De Heilige Geest laat de Kerk zonden en schandalen overstijgen
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Vijftig dagen na Pasen beleven de apostelen iets dat al hun verwachtingen overtreft. Het gebeurt in het cenakel dat haast hun woning is geworden en waar zij verblijven rond Maria, de moeder van de Heer die hen samenhoudt. Ze waren verenigd in gebed. Het gebed is de long die ademruimte geeft aan de leerlingen van alle tijden. Zonder gebed kan men geen leerling van Jezus zijn. Zonder gebed kunnen we geen christenen zijn!
Het gebed is de adem, de long van het christelijke leven.
Zij worden verrast door de inbraak van God. Het betreft een inbraak die geen geslotenheid duldt. De deuren gaan open onder druk van de wind die herinnering oproept aan de Ruah, de adem van het begin, en de belofte vervult over de kracht die door de verrezen Heer vóór zijn afscheid was gedaan (cf. Hnd 1,8). Het gebeurt plots, vanuit den hoge. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. (Hnd 2,2).
Vuur
Bij de wind komt vervolgens het vuur. Dat roept herinneringen op aan het brandende braambos en aan de Sinaï waar de Tien Woorden werden gegeven (cf. Ex 19,16-19). In de Bijbelse traditie begeleidt het vuur de verschijning van God. In het vuur schenkt God zijn levende en werkzame woord (cf. Heb 4,12) met oog op de toekomst.
Het vuur is het symbool voor de werkzaamheid van God die de harten verwarmt, verlicht en op de proef stelt.
Vuur is Gods zorg om de haalbaarheid van menselijke inspanningen te testen, ze uit te zuiveren om ze mogelijk te maken. Bij de Sinaï hoorde men de stem van God. In Jeruzalem, met Pinksteren, sprak Petrus, de rots waarop Christus zijn Kerk wil bouwen. Zijn woord zwak en zelfs in staat de Heer te verraden, krijgt, door het vuur van de Geest, een kracht om harten te raken en tot bekering te brengen. God kiest in de wereld het zwakke om de sterken te verwarren ( cfr 1 Kor 1,27).
Brand
De Kerk wordt dus geboren uit het vuur van de liefde en door een brand die uitslaat en met Pinksteren de kracht openbaart van het woord van de Verrezene, doordrongen van de Heilige Geest. Het nieuwe en definitieve verbond steunt niet langer op de wet, geschreven op stenen tafelen, maar op de werking van Gods Geest die alles nieuw maakt en zich verankert in harten van vlees
Taal
Het woord van de apostelen wordt vervuld van de Geest van de Verrezene en wordt een nieuw woord, verschillend maar dat men kan verstaan als werd het simultaan in alle talen vertaald. Immers, toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop en tot zijn verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal (Hnd 2,6). Het gaat om de taal van de waarheid en van de liefde die de universele taal is: ook analfabeten verstaan ze.
De taal van de waarheid en van de liefde verstaat iedereen.
Het is een taal die iedereen kan verstaan. Als je met waarheid handelt – waarheid in je hart, oprechtheid – en je handelt met liefde, dan verstaat iedereen je ook al kun je niet praten. Door een liefkozing, waarachtig en liefdevol.
Orkestleider
De heilige Geest komt niet slechts aan het licht door een symfonie van geluiden die op harmonieuze wijze de verscheidenheid verenigt. Hij verschijnt ook als de orkestleider die de lofprijzingen voor de grote werken van God doet samenklinken. De Heilige Geest is de bewerker van verbondenheid, de kunstenaar van de verzoening die de hinderpalen tussen joden en Grieken, tussen slaven en vrijen, opruimt en zo één lichaam schept. Hij bouwt de geloofsgemeenschap op door het samenspel van de eenheid van het lichaam en van de veelheid der ledematen.
De Heilige Geest doet de Kerk groeien door haar te helpen menselijke beperktheden, zonden en schandalen, te overstijgen.
Een sobere dronkenschap van de Geest
De verbazing is erg groot en iemand oppert de mogelijkheid dat die mannen dronken zijn. Op dat punt neemt Petrus, in naam van alle apostelen, het woord en benadert het gebeuren vanuit Joël 3, waar het gaat over een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest. De volgelingen van Jezus zijn niet dronken, maar beleven wat Sint-Ambrosius omschrijft als een sobere dronkenschap van de Geest, die in het volk van God de profetie aanwezig brengt door middel van dromen en visioenen. Die gave van de profetie is geen voorrecht van enkelen. Het is een voorrecht van allen die de naam van de Heer aanroepen.
God verleidt ons met zijn liefde
Vanaf dat ogenblik, brengt de Geest van God de harten ertoe het heil te aanvaarden dat door een persoon, Jezus Christus, nabijkomt. Hem hebben de mensen aan een houten kruis genageld. Hem heeft God uit de doden opgewekt na de smarten van de dood te hebben ontbonden (Hnd 2,24). Hij is het die de Geest heeft uitgestort. De Geest die de polyfonie van de lofprijzing leidt die allen kunnen horen. Zoals Benedictus XVI zei: Pinksteren is dit: Jezus, en door Hem God zelf, komt naar ons en neemt ons in Zich op (Homilie, 3 juni 2006). De Geest bewerkt de aantrekking van God. God verleidt ons met zijn Liefde en brengt ons zo ertoe de geschiedenis te sturen en processen op gang te brengen waardoor het nieuwe leven doordringt. Alleen de Geest van God bezit de kracht om gelijk welke situatie te vermenselijken en gelijk welke situatie tot broederlijkheid om te vormen door hen die Hem onthalen.
Laten we de Heer bidden dat Hij ons een nieuw Pinksteren laat beleven, dat onze harten verruimt en onze gevoelens afstemt op die van Christus.
Zo kunnen we, zonder schaamte, zijn werkzame woord verkondigen en getuigen van de kracht van de liefde die alles wat ze ontmoet, opnieuw tot leven wekt.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.