Het oor van God
U kent ze wel, die oude afbeeldingen met het oog van God in een driehoek, met daaronder de tekst ‘God ziet mij, hier vloekt men niet’. Inmiddels zijn ze retro en dus hip, maar mij hebben ze nooit een centimeter dichter bij God gebracht.
Als ik een lichaamsdeel zou mogen kiezen dat mij aan God doet denken, hoef ik niet lang na te denken.
God is voor mij een en al oor.
Alle verzuchtingen van meer dan zeven miljard mensen, alle verlangens en pijn – misschien nog niet eens voor zichzelf uitgesproken – bereiken zijn grote oren. Hij hoort het allemaal en hij luistert ernaar zoals alleen God dat kan: zonder te oordelen, zonder te onderbreken, zonder bijsturing naar links of naar rechts. Hij stuurt enkel de echo van zijn hart. Dat moet genoeg zijn om verder te leven.
Dat heeft ook gevolgen voor ons, die met vallen en opstaan proberen ‘beeld van God’ te zijn. In deze coronatijden denk ik weleens dat wij mensen niet zozeer de handen van God zijn, maar vooral zijn oren.
Want ook al mogen we niet dichter dan anderhalve meter bij elkaar komen, mensen blijven staan als ze iemand ontmoeten die ze kennen.
Ze blijven vertellen wat hen bezighoudt, wat hen aangrijpt, waar ze mee worstelen.
Zelfs als we voor elkaar als gesprekspartners achter mondmaskers verstopt blijven, willen we vertellen en gehoord worden.
In mijn hoofd zit inmiddels een overzicht van bankjes in onze stad, ver genoeg maar niet te ver van elkaar. Ideaal voor een gesprek met wie er ook even neerstrijkt. Over koetjes en kalfjes, zoals dat heet. In werkelijkheid gaat het bijna altijd over kinderen en kleinkinderen, over verdriet en hoop, over kleine en grote zorgen en gelukjes. We hebben een grote behoefte om te delen en gehoord te worden.
De herfst is in aantocht en daarna de winter. Waarschijnlijk is het binnenkort te koud of te nat voor de bankjes buiten. Ik weet dat er wel tien kerken staan in onze stad, hoog en leeg, en vol met banken of stoelen. Ze zijn de hele week behalve op zondag stevig op slot.
Vaak vragen wij christenen ons af wat we kunnen betekenen in de samenleving.
Misschien moeten we het niet te ver zoeken. We kunnen plekken aanbieden waar mensen even kunnen neerstrijken en naar elkaar kunnen luisteren.
Ik hoop dat de mensen met de sleutels mij horen.