Storm op het meer
Ik was uitgenodigd om deel te nemen aan een huiskerk. Daar ging ik graag op in. In coronatijden moeten we samen op zoek naar nieuwe vormen, dus elke inspiratie was welkom.
De gastvrouw had tien stoelen in een grote kring onder een oude kastanjeboom geplaatst.
In het midden stond een tafel met bloemen, een brandende kaars en alles wat we nodig hadden.
Via mobieltje en laptop konden we zelfs naar enkele liederen luisteren. We droegen mondmaskers en hadden elk een eigen blaadje om mee te volgen.
De viering draaide rond de tekst van de storm op het meer en had als thema ‘Samen in hetzelfde schuitje’.
Maar halverwege het eerste lied begon het – bijna net zoals in de evangelietekst – vreselijk te donderen en te bliksemen. Dikke regendruppels plensden omlaag. Wij vluchtten met hebben en houden naar de grote woonkamer, waar we de viering met open deuren en ramen verder konden zetten.
Het was mooi om samen te bidden en naar de prachtige liederen te luisteren. Het was fijn om te horen wat de gastvrouw en enkele deelnemers vertelden over wat de tekst bij hen opriep. Het was goed om dat samen te delen en zo bij elkaar te horen.
We lachten samen omdat we niet alleen symbolisch – met corona en alles wat er fout loopt in onze wereld – in een storm verzeild waren, maar ook letterlijk.
We zochten naar de richting die we uit wilden: in verbondenheid met God en zijn droom met ons, in verbondenheid met elkaar.
We hebben deze bijeenkomsten in een of andere vorm nodig om ons vast te houden aan God. Ze geven ons moed en maken ons sterk.
Toen we door de regen naar huis gingen, hadden we bijna het gevoel dat we over water konden lopen.
En de hoop dat – als we al eens in de golven zouden zakken – God of een van zijn vele helpers ons bij de lurven zou grijpen en weer omhoog trekken.