Bijbel en seks #6 ~ Amnon en Tamar: ‘Kom bij me liggen, zus’
#6 Amnon en Tamar: Kom bij me liggen, zus ~ 2 Samuël 13
Enige tijd later gebeurde het volgende. Absalom, een zoon van David, had een zuster die Tamar heette. Ze was heel mooi. Amnon, de oudste zoon van David, werd verliefd op haar. Maar omdat ze als jong meisje onder streng toezicht stond, zag hij geen kans om haar te benaderen. Hij werd bijna ziek van verlangen naar zijn halfzuster. [...]
Om Tamar alleen bij zijn bed te krijgen, doet Amnon alsof hij ziek is. En zijn list lukt: Tamar ging naar het huis van haar broer Amnon. Terwijl hij op bed bleef liggen, maakte ze deeg, kneedde het en vormde er onder zijn ogen harten van. Toen ze de hartenkoeken gebakken had, zette ze de schaal klaar, maar Amnon weigerde te eten. Hij stuurde alle aanwezigen weg en zei toen tegen Tamar: ‘Breng de koeken hier en reik ze me met je eigen handen aan.’ Tamar bracht de hartenkoeken naar het slaapvertrek van haar broer Amnon en hield ze hem voor. Maar hij greep haar beet en zei tegen haar: ‘Kom, mijn zusje, kom bij me liggen.’
Kan je ons eerst iets over de context van dit verhaal in de Bijbel vertellen?
Hans Ausloos • Vorige week behandelden we het verhaal dat vlak ervoor komt: over David en Batseba. Beide verhalen behoren tot een cyclus over de grote koning David, die toch niet altijd even verheven is. Zijn zoon heeft al evenveel last van geilheid als David zelf. In plaats van zijn verliefdheid te beteugelen en hun beider vader om Tamars hand te vragen zoals het hoort (ook al is ze een halfzus!), grijpt Amnon haar vast en verkracht haar. Daarna laat hij haar vallen als een baksteen.
Absalom, die als volle broer van Tamar verantwoordelijk is voor haar eer, stopt het voorval in de doofpot en zal het later gebruiken om Amnon uit te schakelen en zelf de troon op te eisen als opvolger van David. Hij gaat het gevecht aan met de koning, wat uitloopt op een massaal bloedvergieten en een eerloos einde voor de ijdele Absalom, die met zijn haar in een boom blijft hangen wanneer hij er op zijn muildier onderdoor rijdt.
De woorden broer en zus worden telkens herhaald. Wat is de bedoeling daarvan?
Daarmee legt de auteur de nadruk op de familieband tussen Amnon en Tamar. En tussen de andere personages: David en Absalom. Hoewel ze samen één grote familie (met verschillende moeders) vormen, gedragen ze zich niet bepaald als goede broers (en vader). Zelfs bepaald níet! Dat schrijnende contrast wordt duidelijk door de herhaling.
- niemand neemt het op voor Tamar
- Absalom laat Amnon vermoorden
- Vader David roept zijn zoons niet ter verantwoording; hij verbant Absalom
- Absalom smeedt een coalitie tegen zijn vader en trekt ten strijde
Tamar maakt hartenkoeken. Wat mogen we daaruit afleiden?
Er hangt erotiek in de lucht, dat is duidelijk. Die vertaling met hartenkoeken staat niet in de Willibrordvertaling, maar in het oorspronkelijke Hebreeuws is er ook wel degelijk een verwijzing naar harten. Opvallend is dat allen Amnon en Tamar het over harten hebben, terwijl David het woord 'voedsel' gebruikt.
Misschien voelt Tamar ook wel iets voor Amnon, maar wat die haar aandoet, is absoluut niet wat zij zelf in gedachten had.
Ze verweert zich wanneer Amnon haar op bed trekt: Nee, mijn broer, laat dat! Raak me niet aan! Zoiets schandelijks doet men in Israël toch niet! Denk eens aan mij, wat moet er van me worden als ik van mijn eer ben beroofd? Maar Amnon wil dus niet luisteren. Het staat er letterlijk: Hij onteerde haar en verkrachtte haar.
En alsof dat nog niet genoeg is, begint hij haar dan te haten. Hij stuurt haar weg en dat betekent het einde voor Tamar. Absalom zal het ook niet voor haar opnemen en de auteur besluit: Tamar bleef voortaan van het leven afgesneden. Zo zag het lot van een verkrachte vrouw er wel vaker uit in het Israël van pakweg 3.000 jaar geleden. Een hedendaagse lezer stuit zo’n verhaal tegen de borst: (machts)geile mannen en een bloedmooie vrouw die er het slachtoffer van wordt.
Telkens opnieuw vraag je je af waarom zoiets in de Bijbel staat...
We hebben die vraag al enkele keren beantwoord. Dergelijke verhalen doen beseffen dat de Bijbel geen wereldvreemd boek is. De auteurs gebruiken elementen uit het dagelijkse leven om hun lezers te boeien of een bepaalde boodschap over te brengen. En machtstrijd, geweld en seks zijn klassieke verhaalelementen. Nu nog, te oordelen naar de gemiddelde film op Netflix of tv!
Waar het gaat om vrouwonvriendelijke of gewelddadige passages, moeten we zeker proberen te vermijden om hedendaagse opvattingen te projecteren op de Bijbel.
Je kan natuurlijk de patriarchale en vrouwonvriendelijke maatschappij van toen aanklagen, maar als het erom gaat een Bijbelverhaal te lezen en te de bedoeling van de toenmalige auteurs te achterhalen, moeten we die elementen even plaatsen in de toenmalige cultuur. Doe je dat niet, dan bouw je alleen maar muren van onbegrip rond een tekst en blijft hij gesloten.
Wat is de waarde van deze tekst?
Moreel en psychologisch valt er wel wat op deze tekst te reflecteren. Zoals hoe dicht begeerte en haat bijeen kunnen liggen. Zo verandert Amnons verlangen naar Tamar na het botvieren van zijn lusten op slag in regelrechte afkeer. Of de doofpotoperatie van Absalom, die het familieschandaal wil vermijden. Ook dat is iets wat we vandaag helaas nog kennen, niet alleen in familiecontext.
De tekst klaagt het systeem van bloedwraak aan. Er moet een profeet bijkomen om David ervan te overtuigen terug on speaking terms te komen met zijn zoon Absalom. Helaas zal die het herwonnen vertrouwen beschamen door de wapens op te nemen tegen zijn vader.
En dat is waar het in dit verhaal eigenlijk om te doen is: de constante strijd om de macht onder de koningen en hun would be opvolgers in Israël.
De boeken Samuël behoren tot de historische boeken van de Bijbel. Ze hebben de bedoeling een overzicht te geven van de gebeurtenissen onder de koningen van Israël. Voor de duidelijkheid: er is weinig of geen wetenschappelijk bewijs voor de verhalen. Zo komen de namen Saul, David en Salomo in geen enkel buitenbijbels geschrift voor. Dat het volk een tijdlang koningen heeft gehad, is het enige wat we wel zeker weten. En waarschijnlijk zal er wel een Saul, David of Salomo tussen gezeten hebben. Maar mogelijk zijn ook heel wat andere personages verdicht in deze grote namen.
De auteurs schreven de verhalen op ten tijde van de ballingschap, na de verwoesting van de tempel in Jeruzalem.
In de verhalen eren ze enerzijds hun erfgoed en identiteit als volk, anderzijds leggen ze er ook verklaringen in voor hun falen als Volk van God.
De ‘historische geschriften’ zijn dus met een grote korrel zout te nemen. Net zoals de moderne geschiedschrijving over de Boerenkrijg ook niet altijd overeenstemt met de geromantiseerde versies van kort nadien.
Hans Ausloos is oudtestamenticus, hoogleraar aan de UCLouvain en auteur van Geweld, God, Bijbel (Averbode, 2019).