De wereld van Pärt (slot): de teksten die hem inspireerden
Wat voorafging: in de 21ste eeuw lijkt Pärts creatieve kracht af te brokkelen. Hij componeert veel kortere stukken, niet altijd even sterk, en nog amper grotere werken. Salve Regina, Lamentate, Symfonie nr. 4 en Adam’s Lament zijn zowat de enige.
Eerst de tekst, dán de muziek
Prima la musica e poi le parole. Eerst de muziek en dan de woorden, zo luidt het soms als het over vocale muziek gaat. Eigenlijk is het de titel van een korte opera van Antonio Salieri – de man die Mozart niét vermoordde – maar dat doet er hier niet toe. Als het voor één iemand niét opgaat, dan voor Arvo Pärt. Zijn muziek begint bij de tekst, volgt die soms lettergreep per lettergreep, en zelfs in instrumentale composities bepaalt de tekst soms meticuleus het verloop van de muziek.
Als dat geen reden is om te bekijken door welke teksten Pärt zich in zijn oeuvre liet inspireren... De Bijbel ligt altijd binnen handbereik, maar is niet de enige bron.
Adam’s Lament
Adam’s Lament is een werk voor koor en strijkorkest, gebaseerd op een tekst van de heilige Silouan, al decennialang een inspiratiebron voor de componist. Een van de laatste grotere werk van Pärt, intussen al tien jaar oud.
An den Wassern zu Babel saßen wir und weinten
Psalm 137. Vaak gebruikt, tot in de popmuziek toe: By the rivers of Babylon. De oorspronkelijke versie werd uitgevoerd op het legendarische concert in Tallinn, oktober 1976, waar Pärt zijn ‘nieuwe’ muziek voorstelde. Toen heette het nog In Spe (In de hoop). Pas in 1984 kreeg het zijn nieuwe titel, die uiteraard ook op Pärts persoonlijke situatie als banneling kan worden toegepast. De ‘tekst’ bestaat alleen uit de klinkers die voorkomen in Kyrie eleison. Een kleinood in Pärts oeuvre.
And I heard a voice…
Koorstuk ter nagedachtenis van een Estse aartsbisschop Konrad Keem, die Pärt ontmoette toen hij naar Wenen was gevlucht. De tekst komt uit het Boek Openbaring (14:13).
And One of the Pharisees…
Het driestemmige And One of the Pharisees... dateert uit 1992. Gebaseerd op de parabel ‘Aan tafel bij een Farizeeër’ uit het Evangelie van Lukas.
Anthem of Sint-John the Baptist
De hymne van het St. John’s College in Oxford dateerde uit de 17de eeuw en was toen geschreven door de beroemde componist Orlando Gibbons. De tekst was een passage uit Johannes 1:19-23. Arvo Pärt werd gevraagd een nieuwe hymne te schrijven. Hij koos voor een tekst uit hetzelfde hoofdstuk, maar tien lijnen verder: Johannes 1:29-34. De passage begint met: ‘De volgende dag zag Johannes Jezus aankomen. Hij zei: Kijk, daar is het lam van God, dat de zonde van de mensen wegneemt.’
The Beatitudes
Gebaseerd op de tekst van Jezus’ bergrede in het Evangelie vanMatteüs (5:3-12).
Cantate Domino
Eén van de vele werken die Pärt in 1976/1977 schreef in zijn nieuwe tintinnabuli-stijl en zonder twijfel ook één van de meer opgewekte. Psalm 96: ‘Zing een nieuw lied voor de Heer!’
• VIDEO: luister naar ‘Cantate Domino’. (Lees verder onder de video.)
Cantique des degrés
Wist je dat prinses Caroline van Monaco een compositieopdracht gaf aan Arvo Pärt? Ze deed dat om te vieren dat haar vader, prins Rainier van Monaco, in 1999 50 jaar regeerde over het vorstendom. De tekst komt uit Psalm 121: ‘Ik kijk omhoog naar de bergen’.
Cecilia, vergine romana
Ter gelegenheid van het Heilige Jaar 2000 componeerde Pärt deze ode aan de patroonheilige van de muziek. De (Italiaanse) tekst gaat terug tot de tekst in het Romeins brevier op 22 november, de feestdag van de heilige Cecilia.
Christmas Lullaby
Een ‘slaapliedje’ voor Kerstmis, op een tekst uit het Evangelie van Lukas (2:7): ‘Het was Maria’s eerste kind, een jongen. Maria wikkelde hem in een doek, en legde hem in een voederbak voor de dieren.’
Como cierva sedienta
De bekende Psalm 42 (God, ik verlang naar u, zoals een hert verlangt naar helder water), in 1998 op muziek gezet voor sopraan en orkest. De tekst is in het Spaans; de opdrachtgever was een muziekfestival op de Canarische Eilanden. Sopraan Patricia Rozario zong de première op het eiland Tenerife.
The Deer’s Cry
Een tekst van de 5de-eeuwse Sint Patrick lag aan de basis van The Deer’s Cry. Sint Patrick is de patroonheilige van Ierland, en ook degene die het christendom naar Ierland bracht.
De profundis
In 1980, zijn eerste jaar in het Westen, schreef Pärt dit aangrijpende werk voor mannenkoor en orgel, gebaseerd op de bekende Psalm 130. Een smeekbede van de mens de profundis, vanuit de diepte.
• VIDEO: luister naar ‘De profundis’. (Lees verder onder de video.)
Dopo la vittoria
Een koorwerk in opdracht van de stad Milaan in 1997, om te herdenken dat de heilige Ambrosius 1.600 jaar geleden stierf. Centraal in de tekst staat het ontstaan van het Te Deum. Volgens de traditie zou de heilige Ambrosius van Milaan deze tekst hebben samengesteld samen met Augustinus ter gelegenheid van diens doop in de paasnacht van het jaar 387. Vandaar dat het Te Deum ook de ‘Ambrosiaanse lofzang’ wordt genoemd.
Drei Hirtenkinder aus Fátima
Drei Hirtenkinder aus Fátima (2014) heeft als onderwerp de Mariaverschijningen in het Portugese dorpje Fátima. Het kortje a cappella koorwerk is opgedragen aan kunstenaar Gerhard Richter. Gebaseerd op Psalm 8.2: ‘Zelfs kleine kinderen zingen over u’.
Es sang vor langen Jahren
Voor alt/contratenor, viool en altviool. Eén van de weinige werken die niet op een religieuze tekst zijn gebaseerd, maar op een liefdesgedicht van Clemens Brentano (1778-1842).
Habitare fratres in unum
Nog onbekend koorwerk uit 2012 dat gebruikmaakt van Psalm 133: ‘Wat is het leven goed en mooi als mensen in liefde met elkaar leven.’ Een pelgrimslied van David in drie verzen, een ode aan broederlijke eenheid.
I am the true vine
A cappella koorwerk uit 1996 gecomponeerd ter gelegenheid van de 900ste verjaardag van de kathedraal van Norwich. De tekst komt uit Johannes 15:1-14: ‘Ik ben de stam van Gods druivenplant, en jullie zijn de takken. God zelf is de tuinman.’
Kanon Pokajanen
Vierstemmige zetting van de orthodoxe boetehymne. Een krachttoer van Pärt en zonder twijfel één van zijn belangrijkste werken.
Litany
Litany was een opdracht van het Oregon Bach Festival in het Amerikaanse Eugene. Pärt koos daarom voor een Engelse vertaling van een tekst van de heilige Johannes Chrysostomus, 4de-eeuwse aartsbisschop van Constantinopel die later werd verheven tot kerkvader en kerkleraar. In de tekst zijn 24 gebeden opgenomen, verdeeld in 12 voor de dag en 12 voor de avond/nacht.
Littlemore Tractus
De Engelse kardinaal Newman ligt aan de basis van Littlemore Tractus voor koor en orgel. De tekst gaat terug tot de laatste regels van een van Newmans beroemde preken: Wijsheid en onschuld, uitgesproken in 1843 in Littlemore. Newman werd in oktober 2019 heiligverklaard door paus Franciscus. ‘May He support us all the day long...’
Magnificat
Het Magnificat, ook wel de lofzang van Maria genoemd, is te vinden in het Evangelie volgens Lucas: ‘Ik geef alle eer aan God. Ik juich voor hem, hij is mijn redder.’
• VIDEO: luister naar ‘Magnificat’. (Lees verder onder de video.)
Mein Weg hat Gipfel und Wellentäler
Mijn weg kent pieken en golvende dalen is één van Pärts vier orgelwerken, geïnspireerd door een gedicht van Edmond Jabès (1912-1991), een Franse schrijver van Egyptische afkomst. De tekst van het gedicht staat integraal in het woord vooraf bij de partituur.
Miserere
In Psalm 51 vraagt koning David vergiffenis voor wat hij heeft gedaan: zijn overspel met Batseba, de vrouw van Uria, die hij liet doden om met Batseba te kunnen trouwen. Pärt combineert dit met fragmenten uit het Dies Irae. Het Miserere is een van Pärts absolute topwerken.
Morning Star
A cappella koorwerk ter gelegenheid van de 175ste verjaardag van de universiteit van Durham. Morning Star ontleent zijn tekst aan een gebed dat op de graftombe staat van de 8ste-eeuwse Engelse monnik Bede in de kathedraal van Durham.
My heart’s in the highland
Prachtig miniatuurtje voor hoge zangstem, viool, altviool, cello en orgel. De tekst is een gedicht van de Schot Robert Burns. De tekst telt drie verschillende strofen (de vierde is een herhaling): voor elke strofe gebruikt de zanger slechts één noot, respectievelijk fa, la bémol en do, samen het akkoord van f mineur.
Nunc dimittis
Opnieuw op basis van Lucas, ditmaal de passage waarin Simeon in de tempel de pasgeboren Jezus ziet: ‘Heer, ik ben uw dienaar. Nu kan ik rustig sterven, zoals u mij beloofd hebt.’
Pari intervallo
Pärt schreef dit instrumentale werk in 1976 ter gelegenheid van de dood van zijn stiefvader en gebruikte als motto een fragment uit de Brief van Paulus aan de Romeinen: ‘Als we leven, leven we voor de Heer. Als we sterven, sterven we voor de Heer.’
Passio
De Johannespassie. Eén van Pärts meesterwerken, gebaseerd op het Evangelie van Johannes (18,1-40 en 19,1-30).
Peace Upon You, Jerusalem
Kort a cappella werk voor vrouwenkoor. Psalm 122 is één van de psalmen die over de reis naar Jeruzalem gaan.
Psalom
Psalom, voor strijkkwartet, haalt zijn inspiratie uit Psalm 112. Ook al is het een instrumentaal werk, het verloop van de tekst bepaalt de muziek. ‘Gelukkig zijn mensen die trouw zijn aan de Heer.’ De eerste versie voltooide Pärt op 11 september 1985, de dag van zijn 50ste verjaardag.
Sarah was ninety years old
Eén van Pärts meest abstracte werken, dat een grotere bekendheid verdient. Ontstond al in Estland in 1976 onder de naam Modus, en werd pas in 1989 gepubliceerd onder een duidelijker titel: Sarah was 90 years old, een verwijzing naar het verhaal uit Genesis (Genesis 16, 17, 18 en 21) over de vrouw van Abraham die op hoge leeftijd nog een zoon krijgt.
Sei gelobt, du Baum
Een fascinerend verhaal ligt aan de oorsprong van dit kleinood. In Zwitserland werd in 1962 een stuk boomstam opgegraven dat na onderzoek werd gedateerd rond 300 jaar voor Christus. Door klei- en modderlagen in de grond was de boom uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Van het hout werden twee muziekinstrumenten gemaakt: een viool en een guiterne, een voorloper van de gitaar. De Estse dichteres Viivi Luik schreef er een gedicht over, dat door Arvo Pärt werd verwerkt tot muziek voor deze twee oude instrumenten, een contrabas en een zanger of koor. Sei gelobt, du Baum! Du, der du die Erde und Himmel vereinst... Het ontdekken waard!
• VIDEO: luister naar ‘Sei gelobt, du Baum’. (Lees verder onder de video.)
Stabat Mater
Verscheidene namen circuleren als auteur van het Stabat Mater.Jacopone da Todi (12de eeuw) was lang in de running, maar ook de Italiaanse kardinaal Bonaventura en dienst leerling John Peckham worden genoemd. De tekst bracht Arvo Pärt tot een abosluut meesterwerk.
Trisagion
Een instrumentaal werk voor strijkorkest, maar tot op de letter gebaseerd op het openingsgebed van de Orthodoxe liturgie.
Vater Unser
Het Onzevader, in Duitse vertaling. In de Bijbel te vinden in Matteüs (6:9-13) als onderdeel van de Bergrede.
Von Angesicht zu Angesicht
Geschreven in 2005 voor sopraan, bariton, klarinet, altviool en contrabas. Aanleiding was het overlijden van Helle Mustonen, een zangeres die deel uitmaakte van het (oudemuziek)ensemble in Tallinn dat veel van Pärts eerste tintinnabuli-werk uitvoerde. Pärt koos fragmenten uit de Eerste Brief aan de Korinthiërs, die gaan over aankomen op een plaats van waar je niet meer kan terugkeren.
Ein Wallfahrtslied
In 1984 schreef Pärt dit pelgrimslied voor tenor/bariton en strijkkwartet, ter nagedachtenis aan filmregisseur Grigory Kromanov. Psalm 121 staat onder de titel op de partituur. ‘Ik kijk omhoog naar de bergen, daar komt mijn hulp vandaan.’ Zie ook: Cantique des degrés.
Which Was the Son of …
Koorwerk dat werd besteld door de stad Reykjavik, die in 2000 één van de negen Europese cultuurhoofdsteden was. Het koor dat dit werk zijn wereldpremière gaf, heette ‘Voices of Europe’ en was samengesteld uit jongeren tussen 18 en 23 uit de verschillende cultuurhoofdsteden. De tekst uit het Evangelie van Lucas (3:23-38) gaat over de afstamming van Jezus.
The Woman with the alabaster box
Onder meer in Matteüs 26:7 wordt beschreven hoe een vrouw met een al(a)basten kruik bijzondere olie over Jezus’ hoofd giet. Het inspireerde Pärt in 1997 tot een a cappella koorwerk.
Zwei Beter
Deze twee gebeden, is 1998 geschreven voor vrouwenkoor, verwijzen naar Lukas 18, 9-14, de passage over de farizeeër in de tollenaar.
Zwei slawische Psalmen
In 1984 gebruikte Pärt voor het eerst teksten in het Oudkerkslavisch. De eerste is de kortste van alle psalmen (Psalm 117, Juich voor de Heer, alle volken), de tweede is Psalm 131, een van Davids pelgrimsliederen.
Dit was de 8ste en laatste aflevering van de zomerreeks ‘De wereld van Pärt’. Heb je vragen of opmerkingen? Wil je nog een werk van Pärt onder de aandacht brengen? Reageer hieronder!
Alle muziek die in deze reeks werd genoemd, kan je terugvinden in onderstaande Spotify-playlist, via YouTube of iTunes.