
Honderd jaar na Rudolf Steiner: verhaspelde christologie

Honderd jaar geleden, op 30 maart 1925, overleed in Zwitserland Rudolf Steiner (1861-1925), de geestelijke vader van de steinerscholen en nog veel meer, waaronder een specifieke christelijke kerkgemeenschap. Deze filosoof/denker/kunstenaar, geboren in het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, richtte aan het begin van de 20e eeuw een spirituele beweging op die hij antroposofie noemde.
Verbeelding en creativiteit in scholen
Bij ons is Rudolf Steiner vooral bekend van de steinerscholen. Momenteel zijn er een dertigtal in Vlaanderen. Steineronderwijs, ook bekend als Waldorfonderwijs, is gebaseerd op de onderwijsfilosofie van Steiner. De onderwijsstijl is bedoeld om de intellectuele, artistieke en praktische vaardigheden van leerlingen te ontwikkelen, met een focus op verbeelding en creativiteit.
Maar er is nog meer dat teruggaat op de antroposofie van Steiner: biodynamische landbouwproducten met het label Demeter, het cosmeticamerk Weleda en de Triodosbank, mede gesticht door de antroposofische bankier Rudolf Mees en een studiegroep rond duurzaam omgaan met geld.
Op de achtergrond van dit alles staat een spirituele leer, eigenlijk een religieuze ideologie. Steiner en zijn 21ste-eeuwse volgelingen definiëren ze als een ‘wetenschap van de geest’, maar voor het katholieke leergezag is het ‘ketterij’ en voor vele anderen gewoon occultisme.
Eigenzinnige mengeling en eigen kerkgenootschap
Het hart van de antroposofie is een christologie: de betekenis van Christus voor de ontwikkeling van mens en aarde. Rudolf Steiners inzichten over de evangeliën zijn uitermate eigenzinnig en een mengeling van christelijke, boeddhistische, neoplatoonse en Indiase elementen. Volgens Steiner was Christus het perfecte voorbeeld van menselijke ontwikkeling, wiens uniciteit was dat hij door slechts één reïncarnatie ging. Voor Steiner reïncarneren mensen en stapelen ze ‘karma’ op. Over de opstanding zegt hij dat niet het verheerlijkte lichaam van Christus is opgewekt, maar een vage entiteit die hij ‘zonnegeest’ noemt. Steiner beriep zich daarvoor op zijn eigen ‘helderziendheid’.
Volgens Steiner was Christus het perfecte voorbeeld van menselijke ontwikkeling.
Enkele lutherse theologen stichten na de Eerste Wereldoorlog, onder inspiratie van Steiner, een eigen kerkgenootschap, de Christengemeenschap. In Vlaanderen is er één kerk van aanwezig. De eucharistie (dienst van brood en wijn) wordt in de Christengemeenschap ‘mensenwijdingsdienst’ genoemd. De Christengemeenschap is geen lid van de Wereldraad van Kerken: hun theologie wijkt te sterk af van wat gangbaar is.
Anders dan andere esoterische scholen die hun wortels hebben in de late negentiende eeuw bouwde de antroposofie succes op door zich te richten op onderwijs, kunstbeleving en een maatschappelijk engagement in ecologie, zorg en duurzaamheid. Maar de kern ervan is wel degelijk een verhaspeld christendom.
