Droge beschouwingen over bij de kinderdoop gevoelde nattigheid
Over de cijfers
We komen nu voor het hele land uit op 45 procent van alle kinderen die worden gedoopt. Bij het jongste uitvoeriger onderzoek in 2009 was dat 57,5 procent, maar opgesplitst: Wallonië 57 procent, Brussel met zijn heel andere bevolkingssamenstelling 20 procent en Vlaanderen 67 procent. Als wellicht ook vandaag nog Vlaanderen hoger scoort, dan kan het eigenlijk ook verwonderen dat in onze geseculariseerde samenleving nog steeds 45 à 55 procent van de Vlamingen hun kinderen laten dopen! Een onderzoek van J. Billiet uit 2015 toont overigens dat de optelsom voor Vlaanderen van randkerkelijk (kerkbetrokken bij grote levensmomenten) over kerkelijk (kerkbetrokken op feestdagen) tot kerks (pratikerend van maandelijks tot wekelijks) ook in de buurt van die 55 procent komt. Het hoeft geen betoog dat het percentage van ouders van deze kinderen die regelmatig in de kerk komen, heel veel lager ligt …
Over de ‘remedie’
Een remedie die dit tij kan keren, bestaat niet: de tijd is voorbij dat geloven evident was. Iedereen en ook de gelovigen weten vandaag dat je redelijkerwijs gelovig of ongelovig kan zijn – en daar schuilt voor de Amerikaanse filosoof Charles Taylor in zijn boek Een seculiere tijd het hart van de secularisatie. Vermits vandaag cultureel duidelijk is dat je al dan niet kan geloven, kun je vandaag alleen geloven door een keuze te maken voor het geloof. Ook al beleeft de gelovige die keuze van binnenuit als een antwoord op een aangesproken worden door God.
De remedie is dus niet: als Kerk van alles proberen om het tij te keren en ook niet de zaken op hun beloop laten, zoals ons in een krant mijns inziens onterecht wordt aangewreven, maar proberen in te spelen op dit gegeven dat je geloof niet langer kan opleggen (imposer), maar enkel voorstellen (proposer) aan de vrijheid van de mensen. Dit wordt wat betreft de initiatiesacramenten (doopsel, eerste communie en vormsel) nog wat bemoeilijkt doordat zo veel mensen deze sacramenten blijven vragen als een overgangsritus – nogmaals, 55 procent is eigenlijk heel veel in het huidige Vlaanderen! - en te weinig de christelijke betekenis ervan meenemen in hun vraag.
Wat doe je dan als Kerk?
Niet deze spanning willen oplossen: noch door er maar op los te dopen zonder de vraag te stellen naar het christen worden, noch door alle mensen weg te sturen die niet elke zondag in de kerk aanwezig zijn. Je doet dat door deze spanning vol te houden en daarbinnen het doopsel aan te bieden. Concreet: mensen die het mysterie van het beginnende leven willen vieren als zij een kindje krijgen, zijn in de kerk aan het juiste adres. Maar dan leggen we hen wel uit dat dit op zich nog wat te weinig is. Je moet ook het oprechte voornemen hebben om je kindje in het geloof op te voeden: de beslissende rol van Jezus Christus in het leven van dit kind enigszins zien en Hem dan ook als rolmodel aanvaarden, het lidmaatschap van de Kerk beamen … In 2013 hebben de bisschoppen voor de drie initiatiesacramenten een brochure gepubliceerd waarin ze een dergelijke missionaire omgang met die sacramenten aanbevelen . Zo suggereren de bisschoppen voor de doop een periode van minstens drie maanden tussen de eerste vraag van ouders, en de doopviering. In die periode kunnen catechisten, diakens en priesters met de ouders op weg gaan en daarin kan duidelijker worden wat de Kerk met het doopsel bedoelt en of de ouders daarin verlangen mee te gaan. En binnenkort verschijnt ook een tekst van de Belgische bisschoppen voor de huwelijksvoorbereiding met een zelfde meer initiërend karakter, zoals paus Franciscus suggereert in Amoris Laetitia.
Over 45-55 %, in relatie tot de samenleving
Nog heel even terug naar de cijfers. Is dit nu veel of niet veel? Als men het met het katholieke Vlaanderen van weleer vergelijkt, lijkt dit eerder niet veel. Als men het als marktaandeel bekijkt is het in onze huidige samenleving bijzonder veel. Bovendien speelt de Kerk ook nog eens ver boven haar gewicht in maatschappelijke zorg (onderwijs, ziekenhuizen…), ook al wordt die in recenter tijden behoorlijk gesubsidieerd. En dit alles voor een jaarlijkse betoelaging die, met de woorden van kardinaal Godfried Danneels eertijds, lager ligt dan de kost van de Muntschouwburg in Brussel. Ik heb het cijfer weliswaar niet geverifieerd voor 2018, en ben absoluut gewonnen voor betere betoelaging van de opera.
Stijn Van den Bossche is algemene secretaris van de Interdiocesane Commissie voor Catechese.