Bijbel van A tot Z ~ H van heil
Het woord heil heeft een Germaanse oorsprong. Het bestaat in het Oudduits (‘Heil’) en het Oudnoors (‘Heill’) en heeft daar de betekenis van geluk (vergelijk onheil = ongeluk). In het Middelnederlands komen we het tegen in de spelling heel, waarbij het ook de betekenis kan hebben van geheeld of genezen, zoals in heelmeester.
Deze combinatie van twee betekenisaspecten, namelijk geluk en genezing, komen we ook tegen in de Bijbel. Nemen we als voorbeeld de genezing van een verlamde man die staat te bedelen aan een van de tempelpoorten in Jeruzalem. Petrus en Johannes komen daarlangs want ze willen naar gewoonte omstreeks het negende uur (ongeveer 3 uur in de namiddag) het tempelgebed bijwonen. Wanneer ze de verlamde man in het oog krijgen, zegt Petrus:
Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in naam van Jezus Christus de Nazoreeër, kom overeind en loop. Handelingen 3,6 (Willibrordvertaling 95)
Korte tijd later worden de apostelen voor het Sanhedrin gedaagd om verantwoording af te leggen over de opschudding die ze hebben veroorzaakt met deze genezing. Dan horen we Petrus het volgende zeggen:
Leiders van het volk en oudsten! Als wij vandaag naar aanleiding van een weldaad aan een zieke ondervraagd worden over de oorzaak van zijn redding, dan moet u allen en heel het volk Israël goed weten: door de naam van Jezus Christus de Nazoreeër, die u hebt gekruisigd, maar die God heeft opgewekt uit de doden, staat hij hier gezond voor u. Hij is de steen die door u, de bouwlieden, werd verworpen, maar de hoeksteen is geworden. Door niemand anders komt de redding, want er is onder de hemel geen andere naam aan mensen gegeven waardoor wij ons kunnen laten redden. Handelingen 4,9-12 (WV95)
Met andere woorden: redding en genezing gaan samen op, zoals we dat ook in genezingsverhalen in de evangeliën horen. Denk bijvoorbeeld aan Marcus 5,34: Toen zei Jezus tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal.’
Redding en genezing gaan samen op
In het Nederlandse woord heil (of heel) komen die twee aspecten mooi samen. Het betekenispalet is eigenlijk nog veel breder, want in de Statenvertaling (1637) wordt het woord vaak ingezet voor geluk, verlossing, welzijn of voorspoed. We komen het woord heil dan ook heel dikwijls tegen in de Statenbijbel, met name ook in de Psalmen, in teksten als: De Heer is mijn licht en mijn heil! (Psalm 27,1). Ook in het boek Jesaja heeft men deze term vaak ingezet. De vertalers van de Willibrordbijbel staan in deze traditie zoals blijkt uit de volgende citaten:
Ik, de HEER, heb u geroepen om heil te brengen, Ik neem u bij de hand, Ik vorm u, en bestem u tot een verbond met het volk, tot een licht voor de naties; om blinde ogen te ontsluiten, om gevangenen uit de kerker te bevrijden, degenen die in de duisternis van de gevangenis wonen. Jesaja 42,6-7
Of:
Hemelen, laat uw hoogten druipen en gerechtigheid uit de wolken stromen. Aarde, open uw schoot, laat het heil bloeien en de gerechtigheid ontkiemen. Ik, de HEER, heb dat alles geschapen. Jesaja 45,8 (We herkennen er het Rorate coeli in.)
Parallel aan het woord heil vinden we zowel in de Statenbijbel als in de Willibrordvertaling (editie 1975) het woord heiland terug, bijvoorbeeld:
Van Paulus, apostel van Christus Jezus krachtens de opdracht van God onze Heiland en van Christus Jezus onze hoop, aan Timóteüs, zijn wettig kind door het geloof. 1 Timoteüs 1,1
Zowel God als Jezus kunnen deze titel krijgen. Wat valt nu echter op? In de Willibrordvertaling van 1995 – die een revisie is van de vertaling van 1975 – vinden we het woord heiland niet meer terug (er staat nu redder). Wanneer we kijken naar de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) of naar de Bijbel in Gewone Taal (2014) dan zien we dat de woorden heil en heiland helemaal niet meer voorkomen, op geen enkele plaats!
Hitlergroet
Waarom heeft men de woorden heil en heiland in de recente vertalingen beperkt of zelfs helemaal geschrapt? In de verantwoording van de Nieuwe Bijbelvertaling lezen we hierover het volgende:
Het woord heil als weergave van jèsja e.d. of sôteria kan beter vermeden worden, omdat het bij velen ongewenste associaties oproept en meestal primair als welzijn in enge vorm wordt opgevat, hetgeen niet (altijd) adequaat is. Handboek bij NBV, B11:8
Over het laatste kan men van mening verschillen, over het eerste misschien minder: na Wereldoorlog II roept het woord heil inderdaad associaties op met de Hitlergroet. Maar het blijft de vraag of men dan moet besluiten zo’n centraal woord uit onze religieuze taal maar helemaal te negeren...
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Stuur een mail naar de redactie.