7 Bijbelse vragen aan schrijver Peter Terrin: 'Me elke dag bewust zijn van mijn zegeningen'
Peter Terrin laat zich niet zo vaak interviewen. Je leert hem het beste kennen in zijn verhalen, waarin hij vaak autobiografische elementen vermengt. Geen wonder dan ook dat hij het in zijn 7 Bijbelse vragen geregeld heeft over zijn nieuwe roman Nog lang geen winter (De Bezige Bij, 2025).
Nog even tussen haakjes: Terrin studeerde industrieel ingenieur en werkte zonder veel overtuiging als marmerhandelaar, tot hij ontdekte dat er een schrijver in hem school. Niet lang na zijn debuut viel hij een eerste keer in de prijzen. Voor het boek Post Mortem, waarin hij de ziekte van zijn eigen dochter verwerkt, ontving hij de AKO Literatuurprijs in 2012. Het personage Simon uit zijn laatste nieuwe roman kun je ook al kennen uit Al het blauw (2018). Je hoeft niet ver te zoeken om er de auteur (en Bijbelse naamgenoot Simon Petrus) zelf in te ontdekken. Of toch in een van zijn literaire vormen. Maar lees vooral het Bijbelse interview met deze Peter, overigens een van de beste vrienden van collega-schrijver Christophe Vekeman.
#1 Waarover praat je veel?
In de cyclus van het schrijven en publiceren van romans breekt voor mij rond deze tijd, toevallig het begin van het nieuwe jaar, een periode van praten aan. Mijn roman Nog lang geen winter is maanden geleden bij de uitgever ingediend. Intussen heeft een redactie plaatsgevonden, is een ontwerp voor de cover gemaakt, is het boek gedrukt en zijn de eerste exemplaren enkele weken voor de publicatie naar de pers gestuurd. Een periode van schrijven in stilte wordt nu doorbroken, want het boek is geboren en daarover moet in kranten en op tv gepraat worden.
Een schrijver is de missionaris van zijn eigen werk. Ik ben een sprekend geboortekaartje dat de wereld op de hoogte moet brengen van deze heuglijke gebeurtenis. Ik ben een ouder die zijn kind een goede start wil geven. Gelukkig duurt deze periode niet lang, daarna spreekt het boek voor zichzelf, begint het een eigen leven te leiden, en kan ik weer aan het werk.
#2 Waarover twijfel je?
Simon is het hoofdpersonage in mijn nieuwe roman. Zoals wel meer mensen die een zekere leeftijd bereiken, blikt hij terug. Op welk moment in zijn leven had hij beter kunnen doen, anders moeten beslissen? En vooral: hoe zou het leven dat uit die andere beslissing was voortgevloeid, eruit hebben gezien? Die vraag stel ik me ook weleens. Het zijn geen zorgen, het zijn eerder vragen. Hoe zou mijn leven, en bij uitbreiding de wereld, er ook hebben kunnen uitzien?
Wat als ik andere keuzes had gemaakt in mijn leven?
Peter Terrin
Verder vind ik dat ‘twijfelen’ een te negatieve connotatie heeft, zeker in deze gepolariseerde tijden. Het lijkt alsof iedereen precies weet hoe de vork aan de steel zit, wie fout is en wie goed, en hoe we kinderlijk eenvoudig alle problemen kunnen oplossen. De wereld zou vast en zeker een betere plek worden met wat meer twijfel en bezinning.
#3 Waarover maak je je zorgen?
Het is moeilijk een onderscheid te maken tussen evolutie en ontsporing. Veertig jaar geleden maakten mijn ouders zich dezelfde zorgen over mij, als ik nu over mijn kinderen. Toen was het de invloed van televisie. (Of zelfs de elpees die we grijs draaiden, met duivelse teksten die achterstevoren waren ingezongen.) Vandaag is het de absolute heerschappij van de smartphone. De sociale media die jongeren net vereenzamen en een vertekend beeld voorhouden van de wereld. Het algoritme als poortwachter die bepaalt welke berichten, welke boodschappen als onomstotelijke waarheden verkondigd zullen worden.
Ik probeer mijn kinderen op de gevaren te wijzen, op de manipulatie, ik probeer om hen kritisch met de stortvloed aan beelden om te leren gaan. Op het gevaar af dat ik klink zoals mijn ouders lang geleden.
#4 Hoe kan iemand opnieuw geboren worden als hij al oud is?
Het is een groot cliché, dat je als ouder als het ware herboren wordt in je kinderen. Er is een genetische kant aan deze uitspraak, uiteraard, maar ik bedoel vooral dat je de wereld door de ogen van je kinderen in een nieuw, fris perspectief ziet. Je beeldt je hun verwondering in bij de talloze kleine en grote ontdekkingen die ze doen, en die voor ons inmiddels blinde vlekken zijn geworden.
Als ouder word je herboren in je kinderen. Je ziet de wereld door hun ogen in een nieuw, fris perspectief.
Hetzelfde gevoel kan de lezer van Nog lang geen winter hebben. Het is een boek in het ‘Wat-als’ genre. Het is niet het pure escapisme van science-fiction, maar het uitgangspunt is een ongewone vraag die onze verbeelding prikkelt en doet nadenken. Wat als je naar het leven kon reizen dat je door die ene verkeerde beslissing nooit heb geleid?
#5 Hoe kan ik gered worden?
In mijn boek is Simon een van de eersten die zich inschrijven voor zo’n reis naar een parallel leven. Hij heeft het idee dat hij in het verleden een verkeerde beslissing heeft gemaakt, hij heeft wroeging, voelt zich schuldig. Niet dat hij die beslissing kan rechtzetten, maar kennelijk wil hij koste wat het kost een kijkje gaan nemen, proeven van het geluk dat hem daar wél is toebedeeld. Maar is het gras wel zo groen aan de overkant? Moeten we niet eerst onze zegeningen tellen? Het is een thema dat in de roman een belangrijke rol speelt. Ook in mijn eigen leven probeer ik me elke dag bewust te zijn van wat er wél is.
#6 Waar zou jij je leven voor geven?
Ik geef mijn leven natuurlijk aan mijn kunst, mijn literatuur en fotografie. Maar zo ervaar ik dat niet, eerder is het een privilege om elke dag bezig te kunnen zijn met wat me dierbaar is. Verder geef ik mijn leven aan dat van mijn kinderen. Het is een soort overheveling van kennis en ervaring, en van liefde.
Het is een privilege om elke dag bezig te kunnen zijn met wat me dierbaar is.
Simon krijgt het in het boek moeilijk wanneer zijn onvoorwaardelijke liefde voor zijn dochter Romy, die geboren is met een beperking, niet beantwoord wordt. Vaak lezen we in romans het verhaal van kinderen die de liefde van ouders moeten ontberen, maar hun niet afvallen. Ik vond het belangrijk om het omgekeerde verhaal te vertellen, zonder dat ik een oordeel vel over Simon of Romy.
#7 Wat zie je?
Net als Simon ben ik ook fotograaf. Ik trek de wereld in met een open vizier en laat me verbazen, en die verbazing leg ik met analoge camera’s vast op film. Vaak wordt mijn aandacht getrokken door kleine composities van alledaagse dingen, of een bepaalde sfeer in een scène of een landschap. Omgekeerd aan het schrijven, waar je begint met een leeg blad papier en zin voor zin het verhaal opbouwt, begint een fotograaf met alles, waaruit hij een piepklein frame moet selecteren. Ik hou van die concentratie. Het duwt voor even de dagelijkse zorgen weg.