Afrikadag: waarom Congolese ritus niet toestaan?
De ‘rite zaïrois’ – zoals de Congolese ritus officieel heet – werd in 1988 als onderdeel van de Romeinse ritus erkend. Paus Franciscus heeft zelf in de Sint-Pietersbasiliek nog in rite zaïrois gecelebreerd, naar aanleiding van een kwarteeuw Congolese gemeenschap in Rome. Het kan ook in Parijs, Londen, de Verenigde Staten … maar niet in Brussel. Toen Paul Peeters-Van Hoorenbeeck –fidei donumpriester van het aartsbisdom Mechelen-Brussel in de Congolese hoofdstad Kinshasa - om familiale redenen een tijdje in Brussel verbleef, droeg hij er af en toe de zondagsmis in het Lingala en volgens de Congolese ritus op in de Begijnhofkerk. Mgr. Jean Kockerols, hulpbisschop van Brussel, heeft mij verboden dat voort te doen, zegt Paul Peeters-Van Hoorenbeeck
Tertio
Liedjes in Congolese talen zingen, dat mag wel; maar de eucharistie moet in het Frans gecelebreerd worden, zei Peeters-Van Hoorenbeeck naar aanleiding van Missiezondag 2020 in Tertio. Tientallen gemeenschappen in ons land mogen in hun geboortetaal vieren: Italianen, Polen, Filipijnen … - maar de Congolezen mogen dat niet. Er worden katholieke missen gevierd in de chaldeeuwse, maronitische of melkitische ritus, maar de Congolese ritus mag ook niet. Joseph-Albert Malula, Kinshasa’s eerste kardinaal, was een groot pleitbezorger van deze ‘rite zaïrois’, omdat je aldus Congolese culturele gebruiken in de liturgie integreert.
Zo begint de viering in ‘rite zaïrois’ met grote nadruk op de gemeenschap, aandacht voor de voorouders inbegrepen.
Reactie
Het artikel in Tertio, waarin Paul Peeters-Van Hoorenbeeck het Brusselse verbod op de Congolese ritus ‘neokoloniaal’ noemde, lokte reacties uit. De Congolese pallotijn Théodore Bahisha, adjunct van de deken in het dekenaat Brussel Noord-Oost, schreef namens enkele collega’s een wederwoord. Verschillende priesters van Afrikaanse oorsprong dragen de zorg voor Brusselse pastorale eenheden, vaak ook als eindverantwoordelijke, stelde Bahisha vast. Op sommige plaatsen in Brussel is het alsof je in een kerk in Afrika bent. Dat Afrikanen uit Franstalige landen samen gemeenschap vormen met Belgische en Franstalige gemeenschappen, vormt een grote rijkdom.
Eén Congolees pastoraal aanbod in Brussel is onmogelijk. Théodore Bahisha
Vele talen
Niet alle Congolezen in Brussel spreken Lingala, argumenteerde Bahisha. Er zijn driehonderd talen en dialecten en vijf nationale talen: het Swahili, Tshiluba, Lingala, Kikongo … en het Frans. Ook als we de Togolezen, Kameroeners of Ivorianen in Brussel een aparte gemeenschap zouden laten vormen, zou de voertaal in die gemeenschap er het Frans zijn. Gelukkig is er niet een enkele cultuur in Afrika, er zijn diverse manieren om het geloof te uiten. In Congo wordt er in het algemeen luid gezongen en gedanst, in vele West-Afrikaanse landen ligt het ritme nog hoger. Het ritme van het zingen en dansen in Burundi en Rwanda is dan weer veel rustiger.
Franstalige Afrikanen die in de lokale gemeenschap geïntegreerd zijn, verrijken die. Théodore Bahisha
Niet of-of
Zelfs in Congo wordt niet elke zondag in de ‘rite zaïrois’ gevierd, zegt Bahisha nog. Dat is net: de vraag om in de Congolese ritus te kunnen vieren is niet of-of, het is en-en. Vieringen in de ‘rite zaïrois’ zullen de Congolezen niet uit de gewone parochies weghouden, maar net omgekeerd, aldus Peeters Van Hoorenbeeck. Ik heb in Brussel vele ongelukkige Congolese mama’s ontmoet. Zij kwamen bij mij in het Lingala biechten, maar op zondag trokken zij naar pinksterkerken omdat zij daar in hun geboortetaal terechtkunnen. Een kerk die de Afrikanen in de diaspora echt serieus neemt, moet wellicht meer doen dan op Afrikadag eens naar hun religieuze gezangen luisteren.