Blind en verlamd, maar toch componeerde deze monnik muziek
Hermann van Reichenau (1013-1054) werd zwaar misvormd geboren, leed aan een pijnlijke spierziekte en kon amper spreken. En toch kunnen we bijna duizend jaar na zijn dood nog altijd genieten van onder meer zijn prachtige Salve Regina.
Op zijn zevende werd Hermann ondergebracht in een benedictijns klooster. Zijn ouders konden de zorg voor hem niet meer aan en in het klooster kreeg hij aangepast onderwijs. Op zijn 20ste zou hij ook zelf de benedictijnse geloften afleggen.
De jongen gaf bij de monniken zijn ogen en oren de kost. Hij bleek bijzonder intelligent en slorpte als een spons alle kennis op die hij in het klooster kon vergaren. Zo leerde hij Latijn, Grieks en Arabisch en zou hij verhandelingen schrijven over wiskunde, astronomie en religie. Hij bouwde zelf muziekinstrumenten en componeerde op het eind van zijn leven ook méér dan verdienstelijk, onder meer een Salve Regina en een Alma Redemptoris Mater. Hij was op dat moment nagenoeg verlamd en ook blind geworden. (Luister onderaan deze pagina naar zijn Salve Regina.)
Hermann van Reichenau stierf op 40-jarige leeftijd. In 1863 werd hij zaligverklaard.
Opvallend: de hedendaagse Russische componiste Galina Ustvolskaya maakte meermaals gebruik van teksten van Hermann van Reichenau.