Edward De Geest: ‘Sint-Baafs heeft me altijd geïnspireerd’
We hebben voor Edward De Geest een cd meegebracht — Bach, je kan er bij een orgelist weinig verkeerd mee doen. Hij is pas 69 geworden en 1 oktober 2019 is nu eenmaal een bijzondere dag.
Edward De Geest: ‘Dat klopt. Het is dag op dag 25 jaar geleden dat ik werd aangesteld als orgelist-titularis van de Sint-Baafskathedraal in Gent. Een hele eer. 1 oktober is bovendien de feestdag van Sint-Bavo.’
Wat herinnert u zich nog van die dag?
‘Het was een zondag en er was héél veel volk. De kathedraal zat vol. Het was een dienst voorgegaan door bisschop Luysterman — een groot muziekliefhebber en -kenner trouwens. Het koor Schola Cantorum zong en ik speelde muziek van Bach en Franck. Zo is het begonnen en kijk… we zijn een kwarteeuw verder.’
Hoe kijkt u er nu op terug, op die kwarteeuw?
‘Tevreden, bijzonder tevreden. De ruimte van de Sint-Baafskathedraal heeft mij al die tijd geïnspireerd en het was een genoegen om dit fantastische orgel te mogen bespelen.
In die tijd zijn ook mijn zonen in mijn voetsporen getreden.
Michael is organist van de Sint-Niklaaskerk in Gent geworden, en David is dirigent van onder andere zijn eigen orkest, Lumen Symphonicum.’
Waarom is het orgel van Sint-Baafs zo bijzonder?
‘De manier waarop het is gebouwd, is een mooi voorbeeld van de belle époquestijl. En de klank is uitzonderlijk. Het orgel heeft 90 registers. Je kan die afzonderlijk gebruiken of samen.
De mogelijkheden qua klankkleuren zijn quasi onuitputtelijk.
Hier kan je bijvoorbeeld Olivier Messiaen spelen zoals de componist het heeft bedoeld. Alles wat hij voorschrijft, kan je op dit orgel terugvinden.’
Kan het instrument u na al die jaren nog verrassen?
‘Jawel, dat gebeurt. Vooral als er een gastorganist komt spelen, en ik in de kathedraal ga luisteren. Dan hoor ik het orgel op een andere manier dan als ik het bespeel, het is een ander klankbeeld. En dan ontdek je soms kleuren en klanken die je… ontroeren.’
Voor uw benoeming speelde u in kleinere en grotere parochies in Lokeren, Belsele en Eeklo — hoe groot was de aanpassing?
‘Er ging een nieuwe wereld voor me open, op alle gebied. De omgeving, het takenpakket, de muziek die je speelt.
Hier kon ik de beste koren begeleiden en het grote repertoire brengen.
Ook de organisatie van de zomerconcerten was een verrijking. Je leert buitenlandse collega’s kennen en hun repertoire — soms ontdek je daar onbekende parels in. Maar toch is de liturgie altijd op de eerste plaats gekomen. Ik heb me altijd goed voorbereid op de diensten die ik heb begeleid.’
Hoe beleeft u de diensten? Bent u gelovig?
‘Jawel, en ik kom daar ook voor uit. Ik volg de dienst aandachtig mee — een inhoudelijk sterke homilie kan ik echt appreciëren. En natuurlijk is er de beleving door de muziek. Als ik bijvoorbeeld improviseer op het Gregoriaanse Salve Regina… (even stilte) Ja, dan voel ik dat aan als een uiting van mijn geloof.’
Waaruit bestond uw takenpakket de voorbije jaren?
‘Sowieso de zondagsdiensten en alle diensten waar de bisschop voorgaat. Twee keer per week is er ook een kapittelviering, en dan zijn er occasionele diensten zoals grote begrafenissen, wijdingen van priesters of diakens … Op hoogdagen is er een vesperdienst, je hebt het Te Deum, enzovoort. Je moet dus wel flexibel zijn.’
Over flexibiliteit gesproken: u gaf honderden concerten, wereldwijd, dat zijn evenveel verschillende orgels waar u op speelde. Hoe bereidde u zich voor?
‘Vooraf vraag ik de dispositie op. Zo kan ik op voorhand al inschatten hoe ik een werk kan uitvoeren, met welke kleuren ik kan spelen. En dan is er het inspelen ter plaatse. Dat kan op een groot orgel toch vier uur duren.’
Wat is het mooiste orgel dat u ooit bespeelde?
(zonder veel nadenken) ‘Het Müllerorgel in de Oude Bavokerk in Haarlem. Overdonderend, het koninginnestuk van de orgelbouw wat mij betreft. Van mei tot oktober zijn er elke week concerten – die zitten keer op keer stampvol. Mensen komen van heinde en ver om het te horen bespelen.’
> Lees verder onder de foto
De orgelconcerten in juli en augustus in Sint-Baafs zijn ook erg populair, en een echte traditie intussen. Zijn die zomerconcerten een beetje uw troetelkind?
‘Ik heb mij daar in elk geval heel erg voor ingezet. Het vraagt elk jaar veel organisatie en ik heb het geluk dat ik daarvoor kan samenwerken met een enthousiast team.’
De zomerconcerten in 2020 worden ook een beetje jouw afscheid, heb ik begrepen.
‘De concertreeks zal plaatsvinden zoals de voorbije decennia, maar het laatste concert zal inderdaad een beetje feestelijker zijn, noem het een afscheidsconcert ja.
Verschillende generaties zullen erbij betrokken zijn.
Een leerling van mij zal spelen, en een leerling van hém. En ik zal zelf spelen, begeleid door mijn zoon David en zijn orkest.’
Wat staat er op het programma?
‘Onder andere concerti van Haydn, Guilmant en ook Gabriël Verschraegen, één van mijn voorgangers hier als organist-titularis. Het concerto dat ik van hem speel, uit 1974, is na de première bij mijn weten nooit meer uitgevoerd. Een pràchtig werk.’
> Lees het laatste deel van het interview onder dit filmpje
Had u nog langer willen doorgaan?
(aarzelt) ‘Ik had kunnen stoppen op 65 jaar. Ik ben blij dat ik er nog vijf jaar heb kunnen bijdoen, want fysiek wordt het ook zwaar.
Ik eindig liever in schoonheid, om plaats te maken voor een nieuwe generatie.
Rond kerst speel ik hier mijn laatste viering. Op 1 januari 2020 word ik ere-organist titularis van Sint-Baafs en treedt mijn opvolger in dienst. Ik zal hem wellicht nog mee wegwijs maken hier.’
Hem… of haar?
‘Dat kan, absoluut! Er studeren ook vrouwelijke orgelisten af, en daar zitten érg goede muzikanten bij. Ook in de geschiedenis zijn er voorbeelden: Marie-Claire Alain bijvoorbeeld – ze is nog maar enkele jaren overleden.’
We schreven vorig jaar dat orgel opnieuw in de lift zit, ook bij jonge mensen. Heeft u ook die indruk?
‘Wel, ik zou dat willen beamen. Onlangs vertelde mijn zoon Michael na een zondagsdienst hoeveel jonge mensen er in de kerk waren geweest — het was een Gregoriaans gezongen dienst. En dat ze waren blijven zitten tot de laatste noot van het orgel had geklonken. Dat is toch bemoedigend. Ook stel ik vast dat er onder de jonge organisten veel talent schuilt.’ (Herlees het artikel.)
Hoe ziet u de plaats van het orgel evolueren? Wordt het meer een concertinstrument, weg van de kerk?
‘O, er gebeurt heel veel in de orgelwereld, dat stemt me tevreden. Er wordt nog altijd orgelmuziek geschreven – vooral in Nederland is men daar heel origineel in, met bijvoorbeeld overwachte combinaties met andere instrumenten.
Men heeft de laatste decennia ook grote inspanningen gedaan voor ons orgel-erfgoed.
Tot de jaren 60 werden de instrumenten eerder opgelapt, nu worden ze grondig gerestaureerd naar hun oorspronkelijke staat. Hier in Wondelgem is in de Catharinakerk een kopie gebouwd van een Contius-orgel waarop Bach en zijn tijdgenoten speelden. Er worden ook meer en meer orgels gebouwd in concertzalen. Er gebeurt véél hoor, en dat is allemaal goed. Al blijf ik toch vinden dat de klank van een orgel pas hélemaal tot zijn recht komt in de akoestiek van een kerk.’
• Hieronder kunt u via Spotify luisteren naar de persoonlijke orgel-top 10 van Edward De Geest