Gedichtendag! De mooiste 5 gedichten van de Kerknet-lezer
Hebben en zijn
Ed Hoornik (1910-1970)
Op school stonden ze op het bord geschreven.
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
De ene werklijkheid, de andre schijn.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
Vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
Is kind worden en naar de sterren kijken,
En daarheen langzaam worden opgelicht.
Doorsta je
Leonard Nolens (°1947)
Blijf bang.
Blijf bang en blijf bij je.
Maar blijf van nature gedwongen
de blikseminslag van je vrijheid te strikken
met blote fikken
Doorboor met een tongkus je schrik.
En pak je.
Pak je bijeen.
En recht nu je rug als een straat
van de nor naar de zon en benader het nadir.
Wees voetpunt en opvlucht,
wees licht als een reis zonder koffers.
Doorsta je.
Bestempel je toekomst
met omgangsvormen van afscheid
en neem het met zwier en bedachtzaam vertier.
Je hebt hier alleen maar te goed
wat je morgen te geef hebt.
Voor het vergeten
Peter Verhelst (°1962)
Zolang we niet vergeten, gaat niets verloren.
Laten we dus vergeten, maar alleen
zoals we door te praten iets uiterst traag kunnen laten verdwijnen - daar,
zie je het, zie je het nog nauwelijks, tegen de zon in?
Zolang we niet vergeten dat iets van ons niets verloren mag gaan, eindelijk-
zoals er een zwijgen bestaat dat tegelijk een vorm is van zingen
dat een vorm is van dragen, een lichaam zo te dragen
dat het door ons heen, alsof het uiterst traag voorover valt, iets als glas
onder vel, broos glas, misschien is dat het lichaam
dat als een wijnglas zingend
zwijgend gedragen wil worden, dat wij het zo in de lucht heffen
dat het almaar lichter wordt - daar, zie je het, zie je het nog, nauwelijks
tegen de zon in?
-brengen de kleuren waarin het breekt ons misschien naar huis terug.
Met U zijn er geen verten meer
Felix Timmermans (1886-1947)
Met U zijn er geen verten meer
en alles is nabij.
Des levens aanvang glinstert weer,
geen gisteren en geen morgen meer,
geen tijd meer en geen uren,
geen grenzen en geen muren;
en alle angst voorbij,
verlost van schaduw en van schijn,
wordt pijn en smart tot vreugd verheven!
Hoe kan het zo eenvoudig zijn!
Hoe kan het leven Hemel zijn,
met U, o kern van alle leven!
Sonnet
Hanny Michaelis
Bij dag slaagt men erin om te vergeten
hoe diep zich de verraderlijke pijn
sluw als een slang in ’t hart heeft vastgebeten.
Bij dag slaagt men erin gewoon te zijn
tevreden en zelfs opgewekt te heten.
Gewillig drinkt men de goedkope wijn
der alledaagsheid, tegen beter weten,
en laat zich troosten door de zonneschijn.
Alleen de nacht, genadeloos, ontdekt
hoe tevergeefs de ziel zich tracht te warmen
aan ’t droombeeld, door herinnering gewekt.
En elke nacht opnieuw, zonder erbarmen,
doorvlijmt het lichaam, weerloos uitgestrekt,
hetzelfde heimwee naar dezelfde armen.