Is het dan zo, de dood? - Kolet Janssen [column]
Herinner je je nog dat je heel vroeger, als kind, op een druk en gezellig familiefeest was? Dat je urenlang volop meevierde, speelde en lachte. Dat het dan avond werd en dat opeens de vermoeidheid toesloeg. Dat je stilviel en wegsoesde ergens in een hoekje. Hoe je ook probeerde wakker te blijven, je ogen vielen dicht en je gleed weg in de slaap. De geluiden om je heen voerden je mee naar je dromen. Af en toe kwam de geur van taart of koffie voorbij, maar je deed niet meer mee. Dan kwam er iemand – je vader of je moeder – die je in zijn armen nam en op zijn of haar schouder legde. Die droeg je behoedzaam naar je bed. Vanuit je bed hoorde je nog even de stemmen. Lachen en praten, een zachte geruststellende stroom waarop je steeds verder de slaap in kon drijven. Zo las ik onlangs dat iemand hoopte dat de dood zou zijn. Zachtjes wegdrijven uit dit leven, met de stemmen van onze geliefden om ons heen, op weg naar de warme schoot van God.
Is de dood alleen zo op het einde van een lang en vol leven? Als je dankbaar het leven kunt loslaten en erop vertrouwen dat alles verdergaat? Of misschien ook als je op veel jongere leeftijd zachtjes en pijnloos kunt sterven na een erge ziekte? Of in je laatste ogenblikken als je plots en veel te vroeg door de dood wordt overvallen? Ook dan kun je in een flits beseffen dat het goed is geweest, dat het vol en rijk en mooi was, dat de stemmen om je heen je verder blijven dragen.
Hoewel de dood overal om ons heen is, blijft hij toch onbekend. We zijn te bang om er veel aan te denken. Dit beeld kan helpen om omringd en zachtjes weg te ebben.