Alicja Gescinska: ‘Thuis in muziek’ in 4 favoriete composities
Alicja Gescinska (37) kennen we onder meer van de tv-reeks Wanderlust en de roman Een soort van liefde. Daarin schemert haar passie voor muziek al door. Met Thuis in muziek publiceerde ze onlangs een essay waarin ze die liefde verkent en aan persoonlijke herinneringen en ervaringen koppelt. Het levert een vlot leesbare tekst op die vooral voor mede-melomanen heel herkenbaar zal zijn, en die je meermaals de vermelde muziek doet opzoeken.
We overlopen enkele ideeën uit het essay dan ook aan de hand van vier muziekfragmenten.
Krzysztof Penderecki - Threnody for the victims of Hiroshima
Deze threnos (klaagzang) geldt als het bekendste werk van de Poolse componist Krzysztof Penderecki (°1933), en één van de vele waaruit zijn politiek, sociaal en religieus engagement spreekt. Gescinska ging Penderecki opzoeken en legde hem dan ook de vraag voor of muziek de wereld beter kan maken. ‘Nie’, antwoordde de oude maestro beslist. Muziek kan volgens hem hooguit het leed verzachten. Een streepje Bach is geen wondermiddel om van een onmens een filantroop te maken, en omgekeerd kunnen muziekliefhebbers tot onmenselijke daden in staat zijn. Muziek kàn een mens wel beter maken, omdat het een uitnodiging tot dialoog en empathie is.
Muziek ontwapent het hart van wie een hart heeft
aldus de Franse muziekfilosoof Vladimir Jankélévitch.
Gabriel Yared - Die Sonate vom guten Menschen, uit de film ‘Das Leben der Anderen’
Wat muziek dus wél kan, en dat is ook de kerngedachte uit dit essay, is mensen tot empathie bewegen:
Muziek is een oefening in empathie.
‘Voor ons ontvouwen zich de emotie, het gevoel, de innerlijke beleving van de ander, die deel worden van onze eigen emoties, gevoelens en beleving’. En daardoor leren we ook onszelf kennen.
Gescinska illustreert het met Das Leben der Anderen. In deze prachtige film uit 2006, die zich afspeelt in volle Koude Oorlog, luistert een Stasi-officier een toneelschrijver en diens vriendin af. Onder meer door de pianomuziek die hij de man hoort spelen, begint de geheim agent mee te leven met de toneelschrijver en rijst de vraag of hij zelf niet aan de verkeerde kant staat.
Frédéric Chopin - Scherzo nr. 1 in b
Frédéric Chopin is prominent aanwezig in Gescinska’s betoog, met voorrang voor het virtuoze eerste Scherzo. De filosofe beschrijft hoe ze dat nummer al vaak had gehoord, maar er op een dag plots een Pools kerstliedje in herkende. Ze pleit er dan ook voor om écht te luisteren naar muziek, en ze niet alleen als achtergrond of behang te gebruiken:
Door slecht te luisteren, door alleen maar te horen, gaat er heel wat schoonheid, betekenis en zin verloren.
Muziek, die in veel levens zo alomtegenwoordig is, hoort volgens haar dan ook een wezenlijk onderdeel te zijn van een lessenrooster op school, een steunpilaar zelfs, in plaats van veelal een naschoolse activiteit.
Franz Schubert - ‘Der Wanderer’
In dit lied van Schubert wordt een Wanderer bezongen zoals Gescinska er zelf eentje is sinds ze als kind samen met haar ouders Polen ontvluchtte: ‘Ich bin ein Fremdling überall’.
Als ik in België ben, mis ik Polen, maar wanneer ik terug in Polen ben, blijk ik daar ook iets wezenlijks te ontberen, en niet enkel België.
Maar de muziek, die doet haar telkens ‘thuiskomen’. Muziek is voor Gescinska een virtuele thuis geworden, een probaat middel tegen vervreemding.