Oude God
Vanuit mijn woonplaats kun je op veel verschillende manieren naar Antwerpen sporen. Via Mechelen of Aarschot, met een wisselend aantal stopplaatsen afhankelijk van het uur van de dag en de geheimen van de NMBS. De snelste verbinding is die met een grote omweg via de luchthaven, begrijpe wie kan.
Op de terugweg ben ik meestal minder gehaast en neem ik gewoon de eerste beschikbare trein.
En zo passeer ik heel af en toe een station waar ik ooit echt eens wil uitstappen: Station Mortsel-Oude God.
Onlangs overkwam het me weer. Het was al donker en ik tuurde ingespannen door de treinramen. Behalve het naambord tegen een achtergrond van witte badkamertegeltjes zag ik niets bijzonders.
Misschien was er een kamer achter die deur. Misschien zat God daar al decennialang in een schommelstoel, aandachtig kijkend naar iedereen die er langs kwam.
Want hij kan dan wel oud zijn, hij is er nog altijd.
De wijk Oude God heet al heel lang zo. Naar verluidt dankzij sporen van een Romeins heiligdom langs een heirbaan daar in de buurt. Of misschien vond God het gewoon een prettige pleisterplaats, ideaal om tussen de mensen te wonen.
Ik kom maar heel sporadisch in Mortsel-Oude God. Net zoals ik God ook niet overal en altijd tegenkom. Maar ik weet waar ik hem kan vinden.