Bouw bruggen met wie anders gelooft in plaats van aan te vallen
Geliefde broers en zussen, goedendag!
We zetten onze reis met het boek Handelingen van de Apostelen voort. Na de beproevingen, beleefd in Filippi, Tessalonica en Berea, komt Paulus aan in Athene, het hart van Griekenland (cf. Hnd 17,15). Die stad stond, ondanks de politieke decadentie, nog altijd op de eerste plaats wat betreft cultuur, ook al was ze nog slechts een schaduw de oude glorie. Hier werd de apostel pijnlijk getroffen door de vele afgodsbeelden die hij in de stad zag (Hnd 17,16). Dit treffen met het heidendom, jaagt hem niet op de vlucht, maar brengt hem integendeel ertoe een brug te slaan om met die cultuur in dialoog te treden.
Met iedereen in gesprek
Paulus maakt zich vertrouwd met de stad door de meest betekenisvolle plaatsen en personen op te zoeken. Hij gaat naar de synagoge, symbool van het geloofsleven; hij gaat naar het plein, teken van het stadsleven; en hij gaat naar de Areopagus, symbool van het politieke en culturele leven. Hij ontmoet joden, epicuristische en stoïcijnse wijsgeren en vele andere. Hij ontmoet iedereen, hij sluit zich niet af, gaat met elkeen in gesprek. Op die wijze slaat Paulus de cultuur en het milieu van Athene gade. Met deze contemplatieve blik ontdekt hij dat God die in de huizen verblijft, in de straten en op de pleinen; (De vreugde van het Evangelie, 71).
Paulus benadert Athene noch de heidense wereld met vijandschap, maar met de ogen van het geloof.
Dit doet ons de vraag stellen naar onze wijze om onze steden te bekijken: bekijken wij ze met onverschilligheid? Met minachting? Of met het geloof dat de kinderen van God in de naamloze massa’s ziet?
Bruggenbouwer
Paulus kiest voor een blik die hem in staat stelt een doorgang te maken tussen het Evangelie en de heidense wereld. In het hart van een van de meest beroemde instellingen van de antieke wereld, de Areopagus, ontplooit hij een buitengewoon voorbeeld van de inculturatie van de boodschap van het geloof: hij verkondigt Jezus aan de aanbidders van afgoden niet door ze aan te vallen, maar door zich te gedragen als bruggenbouwer, een bouwer van bruggen (Homilie in Santa Marta, 8 mei 2013).
God woont midden de stedelingen
Paulus neemt als uitgangspunt het altaar toegewijd aan een onbekende god (Hnd 17,23). Het ging om een altaar met het opschrift: Aan de onbekende god. Geen beeld, niets, alleen dat opschrift. Hij neemt die verering van de onbekende god, als uitgangspunt om met zijn toehoorders in contact te komen en te verkondigen dat God midden de stedelingen woont (De vreugde van het Evangelie, 71) en zich niet verbergt voor hen die Hem met een oprecht hart zoeken, ook al doen ze dit tastend (ibid.). Het is precies deze aanwezigheid die Paulus tracht te onthullen: Wat gij vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen (Hnd 17,23).
De Onbekende Gekende
Om de identiteit te onthullen van de god die de Atheners aanbidden, vertrekt de apostel bij de schepping, dat wil zeggen van het Bijbelse geloof in de God der openbaring om zo te komen tot de verlossing en het oordeel, met andere woorden tot de eigenlijk christelijke boodschap. Hij wijst op de wanverhouding tussen de grootheid van de Schepper en de door mensen gebouwde tempels. Hij toont vervolgens aan dat de Schepper zich altijd laat zoeken opdat iedereen Hem zou kunnen vinden. Op deze wijze verkondigt Paulus, volgens een mooie uitdrukking van Paus Benedictus XVI, Hem die de mensen miskennen ofschoon ze Hem kennen: de Onbekende Gekende (Benedictus XVI, Ontmoeting met de wereld van de cultuur in het Collège des Bernardins, 12 sept. 2008). Daarna nodigt hij allen uit verder te gaan zonder acht te slaan op die tijden van onwetendheid en te kiezen voor de bekering in het vooruitzicht van het naderend oordeel. Paulus komt zo tot het kerygma en zinspeelt op Christus door, zonder Hem te noemen, Hem te omschrijven als de man die God daartoe heeft bestemd. Aan allen gaf Hij het bewijs daarvan door Hem uit de doden te doen opstaan. (Hnd 17,31).
Schijnbare mislukking
En hier ontstaat een probleem. Het woord van Paulus dat tot dan toe de aanwezigen ademloos had geboeid – want het ging om een belangrijk inzicht – stoot op een struikelsteen: dood en verrijzenis van Christus lijken dwaasheden (1 Kor 1,23) en dat veroorzaakt spot en hoon. Daarop gaat Paulus weg. Zijn poging lijkt mislukt. Maar toch zijn er enkele die zijn woord aanvaarden en open komen voor het geloof. Onder deze is er een man, Dionysius, de Areopagiet en een vrouw die Damaris heette. Ook in Athene schiet het Evangelie wortel en kan met twee stemmen spreken: die van de man en die van de vrouw.
Bewogen door liefde
Vragen ook wij vandaag aan de Heilige Geest ons bruggen te leren bouwen met de cultuur, met hen die niet geloven of met hen die anders geloven dan wij.
Altijd bruggen bouwen, de hand reiken, geen aanvallen.
Vragen we Hem het vermogen om met omzichtigheid de boodschap van het geloof te incultureren door hen die leven in onwetendheid over Christus met een contemplatieve blik te bekijken, bewogen door een liefde die ook de meest verharde harten verwarmt.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc