De 100 van Kerknet - de keuze van Geert De Kerpel
Wat zijn jouw drie favoriete religieuze of spirituele muziekstukken, en waarom?
Met die vraag benaderen we dit jaar een dertigtal muziekliefhebbers. Hun antwoorden vind je op Kerknet en op Spotify, het online muziekplatform waar we bouwen aan een unieke playlist: 'De 100 van Kerknet'.
Deze week luisteren we naar de favorieten van Geert De Kerpel, woordvoerder van kardinaal Jozef De Kesel en voormalig hoofdredacteur van het christelijk opinieweekblad Tertio.
Voor De 100 van Kerknet kiest hij muziek van Paul Simon, Arvo Pärt en Johann Sebastian Bach.
Paul Simon, 'Homeless'
Geert: 'Als eerste keuze richt ik de spotlights graag op singer-songwriter Paul Simon (°1941). In het collectief geheugen van de wat oudere generaties gegrift als de helft van het legendarische duo Simon en Garfunkel. Maar intussen al decennia een soloartiest van absoluut topniveau. Ik kies voor het album Graceland uit 1986, dat hij samen met Zuid-Afrikaanse musici maakte die toen nog zuchtten onder het Apartheidsregime. De LP werd meteen als heel vernieuwend ontvangen vanwege de originele synthese van Afrikaanse muziek en westerse pop en won de Grammy voor beste album 1986. You can call me Al, Graceland en The Boy in the Bubble zijn drie van de tophits op deze plaat, die trouwens mijn laatste aankoop op vinyl werd.
Ik kies echter voor Homeless, de meest Afrikaanse song op de LP, meeslepend van muziek en heel gesofisticeerd van tekst.
Een even subtiele als niet mis te verstane aanklacht tegen het toenmalige Apartheidsregime. De song begint met Emaweni webaba, silale maweni, Zoeloe voor: Sterke winden verwoesten ons huis, vele doden, vanavond kun jij de volgende zijn. Intussen is het Apartheidsregime al lang gevallen, maar mensen zonder rechten of tweederangsburgers, op de vlucht of zuchtend onder tirannie zijn er helaas nog altijd met miljoenen. Een hyperactuele song.'
Arvo Pärt, 'Silentium' uit Tabula Rasa
Geert: 'Als tweede kies ik voor Arvo Pärt (°1935), een van de grootste hedendaagse componisten. Na een persoonlijke crisis bekeerde de inmiddels bejaarde Est zich tot de Russisch-orthodoxe kerk en geraakte onder meer in de ban van gregoriaanse muziek. Zijn compositie Credo bracht hem in conflict met het toenmalige atheïstische regime en hij vertrok naar het Westen.
Hij werd vooral bekend van wat hij zelf “tintinnabular” noemt, muziek die klinkt als het geluid van kleine bellen.
Zijn bekendste werken in dit genre zijn Fratres, Cantus in memory of Benjamin Britten, en Tabula Rasa. Ik koos voor die laatste en meer bepaald het tweede deel eruit: Silentium. Op Kerknet las ik dat deze muziek in New Yorkse ziekenhuizen werd gebruikt om het leed van palliatieve aids-patiënten te verzachten. Engelenmuziek, werd ze daar genoemd.'
Johan Sebastian Bach, Cellosuite nr. 1 in G
Geert: 'Last but not least, de absolute muzikale grootmeester, voor mij hét genie in de muziekgeschiedenis: Johan Sebastian Bach (1685-1750). Haast dagelijks beluister ik een van zijn meer dan 1.000 werken.
Ook wat ik al talloze keren hoorde, blijft me verrassen, aanspreken, een snaar raken.
Ik kies voor de Cellosuite nr. 1 in G, de bekendste uit de reeks van zes (BWV 1007-1012). Voor de uitvoering luisteren we naar de opname die de website All of Bach realiseerde. De Nederlandse site heeft als opzet alle werk van Bach opnieuw uit te voeren en gratis online te zetten. Het zijn er intussen al over de tweehonderd. Interessant is ook dat er bij elk werk, kort, wat achtergrond over het ontstaan en andere wetenswaardigheden worden verstrekt. Celliste Lucia Swarts brengt het even ingetogen als ingenieuze stuk tegen de achtergrond van het Rijksmuseum te Amsterdam.'