.
De bezetting van het 70 minuten durende werk is ongewoon en niet te vergelijken met eender welke bekende passiezetting:
- De woorden van de Evangelist worden in wisselende bezetting verdeeld onder één sopraan, contratenor, tenor en bas, begeleid door amper 4 instrumenten: altviool, hobo, cello en fagot.
- Petrus, de hogepriesters, dienaren en andere nevenpersonages worden gezongen door een koor, soms begeleid door een orgel.
- De woorden van Jezus worden gezongen door een bas/bariton, die van Pontius Pilatus door een tenor. Beiden worden begeleid door een orgel.
Dit alles zorgt voor een uniek, uitgepuurd klankbeeld. Eéntonig volgens sommigen, betoverend volgens anderen. Het Engelse muziekblad Gramophone schreef:
‘Het is meer een liturgisch ritueel dan een concertstuk.
Koppig repetitief en monochroom, bewust anti-dramatisch en neutraal.
Deze muziek bereikt een uitzonderlijk en nobel effect door de eenvoudigste middelen.’
De première in 1982 was geen onverdeeld succes. Pas toen het Hilliard Ensemble in 1988 zijn legendarische opname maakte, was dit tot volle tevredenheid van Pärt.
• VIDEO: beluister hieronder een volledige concertopname. (Lees verder onder de video.)
Voor wie niet de volle 70 minuten tijd kan maken, loont het de moeite om even door te spoelen naar de geweldige laatste minuten in bovenstaande video:
- 1'02'30": het Evangelist-koortje zingt hoe Jezus, stervend aan het kruis, een spons met zure wijn krijgt aangereikt
- 1'03'04": Consummatum est - Het is volbracht.
- 1'03'38": de vier stemmen van het koortje smelten samen in Et inclinato capite tradidit spiritum - Daarop boog Hij het hoofd, en gaf de geest
- 1'03'58": de dirigent laat een lange pauze, waarna plots het koor inzet in een andere, stralende toonaard die de hemel doet opklaren: Qui passus es pro nobis, miserere nobis. Amen. Gij die hebt geleden voor ons, ontferm U over ons. Amen.
Een prachtig slot van één van de opmerkelijkste passies uit de muziekgeschiedenis.
•
Koop een opname van de Johannespassie van Pärt via de Kerknet-shop.
Lees volgende zaterdag deel 6 van 'De wereld van Pärt'.
Beluister hieronder de Spotify-lijst met alle muziek van Pärt.
Geraadpleegde bronnen:
- Arvo Pärt Centre: www.arvopart.ee
- The Cambridge Companion to Arvo Pärt (Andrew Shenton)
- Arvo Pärt’s Tabula Rasa (Kevin C. Karnes)
- Oxford Studies of Composers: Arvo Pärt (Paul Hillier)